Uitvoering opdracht 4: Casuelle en Banditaaaa.

24 1 1
                                    


Casuelle

'Het is toch onvoorstelbaar, Maira, zelfs de pasgeborenen zijn lelijk.' Vol afgunst keek de jonge bosnimf neer op de piepkleine, pasgeboren centaur, die tussen haar en Maira in trillend van angst op de vochtige bosgrond zat.

'Ik kan niet eens zien of het een mannelijke of een vrouwelijke moet voorstellen.' Kort rimpelde Maira haar neus. 'Wat denk jij, Aia, gokken op een jongen?'

Aia schokschouderde. 'Zo meteen is het een dode centaur, het geslacht maakt dan niks meer uit.'

Glimlachend wikkelde de nimf een sterke wortel van haar eigen levensboom om het dunne nekje van de pasgeborene. Tergend langzaam kneep ze zijn keel dicht, wachtend totdat hij stopte met jammeren en tegenstribbelen en uiteindelijk ook het ademen zou opgeven. Haar glimlach werd na een tijdje nog breder, de greep van de wortel nog strakker, en niet veel later belandde het levenloze lijfje van de onvolgroeide centaur op de grond.

'Bah, ik haat die Pattyren,' gromde ze. Aia sprak de naam van haar buurvolk met walging uit. 'Opgeruimd staat netjes, nietwaar, Maira?'

Haar vriendin – een van de waternimfen – knikte bevestigend en grijnsde tevreden. 'Weer eentje minder, koning Thero zal trots op ons zijn.'

De twee jonge nimfen draaiden zich glimlachend om en wilden koers zetten richting het paleis van koning Thero en koningin Elone, de koninklijke familie van de nimfen en heersers over de Caders, toen achter hen een tak van een van de bomen onder luid gekraak van de boom af werd gebroken. Een felle pijnscheut schoot door Aia's lichaam en met een jammerende kreun zakte ze neer op de grond.

'Waag het eens nog één stap verder te zetten, verachtelijke moordenaar.'

Geschrokken keek Maira over haar schouder naar achteren, zoekend naar de bron van het stemgeluid. Angst flikkerde als een ontembare vlam in haar ogen en al snel kruiste haar blik de ogen van een volwassen, gigantische centaur. Diens ogen vlamden van woede en dreigend zwaaide ze met haar ene hand, waarin ze een grote knuppel vasthield. Met haar andere hand wees ze Aia aan, die nog altijd trillend en hijgend op de grond zat, haar handen om de bloedende wond op haar been geslagen.

'Waag het nog eens mijn levensboom schade toe te brengen,' kaatste de jonge bosnimf hijgend terug.

De centaur stootte een schamper lachje uit. 'Dapper, hoor, mij een bevel opleggen.'

Met een bittere grijns op haar gezicht, ramde ze haar knuppel nogmaals tegen de jonge boom, een actie die Aia een tweede bloederige wond opleverde, waar het bloed in grote hoeveelheden direct uit gutste, ditmaal tussen haar schouderbladen.

'Stoppen, nu!' Maira stampte naar voren en ging tussen haar vriendin en de centaur in staan, zich tot de grote gestalte wendend, woede en angst met elkaar vermend, flikkerend in haar blauwe ogen. 'Vertel mij eens, Pattyr, wat wil je van haar?'

De centaur snoof hoorbaar en lachte nogmaals schamper. 'Gerechtigheid, vuile Cader, voor het vermoorden van Bazran, mijn neefje.'

'Koning Thero heeft ons opgedragen iedere Pattyr die buiten zijn landsgrenzen is getreden en ons gebied is binnengevallen te vermoorden,' antwoordde Maira pedant. 'En dit is toch echt Caderisch grondgebied.'

'Met uitzondering van de jongelingen,' siste de centaur, ' en de erfgenamen van de troon.'

Met een behendige zwaai bond de centaur de grote knuppel vast op haar rug, en knoopte ze haar cape los. Met een trotse, doch kwade blik wees ze op de broche op haar harnas, die al die tijd onder de donkerblauwe cape verborgen had gezeten. Het embleem van het pattyrische rijk glansde op het grote, zilverkleurige sieraad.

Letters van Inkt - SchrijfwedstrijdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu