Oorlog

32 3 0
                                    

*pov Els*

En daar zit ik dan, als een zieke patiënt in het ziekenhuis. Die misschien wel nooit beter word. Al weet ik dat ik zo niet mag denken van de dokters, maar ik heb een agressieve vrom van bot kanker. Bedroeft kijk ik naar buiten. Ik heb een nieuwe kamer gekregen in het VU ziekenhuis in Amerdam. Ik zit op de derde verdieping en heb een uitzicht over een mooi en grote tuin. Voor de rest is er echt niets leuks aan deze kamer. Zometeen heb ik weer twee scans. Heb heb er toch zoooo'n zin. NOTHING! Gelukkig hoef ik niet weer zo'n vies drankje te drinken. En na de scan mogen Inge, Mirjam en Hanneke op bezoek komen. Dat is weer eens wat anders dan als de zusters en dokters naast je bed. Voorzichtig stap ik uit bed om naar de WC te gaan. Dit gaat nu veel makelijker, ik heb namelijk een braze om me knie gekregen en dar steunt mijn spieren en botten. Als ik van de WC terug gekomen ben staat de zuster naast mijn bed om me op te halen voor de scan. Voor de zekerheid vraag ik nog maar even of ze me vandaag wek op komt halen als ik klaar ben met me scan. Na de scan moet ik namelijk bloed gaan prikken en ik heb geen idee waat dat nou weer moet. Wel weer ik eindelijk de weg terug naar mijn kamer.

Els Regenschot roept de dokter. Whooo het gaat beginnen mijn tweede scan. Net als de vorige keer moet ik me kleren uit doen ( zoo schamend) en al me sieraden af doen. Dan ben ik klaar voor de scan. Ik mag weer op een plank gaan liggen ( nee echt het voelt gwn vreselijk had dat ding ) en ik word met koptelefoon en al naar binnen geschoven. Weer heb ik het gevoel of ik midden in een oorlog zit. Want eingelijk ook wel klopt. Het is ik tegen miljoenen kanker cellen. Niemand weet nog wie er gaat winnen, maar ze staan allemaal aan mijn kant. Na een kwartier stopt het apperaat eindelijk met het schieten ( foto's maken eingelijk maar als we dan toch in een oorlog zitten... ) eindelijk mag ik er uit. Op naar mijn volgende avontuur bloedprikken. Daar heb ik ook zo'n hekel aan. Eingelijk heb ik gewoon scheidt aan ziekenhuizen maar aangezien dit nu mijn geweldige nieuwe huis is moet ik er maar mee leven. Nummer B2010 mag naar kamer nummer 3 word er om geroepen. Met heel veel tegenzin sta ik op en loop naar kamer 3 toe. Met welke hand schrijf je vraagt de zuster. Zachtjes antwoord ik met rechts. Mooi dan prikken we in je linker arm, dan kan je straks nog gewoon schrijven op school. Ik ga niet naar school antwoord ik bot. Waarom niet vraagt de zuster terwijl ze de naalt in mijn arm drukt. Ik heb kanker, antwoord ik nog botter dan net. Ow antwoord de vrouw. Dan komen wij elkaar vast nog wel vaak tegen hier. Nou liever niet denk ik. Als ze eindelijk klaar is loop ik weer naar de wachtkamer. Samen met de zuster loop ik terug naar mijn kamer.

Als om 3 uur het bezoekuur begint komen Inge en Mirjam binnen gestoven en beginnen uitgebreid de tijd te nemen om met mij te knuffelen. Na een paar minuten stilte komt Hanneke ook binnen en vraagt hoe het met mij gaat. Echt ik kan die vraag nu al niet meer horen. Maar zo rustig mogelijk probeer ik te antwoorden dat het wel gaat, maar ik barst weer in tranen uit. Die stommen tranen ook altijd. Inge en Mirjam proberen me te troosten maar moeten zelf ook huilen. Als we uitgehuilt zijn proberen we nog wat te kletsen, maar dat lukt niet echt helemaal. Na een half uurtje vertrekken ze week, en val ik bedroeft in slaao.

Twijfels (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu