❤22❤

768 62 9
                                    


Ik liep achter Marten aan, mijn oog viel op het dagboek dat hij vast had. Ik had ook meer het gevoel dat ik van de vloek af was.

Het zou nog eens kunnen lukken.

Ik maakte een band waar ik het zwaard van Griffoendor aan vast maakte.

Ook maakte ik een boog en magische pijlen die nooit doel missen.

Hoe maakte ik die?

Met mijn über spastische krachten.

'Lilian, mee komen,' zei Marten ongeduldig. Ik rende achter hem aan, maar dat puur omdat ik geen argwaan wou wekken.

Ik had een plan. Eentje die ik maar niks vond, maar anders kon het nog eens slecht aflopen.

Marten en de Basilisk gleden voorop. Ze verdwenen. 'Lilian?' vroeg iemand. Ik keek om en zag Ron staan, met Gladianus. 'Wat doet hij hier nou? Never mind, ik moet gaan. Harry is daar binnen. Ginny ook, ik kon er niks aan doen. Sorry.'

Ik rende weg, boven stond Marten ongeduldig te wachten.

'Waarom duurde het zo lang?' vroeg hij. Ik zuchtte. 'Ik kwam Ron tegen, en professor Smalhart. Maar die is zijn geheugen kwijt,' zei ik. Hij knikte twijfelend. 'Kijk waar iedereen is,' beval Marten.

Ik kon het tegen houden, dat voelde ik. Maar ik deed het niet. Ik keek met mijn röntgen ogen en zag iedereen in de Grote Zaal zitten, en Perkamentus was er weer. 'Ze zijn in de Grote Zaal, Perkamentus is weer terug,' zei ik. Hij gromde.

'We gaan,' zei hij. 'Ga hem achterna,' siste ik naar de slang. Die gehoorzaamde en gleed achter Marten aan. Ik volgde hen op een drafje. 'Schiet op Lilian,' zei Marten. Ik rolde met mijn ogen. 'Ik sta anders naast je hoor,' zei ik. Hij haalde diep adem. 'Zenuwachtig?' vroeg ik spottend.

Als er iemand zenuwachtig mocht zijn was ik het, iedereen kende me en zou me zien. Ze zouden me zien als het "slechte hulpje van Jeweetwel".

Daar had ik nou niet echt zin in.

Marten kreeg een vertrouwde blik in zijn ogen. 'Zweinstein was je thuis hmm?' vroeg ik. Marten knikte. 'Ik hield ervan,' zei hij. 'Maar andere gun je dat niet?' vroeg ik. Hij keek me aan. 'Jawel,' zei hij. Ik rolde met mijn ogen. 'En toch is Jenny nu dood,' zei ik. Hij zuchtte. 'Modderbloedjes verdienen het inderdaad niet, met die vieze Dreuzel ouders.'

Ik zuchtte en ging er niet op in.

We liepen door de gangen, bij elke stap werd ik zenuwachtiger. Ik kon toen vluchten, dat wist ik. Maar dat was laf.

We stonden voor de deur van de Grote Zaal. De knoop in mijn maag was zo groot dat ik dacht dat ik elk moment kon neervallen van de zenuwen. 'Jij blijft hier' siste Marten naar de Basilisk, die knikte en stopte met voort bewegen.

Marten zuchtte en gooide de deuren open.

Ik zweerde het, ik voelde mijn hele lichaam niet meer. Voor het effect liet ik tranen over mijn wangen stromen. Zo leek het meer dat ik echt niet wou dat ik onder de verdomde vloek was.

Iedereen keek naar ons, voor het effect keek ik nog even naar beneden.

Wel zag ik Perkamentus bleek worden. 'Je hebt hier niks meer te zoeken Vilijn!' zei hij kalm.

Marten grijnsde. 'O maar Perkamentus, dat heb ik dus wel,' zei hij. Iedereen keek verbaasd naar Marten en daarna na mij. Ik dwong mezelf om hatelijk naar Marten te kijken. 'Stomme idioot,' mompelde ik.

'Wie ben jij?!' zei Percy waardig. Marten grijnsde zijn witte tanden bloot.

'Dat je niet weet wie ik ben doet geen pijn hoor, noem me maar heer Voldemort,' zei hij.

Cursed 2 {Dutch} [HP Fanfiction]Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu