Die nacht werd ik wakker van een geluid tegen het raam. De maan scheen mijn kamer binnen en wierp schaduwen op mijn muren. Ik draaide me slaperig om, maar toen ik het nog eens hoorde, was ik klaarwakker. Ik stapte uit bed en schuifelde naar mijn gordijn. Ik luisterde of ik mijn ouders hoorde, maar zij sliepen nog.
Tik, het geluidje waarvan ik wakker was geworden. Alsof er steentjes tegen het raam werden gegooid. Mijn hart klopte als een razende in mijn keel, en langzaam, heel langzaam, schoof ik het gordijn opzij.
En ik moest zo hard op mijn wang bijten op het niet uit te gillen dat ik bloed proefde.
Een Groezel. Hier. Zwevend voor mijn slaapkamerraam. En hij keek me aan met zijn zielloze ogen en de vettige, wit-zwarte huid. Het deed zijn mond open en er kwam een groen-grijze walm uit. De gele rottende tanden grijnsden naar me toe en ik zag dat het geen tong had. Toch kwamen er woorden uit. Het soort gefluister waar je kippenvel van krijgt en waar de haren in je nek overeind van gaan staan. En ik hoorde het alsof het in mijn hoofd was afgespeeld, waar ik me niet kon tegen verzetten.
'Je bent niet ...gekomen naar... de afspraak, daar... zal je voor... boeten'
Ik stond daar als verstijfd naar hem te staren. Gelukkig had ik nog de reflex op weg te duiken toen zijn hand bliksemsnel naar voren stootte en het raam versplinterde. Ik bukte neer en het regende glas op me neer. Ik ademde gejaagd en ik kon niets horen door het gebons van mijn hart in mijn oren waardoor ik niet eens het stroompje bloed naast mijn rechteroog opmerkte. De Groezel zweefde mijn kamer binnen en ik rende naar mijn geheime schuilplaats om mijn zatoichi te pakken. Maar ik vond het gat niet meer en ik was machteloos. Hij zweefde/rende op me af en ik dook weer net op tijd weg. Ik rende naar de deur en gooide hem open... maar stond oog in oog met een andere Groezel, een jong meisje in een soort communie-kleedje met ongelofelijk veel scheuren. Haar haar zat zo in de war dat je niet kon zien of het lang of kort was en ze had maar 1 oor.
Ze ademde uit en de walm trof me in mijn gezicht, waardoor ik bijna flauwviel. Ze wou me vastgrijpen, maar plots stak er een zwaard in haar buik, met de punt erdoor. Het zwaard ging eruit en het wezen loste op. Daarachter stond Jacob. 'Net op tijd', zei hij. Achter hem waren ook Cole en Zeke druk bezig een 7-tal Groezels te vermoorden.
'Mijn ouders', wist ik eruit te brengen.
'Ga ze maar halen en probeer ze te kalmeren. Wij lossen het hier zo snel mogelijk op en zullen daarna verdwijnen alsof er niets is gebeurt.'
Ik rende naar hun slaapkamer en draaide de deur open.
Ik stond als verstijfd in de deuropening.
Ze keken naar elkaar met een doodsbange blik in hun ogen en mijn vader had haar lichaam afgeschermd met het zijne. Ze waren vermoord.
Ik stond verstijfd van angst naar ze te kijken en merkte zo niet dat er een achter me kwam staan. Toen een van zijn vingers mijn rug raakte, gilde ik het uit, draaide me om en beukte met mijn vuisten in op het mormel. Deze was zo verbaasd, dat hij het even liet begaan, tot hij er genoeg van kreeg en mijn pols (waarop ik was gevallen) vastgreep en hem omdraaide. Ik schreeuwde het uit van de pijn en voor mijn ogen ontplofte de Groezel door het mes van Cole. Ik keek hem doodsbang aan en wees naar mijn ouders, want ik kon het niet meer aan, ze aan te kijken.
Er flitste verdriet over zijn gezicht en hij nam me in zijn armen, waar ik met grote uithalen huilde. Hij leidde me langzaam naar de rest, die alle beesten hadden gedood, en ik zakte ineen.
Ik kon niet meer op mijn benen staan en ik merkte niet dat ze rond me kwamen staan.
Ik merkte niet dat Cole ze uitlegde wat er met mijn ouders was gebeurd.
Ik merkte niet dat Zeke zijn hand door mijn haar haalde.
Ik merkte de sirenes buiten niet op en de verschrikte gezichten van de jongens.
Maar ik merkte wel dat er achter ons een deur openging.
En dat daar nog zes Groezels aankwamen die ons probeerden te verrassen. Ik schreeuwde nog, maar het was te laat. Jacob, Cole en Zeke vielen als 1 persoon in elkaar op de grond. Een van de Groezels duwde me tegen de muur en hij zei: 'Een steek... een steek... en het is... gedaan...'. Ik staarde gehypnotiseerd naar het mes. Inderdaad. 1 steek betekende het einde. Snel fliste het beeld van mijn ouders, mijn vriendinnen en de jongens voor mijn ogen. Ik zag nog net hoe er politiemannen binnenstormden en onder handen werden genomen door de overgebleven vijf Groezels.
En toen stak er plotseling een mes in mijn keel terwijl zich een laatste boodschap in mijn hoofd vormde.
'Had je... maar moeten... moeten komen...'
Ik schreeuwde en gillend en toen ik wakker werd, zaten mijn ouders vlak naast me. Mijn moeders tranen stroomden over haar wangen en mijn vader stond druk te bellen. In zijn stem schemerde er angst door. Maar toen hij zag dat ik wakker werd, zei hij tegen de beller dat het oké was, dat ik wakker was en dat ze morgen wel eens zouden komen. Hij wachtte niet eens op een antwoord en legde snel af. Samen met mijn moeder nam hij me vast en ik huilde zo mogelijk nog harder.
Ik was 12 minuten eerder begonnen met prevelen in mijn droom. Mijn vader kwam toen net slapen en dacht dat ik nog met iemand aan het bellen was. Dus hij kwam kijken en vond me draaiend en woelend in mijn bed. Hij keek een tijdje toe of ik zou stoppen, maar toen dat niet het geval was, riep hij mijn moeder die zei dat ze me moesten proberen wakker te maken omdat ik een nachtmerrie had.Maar ik werd niet wakker, en hoe langer ze probeerden, hoe meer ik begon te schreeuwen en te gillen. Ze dachten dat ik een aanval kreeg, zeiden ze. Ik zei niet dat ik droomde dat zij doodgingen... door mijn schuld.
Dit hoofdstuk is wat korter, maar wat vinden jullie al van dit verhaal? :)
JE LEEST
Maak Het Af (Voltooid)
Фанфик'De realiteit ligt soms dichter bij het schijnbaar onmogelijke dan men denkt.' ~Caster~ Cole, Jacob en Zeke. Ken je ze? Ik wel. Wil je weten hoe ik ze ken? Ze kwamen me redden. Nadat ik bijna werd vermoord. En nu lijken ze me te achtervolgen en va...