4

143 5 3
                                    

Slaapzacht, mijn kleine engel

ga weg, jij boze droom

slaapwel mijn lieve schat

en droom en droom heel ongewoon.

Over prinsen die prinsesen

beschermen tegen de kou

en die dan zachtjes fluisteren

weet je dat ik van je hou?

slaapzacht mijn kleine engel

...

De stem verdween en alles werd donker .

De volgende ochtend wanneer ik opstond, stond de gitaar weer op zijn plaats. Op het aanrecht lag een briefje.

Ik zie je op school

hou van je,

Maarten

Met een gelukkig gevoel maakte ik me klaar voor school. Eerst zette ik Milo af in de crèche en liet weten dat Maartens  moeder hem zou afhalen. Voor de eerste keer in een jaar liep ik niet gespannen door de poort. Ik liet me weer vallen op de bank en zag tot mijn teleurstelling dat Maarten er nog niet was. Ik was weer in gedachten verzonken toen ik opeens twee handen rond me voelde. Ik draaide me om en keek recht in de groene ogen van Maarten.

-      Zie je het zitten voor vandaag? Vroeg ik

-      Tuurlijk, met jou kan dat moeilijk anders! Wist je trouwens dat je echt schattig bent als je slaapt!

-      Wist jij dat je prachtig kan zingen? Hoe komt het eigenlijk dat je zo mooie teksten kan schrijven? Dat gedichtje was ook al zo mooi.

-      Ik denk dat het gewoon in me zit. En ik ben er van overtuigd dat het ook in jou zit, kleine engel.

De bel maakte een einde aan het gesprek. Ik vlocht mijn vingers in de zijne en liep naar het klaslokaal. Glimlachend keken we hoe alle blikken naar onze handen gingen. We lieten ons naast elkaar vallen in de stoelen. Berts gezicht klaarde volledig op wanneer hij ons naast elkaar zag zitten.

“Maarten en Nele blijven jullie even hier ?” vroeg Bert aan het einde van de les.

-      Ik zie dat jullie het hebben bijgelegt! Ik ben blij voor jullie, echt waar! En Nele, ik denk dat je nu iemand hebt gevonden die er voor je is!

Ik knikte hoopvol, hoopend dat het gesprek hier eindigde en dat ik nog wat samen met Maarten kon zijn. Uiteindelijk stonden we weer voor de deur en zochten onze handen elkaar.

Gaan we zaterdag iets doen samen ? Op zo’n dag mag je niet alleen thuis zitten!

Ik wil echt wel maar Milo ...

We kunnen heb toch meenemen? We kunnen bijvoorbeeld naar de zoo gaan, daar heeft hij ook wat aan.

Oké, dat is afgesproken!

Dankbaar gaf ik hem een knuffel. Mijn vreugde was echter van korte duur. Vanuit mijn ooghoeken zag ik het groepje jongens op ons aflopen. Ik voelde Maarten ineenkrimpen, maar mij deed het niet veel. Todat Tom uit het groepje naar voorstapte en me een vernietigende blik toe wierp. Op zich zou je niet begrijpen waarom hij mij zo een gemene blikken toewierp maar het was algemeen geweten dat Tom op jongens viel meer bepaalt voor Maarten. Tom was ook de zachtaardige van de bende , iemand die niet graag zag dat er iemand gepest of uitgesloten werd. Daarom deed het ook z’n pijn toen hij me aankeek.

-      Ah zo, Maarten en Nele. Toch nog een vriendje gevonden, Nele? Of heeft papa Verschootte hier voor gezorgt?

-      Laat mijn vader hier buiten?

Tranen van spijtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu