Goedemorgen Els, wekt Tara mij vrolijk. Goedemorgen Tara, antwoord ik slaperig terug. Ga je nog wat doen vandaag? Ik wou nog even langs het ziekenhuis gaan, antwoord ik. Oké, succes dan maar. Thanks, antwoord ik terug. Ga je weer naar Cato? roept Claudia. Ja ik ben al twee weken niet meer geweest roep ik terug. En ik moet nog even langs Naemi en Fien voor een controle. Zou ik meegaan vraag Tara. Eh nee dat hoeft niet hoor, ik wou daarna nog even naar Inge en Mirjam toe. Ik denk dat het dan een beetje ongemakkelijk word als je mee gaat, sorry. Geeft niet hoor, ik heb alleen nog niets te doen vandaag. O je mag ons strafwerk wel maken, toch Cato? Ja hoor als je niets te doen hebt raad ik je het helemaal aan. Nou nee sorry, antwoord Tara lachend. In dat geval heb ik iets heel belangrijks te doen. Lachend rijd Claudia weg. Als je, je verveeld kunnen we zo wel even de stad in als je wilt. Ik wou vanmiddag eigenlijk pas gaan, en ik wil graag nog even een nieuw hoofddoekje kopen voor Cato. Is goed, antwoord Tara. Zullen we dan nu maar meteen gaan? Is goed, ik zoek even mijn spullen bij elkaar.
Als we even later door de stad lopen vraagt Tara: heb jij nu nog veel last van je ziekte? Nee niet echt antwoord ik. Het is natuurlijk wel vervelend dat veel mensen je aanstaren als je een hoofddoekje om heb, maar voor de rest niet. Waarom draag je dan geen pruik? Geen zin ik mompel ik. Dat ding jeukt als een gek, en dan denkt iedereen dat je luizen hebt. En op de een of andere manier groeit mijn haar ook niet aan, dus zonder hoofd bedenking ga ik ook de straat niet op. Nee dat snap ik, zegt Tara begrijpend.
Als we na een tijdje weer terug in het revalidatiecentrum zijn komt Hans op mij afgelopen, Els ik weet dat het weekend is, maar kan je even mee komen? Nou eigenlijk niet, antwoord ik. Het duurt maar 5 minuten, zegt Hans snel. Vooruit dan maar, ik kom er zo aan, nog even iets afmaken. Snel ren ik naar mijn kamer en pak mijn tas in voor in het ziekenhuis, dan kan ik meteen door als ik bij Hans klaar ben. Doeg, ik ga, roep ik naar de rest. Doei tot vanmiddag. Snel ren ik naar ons klaslokaal toe. Els kom zitten, zegt Hans. Rustig ga ik zitten, ik heb geen idee wat ik hier doe, maar ik hoop snel klaar te zijn, denk ik bij mezelf. Els, begint Hans. Ja? Antwoord ik. Ik weet dat het een beetje laat is, maar ik wil graag mijn excuses aan bieden voor wat er maandag is gebeurt. Hier komt het hoor, mompel ik zachtjes. Ik snap dat je boos op mij bent, maar jij was ook niet helemaal goed bezig. Nou en, antwoord ik terug, daar heb ik toch al straf voor gehad? Ja dat klopt, zegt Hans, maar ik wil wel dat het duidelijk is dat dit niet nog een keer gebeurt. Is dat afgesproken? We zien wel mompel ik terug. Mag ik nu gaan? Ik heb een belangrijke afspraak in het ziekenhuis. Is goed, maar ik kom hier nog op terug, is dat duidelijk Els? Prima roep ik terwijl ik naar de deur loop. Volgens mij heeft die man echt de pest aan mij.
Heyy Els, wat leuk jou hier te zien, wat kom je doen? O Hallo mevrouw de bruin (de moeder van Cato) Ik kom voor wat onderzoeken, en ik wou weer een keer bij Cato langs. Gezellig, antwoord mevrouw de Bruin. Misschien zie ik je straks nog wel. Tot ziens. Doei, zeg ik terug.
Goed en loop eens naar het einde van de kamer, gehoorzaam doe ik wat Naemi en Fien zeggen. Goed zo prijst Fien me, je bent heel erg vooruit gegaan deze vijf weken. Dankje, antwoord ik. Loop je nog vaak met krukken, vraagt Naemi. Ik loop nu van acht uur s'ochtends tot twee uur in de middag zonder krukken. En tot nu toe lukt dat prima, ik heb natuurlijk wel van die dagen dat mijn stomp niet goed is en ik in een rolstoel moet zitten, maar voor de rest gaan het prima. Dat is goed om te horen, dans je ook weer? Ja, gelukkig wel. Ik mag nu zelfs elke dag een kwartier op mijn spitzen dansen. Wel gewoon nog aan de barre, maar dat gaat prima. Dat is echt fijn om te horen, zegt Fien blij. Ik denk dat we klaar zijn dan. Zullen we een afspraak maken over vijf weken? Is goed, antwoord ik blij. Nou tot dan, en nog veel succes met het dansen, zegt Fien. Doei, en nog een fijne dag verder. Doei, antwoord ik terug. Als het het kantoortje uit ben loop ik snel naar mijn ouder kamer. Zodra ik daar ben vlieg ik Cato in de armen. Lachend groeten we elkaar, het verbaast mij wel dat Cato veel dunner is geworden. Gelukkig ben ik zo verstandig om er niet over te beginnen. We zijn druk in gesprek als een zuster ons komt waarschuwen dat het bezoek uur voorbij is. Jammer, antwoord ik. Ik had graag nog langer willen blijven. Voorzichtig geef ik haar nog een afscheid knuffel. Opeens bedenk ik dat ik nog een cadeautje voor Cato had. Snel haal ik het uit mijn tas. Het is een vrolijk doekje geworden, met veel kleuren er in waar Cato van houd. Als ze het doekje heeft gezien, doet ze hem snel om. Hij is echt prachtig, zegt ze. Echt bedankt. Graag gedaan hoor, antwoord ik terug, ik heb hem samen met Tara gekocht. Gezellig, kom je snel weet langs, vraagt Cato. Natuurlijk antwoord ik. Ik heb woensdag een vrije dag, zou ik dan langs komen? Ja leuk, zegt Cato. Tot dan, doeii. Verdrietig dat ik wegga zwaait ze me uit.
Als ik het ziekenhuis uit ga, zie ik Hanneke staan. Hallo groet ik haar, wat doe jij nou? Ik hoorde van Mirjam dat je langs zou komen, en aangezien het nog al een stuk lopen is dacht ik, ik haal je even op. Blij kijk ik Hanneke aan. Bedankt, ik had best wel tegen het wandelen opgezien. Dat dacht ik al zegt Hanneke lachend. Ik ben ook meteen even langs het revalidatiecentrugeweest, om je spitzen en je been op te halen. Echt roep ik blij, mag ik meedoen in de les. Natuurlijk antwoord Hanneke, zolang ik er bij ben, vind Liv het prima. Yess roep ik blij. Nou stap snel ik, anders komen we nog te laat. Snel stap ik bij Hanneke in de auto, wat is het toch een schat.
JE LEEST
Twijfels (voltooid)
RandomDit verhaal gaat over Els. Els zit op de Nederlanse Balet School. Maar aan het begin van het jaar word ze ziek. Niet een klein beetje maar bijhoorlijk ziek. Els moet vechten voor haar leven, maar is er niet zeker van dat ze ooit nog beter word. Laat...