❤6❤

812 60 15
                                    


Ik liep samen met de Wemels en Harry over het station. 'Fred en George, jullie eerst' zei Molly. Ze renden door het hek gevolgd door Percy en daarna Ginny, Molly en Arthur.

Harry begon met rennen, Ron deed hetzelfde. Ik wou ze achterna rennen maar het maar stopte toen ik heel zacht een plop geluidje hoorde. Harry en Ron renden door en botsten tegen het hek op. 'Mijn god! Harry! Ron! Gaat het?' vroeg ik bezorgd terwijl ik Ron omhoog hielp. De conducteur kwam aan lopen. 'Waar denken jullie mee bezig te zijn?' vroeg hij. 'Ik kon het karretje even niet meer houden' zei Harry.

Hij stond op en voelde de muur. 'Dicht' zei hij verbaasd. Ron keek angstig. 'Maar als wij niet naar binnen kunnen, kunnen mam en pap ook niet naar buiten' zei hij. We keken op de klok. 'We hebben de trein gemist' zei Ron spijtig. 'We wachten wel bij de auto. Ga ik toch niet naar Zweinstein' zei Harry.

Ik keek hun grijnzend aan. 'De auto' zei ik. Ze begonnen te grijnzen en we renden terug naar de auto.

Ik ging zitten achter het stuur, Harry ging naast me zitten en Ron achterin.

Ik steeg op en drukte snel het onzichtbaarheidknopje in. Ik begon te gassen. Hoog in de lucht werden we weer zichtbaar. 'Hij is kaduuk' zei ik terwijl ik op het knopje bleef drukken. Ik zuchtte en daalde wat. 'Alleen de trein nog vinden' zei Harry. Ik knikte. 'Kijk- de rails!' riep Ron. Ik keek naar beneden en zag de rails van de trein.

Ik daalde en ging net boven de rails vliegen. 'We zouden de trein zou moeten vinden' zei Ron. Op dat moment hoorde ik iets. Ik steeg als een gek op en ging van de rails af.

'Waar was dat goed- oh!' riep Harry. Hij had de trein gezien die ik gehoord had. Ik vloog weer omhoog en haalde opgelucht adem. 'Dat was- wow' zei Ron. Ik grinnikte. 'Nu hoeven we alleen nog maar bang te zijn voor vliegtuigen' zei ik met een grijns. Ron begon te lachen en even later lagen we in een deuk.

Na uren vliegen/rijden zei Ron: 'We moeten er bijna zijn'. Ik knikt en daalde. 'Daar!' riep Harry terwijl hij wees naar het kasteel, ik glimlachte en boog af.

Ik zag een open plek waar ik perfect kon landen. Ik probeerde langzamer te gaan, maar het lukte niet. Ik duwde zo hard op de rem dat hij kapot ging.

We vlogen recht af op een boom. Ik herkende de boom, de Beukwilg.

Ik duwde Harry uit de auto en even later Ron ook. Ik sprong uit de auto en gilde 'ARESTO MOMENTUM!'.

We kwamen goed neer en moesten kijken hoe de auto werd geplet door de Beukwilg. Op een gegeven moment viel de auto uit de boom en dropte hij onze spullen. Ron wou instappen maar de auto reed al weg. 'Pa vermoord me' kreunde hij. 'Dat had de boom al gedaan als Lili je niet had weg geduwd' zei Harry beduusd.

We liepen de school binnen. We dropten onze spullen en renden de trap op. Daar stond Vilder, ons kwaadaardig grijnzend aan te kijken. 'Kijk maar eens goed jongens, dit zou jullie laatste dag in het kasteel kunnen zijn' zei hij. Ik slikte hoorbaar. Ik hoorde hoe de hartslag van Ron versnelde. 'Wees niet zo bang, je hart slaat echt snel' siste ik zijn kant op. Hij keek me vreemd aan. 'Mijn gehoor is veel verbeterd' zei ik schouderophalend.

Vilder bracht ons naar een kantoor, waar Sneep zat.

Univers hates me.

'Jullie zijn gezien' siste hij. 'Door maar liefst 7 Dreuzels!'.

Ik slikte.

'Een vliegende auto!' schreeuwde hij krankzinnig. 'Jouw vader werkt toch op de Afdeling Misbruikpreventie van Dreuzelvoorwerpen werkte Wemel?' snauwde hij. Ron slikte. 'Z'n bloedeigen zoon' zei Sneep minachtend.

'Professor, Ron was het niet, Harry ook niet, ik betoverde de auto, het hek zat dicht en we wouden naar Zweinstein, ik kreeg een idee, alleen beheers ik het niet zo goed want de onzichtbaarheidsfunctie werkte niet, net zoals de rem' zei ik schuldig. 'Ah, Smith, ik had het moeten weten. Altijd denken dat ze alles kan. Je hebt nog strafwerk' zei hij. Ik glimlachte zwak. 'Mijn beste professor, helaas voor u ben ik ingelicht door professor Perkamentus dat ik kwijtgescholden ben van het strafwerk' zei ik. Hij gromde.

'Als jullie op mijn afdeling hadden gezeten had ik jullie persoonlijk van school gestuurd!' snauwde hij. 'Maar helaas-' '-zitten ze dat niet' vulde Perkamentus hem aan. Ik keek om en zag Perkamentus en professor Anderling.

Univers safed me.

Sneep keek me boos aan. Waarschijnlijk dacht ik de zin iets te hard en had hij het gehoord/gezien/geroken. Daarna leek hij vrolijker dan ooit tevoren.

Anderlings lippen waren vreselijk dun. 'Waarom hebben jullie het gedaan?' vroeg ze. Ik begon alles uit te leggen, maar met mijn draai aan het verhaal, dat ik de auto had betoverd.

Ze knikte koel. 'Jullie hadden toch ook een uil kunnen sturen? Volgens mij heb jij er een toch meneer Potter?' vroeg ze. We stonden even met onze mond vol tanden. Daarna gaf ik mezelf een mentale facepalm.

'Ugh, ik kan een auto betoveren en denk niet aan een uil? En Harry had hem gewoon bij hem' mompelde ik, Perkamentus glimlachte.

'Helemaal niet aan gedacht' zei Ron. 'Dat' zei Anderling. 'Is duidelijk'.

'We pakken onze spullen wel' zei Harry. 'Waar heb je het over Potter?' vroeg Anderling. 'We worden toch van school gestuurd?' vroeg Ron, ik begon licht te glimlachen.

We werden niet van school gestuurd.

'Niet vandaag, maar jullie moeten weten dat jullie een ernstig vergrijp zijn begaan, als jullie nog iets uithalen zullen jullie van school worden gestuurd' zei Perkamentus, met een blik op mij. Ik kreunde zacht, dat betekende dat ik geen grappen meer kon uithalen.

Sneep keek alsof zijn verjaardag ineens was afgelast. Hij gromde en liep weg, gevolgd door Perkamentus. 'Professor, mogen we naar de Grote Zaal? Mijn zusje word gesorteerd' begon Ron. 'De Sorteerceremonie is afgelopen, je zus zit bij Griffoendor, over Griffoendor gesproken-' '-u kunt geen punten aftrekken professor, het voorgeval met de auto was vóór het schooljaar' probeerde ik. Ze keek me geamuseerd (met een glimlachje) aan. 'Daar heeft u gelijk mevrouw Smith, wel krijgt u straf. Jullie eten hier' zei ze.

Ze toverde wat eten en liep weg. We begonnen te eten.

Even later liepen we naar het portret. 'Wachtwoord' zei ze.

Toen kwamen we tot het schokkende besef dat we die niet wisten. Maar er kwam snel hulp. Hermelien kwam aangerend. 'Waar waren jullie? Het gerucht ging-' begon ze. Ik kapte haar af. 'Wat is het wachtwoord?' vroeg ik. Ze zuchtte. 'Het wachtwoord is "Knorhaan", maar daar gaat het niet om!'. Ze begon te praten maar ik negeerde het, ik zei het wachtwoord en liep naar binnen.

Daar kwamen Fred en George en Leo grijnzend naar me toe. Ze gaven me een high-five. 'Beste entree ooit! Daar word over 10 jaar nog over gesproken!' zei Leo. Ik werd door veel mensen op de rug geklopt. Bij Harry en Ron gebeurde hetzelfde. 'Ik ga naar bed' zei ik, ik had net een glimp van Percy opgevangen.

Ik sprintte naar de kamer en liet mezelf in bed vallen. Ik negeerde het klagelijke gepreek van Hermelien en viel in slaap.


Cursed 2 {Dutch} [HP Fanfiction]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu