Oefenen, oefenen, oefenen

20 2 1
                                    

Nee?! Echt? Gaan we echt naar het zwembad roept Cato blij. En ik dan vraag ik aan mijn ouders? We vonden dat je vroeg of laat een keer naar het zwembad zou moeten gaan. Dus wouden we daar meteen maar mee beginnen. Dat is waar dacht ik bij mezelf. Toen ik nog thuis woonde ging ik bijna iedere dag in het meer naast ons huis zwemmen. We hebben voor jou iemand die je gaat helpen met zwemmen geregeld. Yess riepen Cato en ik blij. Inge en Mirjam keken echt blij toen ze mij zou vrolijk zagen. Zo heb ik mij in tijden ook niet gevoeld, denk ik bij mezelf. Als ik mijn badpak heb aan getrokken, hink ik na het zwembad toe. Met een beetje moeite plons ik  in het zwembad. Hallo ik ben Irene hoor ik iemand tegen mij zeggen. Hallo ik ben Els, ga jij mij helpen met zwemmen. Ja antwoord Irene. Het is een kwestie van oefenen, oefenen en oefenen. Maar als ik jou zo zie gaat het je wel lukken.

Irene had gelijk, na 3 uur oefen lukte het eindelijk om een baantje heen en weer te zwemmen zonder hulp. Blij ga ik Irene een high-five.

Kom op kruk, wie als eerste op de kamer is. Cato rent met haar paal mij voorbij. Dat is niet eerlijk roep ik. Jij moet ook gaan hinkelen. Cato wacht heel even, en probeert zo snel mogelijk te hinkelen. Wat totaal mislukt omdat ze met haar voet achter de paal blijft haken. Struikelend staat ze weer op, maar ik heb haar al ingehaald. Lachend vallen we op ons bed neer. Hé hé, hebben we vandaag onze beweging ook weer gehad. Na een tijdje komt Fien de kamer binnen. Zo dames, jullie hebben je flink ingespand, zegt ze als ze onze rode hoofden ziet. Zeker wel antwoord Cato lachend. We hebben gewoon een dikke marathon gehinkeld. Helaas heeft onze kruk Els alweer gewonnen. Trots kijkt ik Fien aan, zeker wel. Niemand verslaat mij, roep ik lachend. Nou dat zullen we nog wel eens zien zegt Fien. Ik heb namelijk goed nieuws, je prothese is klaar. En ik heb nog beter nieuws, we hebben contact gehad met een bedrijf in Amerika, zij hebben namelijk een speciale prothese voor mensen die op spitzen willen dansen. Als je ouders er mee eens zijn, kunnen zij naar Nederland komen om een prothese voor jou op te meten. Echt? Roep ik bij uit, maar dat is geweldig! Bij kijk ik Fien aan. Dat is het zeker, antwoord Fien. Zullen we dan nu maar je gewone prothese passen? Dat lijkt mij een uitstekend plan, zeg ik vrolijk.

Langzaam zak ik met mijn stomp in de prothese. Ik moet eerlijk bekennen dat het echt vet raar voelt om weer een onderbeen te hebben. Probeer maar eens te staan, ik probeer zo goed mogelijk op te staan, maar het is echt moeilijk. Het is dat Fien en Peter mij vast houden. Anders was ik meteen weer om gevallen. Na een tijdje kunnen ze me lost laten, en kan ik zelfstandig staan. Totdat Peter zegt dat ik teveel op mijn rechterbeen leun. Natuurlijk geloof ik dat niet. Totdat ik met beide benen op een weegschaal moet gaan staan. Die cijfers geven duidelijk aan dat ik veel meer op mijn rechterbeen sta. Met een beetje moeite kan ik goed gaan staan. Na een paar keer te hebben geoefend mag ik een paar stapjes zetten, gelukkig wel samen met mijn krukken. Je zou bijna denken dat ik met mijn krukken ben getrouwd, maar dan moet ik je toch echt teleur stellen, want dat is niet zo. Maar langzaam kan ik een paar stapjes zetten, maar daarna val ik toch weer om. Ik denk dat we vandaag wel genoeg hebben geoefend, zegt Fien. Ik denk het ook antwoord ik. Je mag nog even na je kamer proberen te lopen en dan lag ik je daar uit hoe je de prothese moet verzorgen. 

Als we op de kamer zijn begint Fien uitteleggen hoe ik mijn prothese moet om en af doen.  Eigenlijk is dat best interessant, maar ik ben zo blij dat ik de helft niet mee krijg. 

Elke dag oefenen ik met lopen. Na een week kan ik zelfs al uit mijn bed stappen en na de deur toe lopen. Als ik weer aan het oefenen ben komt Naemi binnen. Els, kan jij mij komen naar mijn kantoor? Ja hoor antwoord ik verbaast. Er zijn namelijk mensen uit Amerika voor je, en ik wil het graag even over een revalidatie centrum hebben. Langzaam loop ik met Naemi mee. In het kantoor zitten een man en een vrouw en mijn ouders. Het is een beetje proppen in het kantoortje, maar uiteindelijk passen we er met z'n zessen in. Als eerste beginnen we over de dans prothese. De mensen uit Amerika hebben een prothese ontworpen waarvan het voetstukken spitzen zijn. Op de prothese kan je gewoon alles doen. Na een tijdje nadenken nemen mijn ouders toch het aanbod aan. Er zit namelijk een best wel duur prijsje aan. Ik ben echt heel blij dat mijn ouders ja hebben gezegd. De man en de vrouw nemen mijn gewone prothese even mee om de maten af te meten. Als ze weg zijn begint Naemi: Els kan niet haar revalidatie afmaken in het ziekenhuis. Daarvoor zou ze naar een centrum moeten gaan. Ik heb er een paar gevonden, die zich specialiseren in mensen die een amputatie hebben gehad en daarna graag weer willen sporten. Ik heb er een dicht bij het centrum van Amsterdam gevonden, maar ook een paar richting jullie woon plaats in Winsum (dat ligt in Groningen). In principe maakt het niet heel veel uit, maar als Els haar dansprothese heeft ontvangen en ze wilt er echt meer gaan oefenen, dan is het handiger als ze dicht bij haar school zit. Natuurlijk snap ik dat jullie haar graag naar Groningen meenemen, maar daar moeten jullie toch echt zelf over beslissen. Nadat Naemi dit heeft gezegd komen de mensen uit Amerika ook weer binnen met mijn prothese. Gelukkig is hij weer helemaal schoon en kan ik hem meteen weer aan doen. Blij loop ik terug naar mijn kamer. Daar ga ik eens goed zitten om de folders te bekijken, maar eerlijk gezegd weet ik niet wat ik moet kiezen. Moe van deze dag val ik in slaap.

Twijfels (voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu