1

270 8 3
                                    

Gespannen liet ik me vallen op het bankje aan de poort. Sinds een paar weken was bekent dat mijn ouders overleden zijn. Sindsdien ben ik het middelpunt van gemene opmerkingen. Nadat de bel ging, gleed mijn blik over de speelplaats. Aan de overkant zag ik het groepje jongens staan, ze waren met z’n vijven. Snel liep ik door de massa kinderen heen naar het klaslokaal.

“Jongens kijk eens wie hier zit, miss eenzaam!” Ik deed alsof ik het niet hoorde maar de opmerking bezorgde me een steek in mijn hart. Wanneer ik opkeek, zag ik het groepje gniffelen. Mijn blik bleef rusten op Maarten. Met een zucht lieten mijn ogen hem los en zocht ik mijn spullen samen. Het had toch geen zin om me te verzetten want wanneer ik wat zei werden mijn woorden zo gekeerd dat het hen goed uitkwam.

Tijdens de pauze trok ik me terug in de toiletten en haalde mijn dagboek boven. Het was nog het enige dat ik kon vertrouwen. Sinds de dood van mijn ouders, een jaar geleden, was er niemand meer met wie ik kon praten.

Liefste mama,

Soms vraag ik me af wat ik hier doe, de pesterijen kennen geen stop en de opmerkingen worden steeds raker. Vroeger zou ik dan dicht tegen je aan kruipen maar ook dat is voorbij. Ik snap niet waarom dat ze die gemene opmerkingen maken. Heb ik nog niet genoeg leed gehad? Het is nu bijna een jaar geleden van jullie ongeluk. Ik mis jullie zo ! Meestal denk ik trek het je toch niet zo aan wat ze zeggen maar als ik dan naar Maarten kijk , die bij het groepje staat, doet het des te meer pijn. Ik weet dat je zou zeggen : “ Laat hem toch ! Hij is je niet waard!” Maar ik kan hem simpel weg niet vergeten.

Ik mis je,

Nele

Er werd zacht op de deur geklopt. “Nele, alles oké ?” Mira stond voor de deur ongeduldig te trappelen. Ze was een goede vriendin maar echt praten kan je er niet mee. Ze maakt zich te vlug zorgen. “ alles oké, juist wat buikpijn.” Loog ik en stak mijn spullen weer weg. Wanneer ik mijn hoofd door de deuropening stak, zag ik Mira me met ongeruste ogen aankijken. “Alles is goed, echt waar!” Tot mijn verbazing liet Mira het hierbij en liep voor me op de speelplaats op. Uit automatisme liepen we richting ons bankje, pas toen zag ik dat het bankje bezet was. Teleurgesteld lieten we ons op de grond glijden. Daan en Tobias keken ons minachtend aan.

·         Zie maar dat je geen kou vat, want mammie kan je niet verzorgen!

·         “Het is jou een zorg dat we ziek worden.” Riep Mira hem bitsig toe.

Ongelovig keek ik Mira aan. Ik had haar nog nooit zo horen uitvallen tegen de jongens.

·         Nele, waarom heb je me nooit verteld dat je ouders verongelukt zijn?

·         Oh, je weet het dus … ik wou niet dat je medelijden kreeg of ongerust werd.

·         Maar Nele, dit is niet zomaar iets, niet zomaar een klein geheim dat je niemand kan vertellen.

·         Ik was gewoon bang voor je reactie. Je ziet de reactie van de jongens toch!

·         Maar ik ben die jongens niet!

·         Dat weet ik , maar …

Ik kon de woorden niet vinden misschien was er helemaal geen rede om het niet te vertellen. De bel verstoorde mij in mijn gedachten. Met tegenzin liep ik weer naar de klas. Op het moment dat de laatste leerling was gaan zitten, klapte meneer Verschootte in zijn handen.        “Dames en Heren, jullie krijgen een groepswerk van mij en daarvoor heb ik groepjes van 2 nodig. De enige voorwaarde hiervoor is dat het een jongen en een meisje is, maak uw keuze!” Met een glimlach keek hij de klas rond. Ine riep al onmiddellijk om samen met Rob te gaan. Hoopvol keek ik achter me waar Maarten zat, maar teleurgesteld draaide ik me weer om. Eva had haar arm al in de zijne gehaakt. “Goed, welke arme zielen hebben nog geen partner?” Met tegenzin stak ik mijn hand in de lucht. Enkel achter me zag ik nog een hand op gaan. Ik draaide mijn hoofd en voelde me meteen duizelen toen ik zag wie het was. Achter me zat Tobias te glunderen. “Oke, dan vormen Nele en Tobias een koppeltje, oooh.” Grinnikend keek meneer Verschootte ons aan. “ Zo jullie Zijn nu verdeeld in kleine groepjes en het doel is dat jullie over relaties gaan praten. Jullie zullen een toneelstuk maken waarin , we kunnen zien hoeveel jullie van elkaar houden en problemen kunnen oplossen zonder uit elkaar te gaan of elkaar te kwetsen. Zo dat was het voor vandaag, jullie krijgen een maand om dit af te werken dus spreek met elkaar af zou ik zeggen.” Meteen ging tobias’ hand de lucht in. “ Meneer er is een probleemje! Wij kunnen niet afspreken want Nele heeft geen thuis meer.” Onmiddellijk steeg er geroezemoes op. “ Wel, Tobias dan spreken jullie ergens anders af en daarbij ik wil zo geen opmerking meer horen, begrepen!” Bedeest knikte hij en draaide zich toen weer lachend om. Nog één uur te gaan en ik kon eindelijk naar huis. Na die laatste bel kwam Mira naar me toe gelopen.

·         Heb je zin om nog het stad in te gaan?

·         Ik kan niet , Ik moet mijn broertje van de crèche halen.

·         Geeft niet! … Nele-e ? het is misschien een rare vraag maar waar woon jij nu eigenlijk?

·         We hebben van de jeugdzorg een appartement gekregen, omdat ik ouder ben dan 16 jaar en geslaagd ben voor een aantal proeven mag ik daar wonen met Milo. We leven van wat onze familie ons toestuurt en wat mama en papa spaarden.

·         Maar ik moet nu echt gaan! Ik zie je morgen!

Ik stapte op mijn fiets en racete naar de crèche. De verzorgerster hield Milo altijd iets langer omdat ik anders geen tijd had om van school te komen.

Bij het passeren van de grote venster, zag ik Milo uitgelaten op en neer springen. Het was altijd een heel gedoe om Milo op mijn fiets te krijgen. Niet dat hij zo’n moeilijk kind was maar als we terugkwamen van de crèche zat hij altijd nog vol energie. Gelukkig lag hij altijd tegen dat we thuis kwamen  slapend in het zitje. thuis stopte ik hem dan meteen in bad en gaf hem te eten. Het was vaak zo dat ik in slaap viel voordat ik aan mijn huiswerk kon beginnen. Maar dat was vandaag niet zo, de gedachte dat ik samen met Tobias dat groepswerk moest maken bleef maar in mijn hoofd malen.

‘Hey Mam,

Alles gaat goed met Milo. Ik denk dat hij niet beseft dat zijn ouders gestorven zijn. Hij ziet me als zijn moeder en ik weet dat hij nog te klein is om dat te beseffen maar het doet me pijn te horen hoe hij mama zegt tegen mij terwijl hij dat tegen jou hoort te zeggen.

Op school blijft het dezelfde situatie: gemene opmerkingen en doordringende blikken. We hebben een groepswerk gekregen en ik moet samen met Tobias. Ik had gehoopt met Maarten te kunnen gaan maar die had enkel nog aandacht voor Eva, een van die huppeltrientjes. Ach mam, ik zie die opdracht niet zitten met tobias.

Ik hou van je,

groetjes aan papa

Nele

Tranen van spijtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu