7

24 1 0
                                    

Ik keek hem aan, maar zag hem niet. Ik stond te trillen op mijn benen en had het gevoel dat ik ging flauwvallen. Maar Zeke kwam achter mij staan en nam mijn schouders vast.

'Ik zou je kunnen vragen hoe het met je gaat, maar dat kan ik wel raden', zei hij.

Op een ander moment had ik dit droge mopje kunnen appreciëren, maar nu stond mijn hoofd er niet naar. Ik rukte me los uit zijn greep en rende naar de dichtstbijzijnde vuilbak. Ik greep de rand beet, net op tijd, want ik moest kotsen. Daar ging mijn lekkere boterham met choco...

Jacob kwam achter me staan en nam mijn haren vast, zodat ze niet in de weg gingen hangen. De schat.

Even later, toen ik klaar was, haalde ik een zakdoekje uit mijn broekzak en veegde mijn mond af. Later gooide ik het bij de gele en smerige smurrie die mijn kots moest voorstellen.

De jongens stonden een beetje ongemakkelijk daar te staan.

Dus een stelletje monsters die hun willen vermoorden kunnen ze wel aan, maar een kotsend, zielig meisje niet? Dan start ik het gesprek maar, alsof er niets gebeurd is: 'Waarom moet dit mij overkomen? Ik bedoel, alsof die

Groezels nog weten wie ik ben!'

'Klopt,' antwoordde Cole, 'Groezels (dit ging gepaard met een rare blik, alsof het woord raar smaakte) kunnen geen gezichten onthouden. Ze zijn zo hard uit op onverdiende wraak dat ze alles vergeten, zelfs hun eigen naam. Het waren de Groezels dus niet die dit jou aandeden.'

'Huh? Wie dan wel? En waarom juist na die nacht? En waarom ik? Ik ben toch gewoon Ellen? Ik ben een doodnormaal meisje, van zestien, ga naar school en maak huiswerk en ga uit.'

'Gewone meisjes kunnen niet zwaardvechten als een professional met een zatoichi en redden het nog geen 10 seconden met een Groezel', kaatste Zeke terug.

Cole en Jacob keken hem kwaad aan.

'Hoe weet jij dat dat een zatoichi was?' antwoorde ik verbijsterd, 'en ga me nu niet zeggen dat je het hebt herkend. Het was donker en jij vocht met een mes, geen zwaard, bovendien is een zatoichi zeldzaam en niet zo bekend als bijvoorbeeld een katane.'

'Zoey vocht daar ook mee,' geeft hij als antwoord.

Cole werpt een waarschuwende blik. Maar ik blijf Zeke aanstaren en hopen dat hij verder gaat. Dat doet hij niet, dus ik stel een vraag: 'Wie is Zoey?'

'Zeke...', sist Cole. Maar Zeke antwoordde rustig met: 'Ze vroeg gewoon hoe ik wist dat het een zatoichi was. En iedereen weet wie Zoey is, dus waarom mag ze het dan niet weten?'

Uiteraard had ik al lang door dat er meer aan de hand was, omdat ze zo 'subtiel' waren geweest. Maar goed, ik ben een goede actrice en deed gewoon alsof ik vroeg naar die Zoey.

'Dus, wie is Zoey?' probeer ik nog eens.

Zeke zet een professor-achtige stem op en begint met zijn uitleg: 'Zoey Melborn was een zeer bekwame en heldhaftige Lomakskrijgerin. Ze staat vermeld in alle geschiedenisboeken als de dapperste en slimste krijgerin. Jammer genoeg stierf zij 22 jaar geleden aan een Caïrat op 18 jarige leeftijd. Deze misdaad werd gepleegd door Michael Gitz. De meest beruchte moordenaar in de verborgen wereld. Zo wordt de wereld met Lomaks, vampiers, weerwolven, zombies enzovoort genoemd. Michael werkte vaak met Lomaks. Hij had zogezegd medelijden met ze, maar vond ze eigenlijk gewoon goed voor een leger. Hij maakte het hun gewend dat hij in hun buurt was en zorgde dat ze hem gehoorzaamden. Het werd een van de gevaarlijkste legers in de geschiedenis omdat je ze enkel kan raken met het juiste wapen. Een revolver werkt bijvoorbeeld niet. En enkel een 4-tal zwaarden en 7 soorten messen zijn geschikt. En zelfs deze moeten op een specifieke manier gewijd zijn. Dus om op je vraag te antwoorden: ik weet dat het een zatoichi omdat dat zwaard zeer bekend is bij ons en Zoey Melborn is een zeer sterke zwaardvechter waar wij nog iets van kunnen leren.'

Stilte.

'Nu weet je het', zuchtte Jacob.

Ja, nu weet ik het.

'Waarom mocht ik dat niet weten?' vroeg ik.

'Omdat... Omdat Aardsen diet niet horen te weten', zei Cole.

'Aardsen?'

'Mensen die niets te maken hebben met de verborgen wereld' verklaarde hij.

'Hoe zijn jullie dan... euh, on-aards geworden?' vroeg ik.

Jacob grinnikte en zei: 'Je kan ons Lomaksjagers of Lomakskrijgers noemen, maar ook 'de verdedigers.' Origineel zeg, dacht ik.

'Ok, hoe zijn jullie dan verdedigers geworden?'

'We zijn zo geboren, het is ons lot. Onze ouders waren het, onze voorouders en meestal nog 2 generaties daarvoor ook. Geboren en getogen in deze wereld', zei Zeke plechtig.

'Waar hebben jullie dan...', begon ik. Maar ik werd onderbroken door de bel. Het eerste lesuur was voorbij.

Ik vloekte, want ik wist dat ik nu naar binnen zou moeten gaan. Waarschijnlijk kreeg ik een kruisverhoor van waar ik was geweest en een nota in de agenda. Bovendien moet ik nu naar een inhaalles én moet ik die toets vanmiddag nog maken. Maar achteraf gezien is het dat waard. Ik ben zoveel meer te weten gekomen.

'Ik moet naar binnen. Ik heb al veel te veel gemist, maar ontzettend bedankt. Ik moet wel meedelen dat ik nog veel meer vragen heb, dus, wanneer zie ik jullie weer?' vroeg ik, in de hoop dat ze zouden zeggen dat ze zouden komen wanneer ik maar wou en dat al mijn vragen beantwoord zouden worden.

'Wel, we zijn momenteel nog even in deze omgeving, dus er

zijn waarschijnlijk nog wel momenten dat we je nog eens uit de les komen halen', zei Zeke.

Blijkbaar keek ik heel opgelucht, want Jacob en Zeke begonnen te lachen, en zelfs bij Cole kon er een glimlachje

af.

Wat zijn ze toch knap..., mijmerde ik.

Ik schudde mezelf wakker uit mijn dagdroom en zei: 'Ok, tot later dan?'

'Ja, tot later', zei Cole, en hij kwam al naar me toe om een hand of een knuffel of een afscheidskus te geven. Mijn hart begon wat harder te bonzen, maar ik zal nooit weten wat hij wou doen, want op dat moment ging de deur open van de school en kwam mijn vriendin naar buiten.

'Ellen? Wat doe je daar? En waarom moest je weg en ben je zo lang weggeweest?'

Verschrikt keek ik naar de jongens, wat zou er gebeuren als ze me met 3 meerderjarigen ziet staan na een hele les afwezig geweest te zijn? Hoe legde ik dat ooit uit?

Maar geen zorgen hoor, ze waren verdwenen als sneeuw voor de zon.

Ik slikte een kreun van ergernis in, maar ik toverde een glimlach op mijn gezicht en grapte: 'Ik zocht naar een mogelijkheid om te gaan spijbelen, maar bedacht me dat mijn spullen nog binnen lagen, dus dat is geen goed idee.'

Ze lachte niet. 'Alles ok?'

Ah nee, nu werd het moeilijk. Hoe kan ik nu liegen tegen haar als ze ziet dat er iets mis is? En even overwoog ik te zeggen dat het niet ging, maar die woorden slikte ik even snel in als ze waren gekomen. Ze zou me niet geloven, me gek verklaren en zeggen dat ik moest stoppen met fantaseren over jongens.

'Ja hoor, kom, we gaan naar binnen. We hebben nu PO zeker?' vroeg ik.

Ze keek me even argwanend aan, maar besefte waarschijnlijk dat er niet veel meer zinnigs zou uitkomen. Dus zei ze terwijl ze de deur voor me openhield: 'Klopt. Heb je je tekening afgemaakt?'

Ik keek nog even om. En poef! Daar stonden ze weer. Ze zwaaiden al grijnzend naar me en mimeden: 'Veel plezier bij PO'

Ik rolde met mijn ogen. Zij waren tenminste vrij...

'Ellen?' vroeg ze.

'Ja... ja ik heb hem gemaakt. Jij?'

Maak Het Af (Voltooid)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu