-19-

121 5 3
                                    

[Miral] 

Met pijn in mijn gezicht word ik wakker. Ik kijk om me heen, maar ik weet niet waar ik ben. Ik probeer terug te denken aan gisteravond, maar alles lijkt een blur. Ik probeer rechtop te gaan zitten en meteen gaat er een steek door mijn hoofd. Ik laat me terug in het kussen vallen.

'Daar zou ik voorzichtig mee zijn.' Ik schrik van de stem die plots vanuit de deuropening komt. 

'Liam.' breng ik uit 

'Wat doe jij hier? Wat doe ik hier? Waar ben ik?' Verbaast kijkt hij me aan. 

'Je weet niet waar je bent?' Ik schud mijn hoofd, wat geen goed idee was, een nieuwe steek trekt er doorheen. 

'Je bent in het ziekenhuis nadat Lisanne je in elkaar geslagen heeft.' En dan beginnen beelden terug in mijn hoofd te schieten. Ze heeft dingen gezegd die niet waar kunnen zijn. Dat kan gewoon niet.

'Ik ben hier om jou en Austin op te zoeken.' Mijn hart gaat sneller slaan en ik begin spontaan te zweten.

'Austin is hier ook?' Liam knikt en kijkt naar beneden. 

'Hoe erg is het, laat me zien waar hij is, ik moet naar hem toe!' 

'Rustig Miral.' Liam komt naar me toe en pakt me hand vast, meteen overvalt me een rust. 

'Austin is gestoken met een mes. En dat mes was niet voor hem bedoelt.' 

'Maar voor mij,' concludeer ik. Ik kijk naar Liam en ik zie hem spijtig knikken.

'Dan is het dus mijn schuld.' Meteen schud Liam zijn hoofd. 

'Denk dat nooit! Als wij eerder ingegrepen hadden, waren jullie hier beiden niet geweest.' Ik wil nog wat zeggen, maar ik houd mijn mond. 

'Ik wil naar Austin.' Liam knikt

'Laat me dat overleggen met een zuster.' en hij verdwijnt de gang in. Een paar minuten komt hij terug met een zuster. 

'goedemorgen Miral. Je hebt een paar rake klappen opgevangen, maar niks ernstig. Je hebt een hersenschudding, en dat is de reden dat je nog een dagje moet blijven. Morgen ochtend mag je naar huis.' Ik knik en de zuster wil weglopen.

'Mag ik Austin zien?' eerst kijkt ze me vragend aan, maar dan begrijpt ze het. 

'Als de jonge man hier naast je je brengt en terug brengt vind ik het prima. Niet te lang, want je moet rusten.' En dan verlaat ze mijn kamer. 

'Oké ik haal een rolstoel en dan kunnen we gaan.' Ik wil zeggen dat het niet nodig is, maar wanneer ik een voet op de grond zet, begint mijn been te trillen. 

'Goed idee.' Liam is een tijdje weg, maar komt dan terug met een rolstoel. 

'Let's go.' Liam rijdt met me weg en we moeten de lift in om op de verdieping van Austin te komen. 

Daar aangekomen wordt ik zenuwachtig. We kloppen op de deur en stappen dan naar binnen. Een dokter staat bij hem, maar wenkt dat we verder mogen komen. 

'Jullie zijn vrienden?' we knikken

'Dit is zijn vriendin,' zegt Liam

'Oké dan mag ik jullie dit wel vertellen. Meneer Willemsen heeft een nare steekwond opgelopen. Hij is net nog even bij geweest, dus ik denk dat hij nu voor een aantal uren blijft slapen, maar dat is een goed teken, want dan herstelt zijn lichaam sneller. Hij mag van geluk spreken, dat er niks fataals is geraakt. Hij heeft wat bloed verloren, maar de ambulance was er vroeg bij dus is het meeste tegen gehouden. Hij moet in het ziekenhuis blijven ter observatie, maar ik alles komt goed.' Opgelucht haal ik adem. 

'Bedankt dokter,' zegt Liam en schudt de hand van de man. Hij draait zich om verlaat de kamer. Liam rolt mijn stoel naast het bed van Austin en ik pak zijn hand vast. Er lopen verschillende draadjes in zijn arm, en er staat een hartmonitor. Ik weet dat het goed is dat het piept, maar dat geluid oh wat heb ik er een hekel aan. Liam is stil voor zijn doen. Hij kijkt naar Austin en wanneer hij voelt dat ik naar hem kijk, kijkt hij mij aan. 

'Het komt wel goed,' zegt hij en veegt een traan van mijn wang, ik had niet eens door dat ik huilde. Nu ik weet dat ik huil kan ik ook niet meer stoppen. Ik leg mijn hoofd naast die van Austin en fluister wat in zijn oor.

'Austin het spijt me zo.' Ik geef hem een kus op zijn wang.

'Breng me terug.' beveel ik Liam. Ik weet dat ik hem niet zo moet behandelen, maar ik heb het op dit moment gehad met alles. 

Wanneer ik terug in mijn bed lig komt Emm binnen. ze vliegt me in de armen en ik laat haar niet meer los. 

'het spijt me zo erg voor je. Als ik Lisanne tegenkom ga ik haar zo vermoorden.' Haar ogen staan duivels en als ik nu niet over een ander onderwerp begin, doet ze het nog echt ook.

'Nee Emm dat doe je niet!' ik kijk haar streng aan en haar blik verzacht. 

'Miraltje toch het zit je ook nooit mee.' En ze geeft me een nieuwe knuffel. 

'Ik heb gehoord wat Lisanne over je zei, wil je dat ik onderzoek doe, of wil je dat samen doen, of alleen?' Eerlijk over die vragen heb ik nog niet nagedacht. 

'Lief van je aangeboden Emm, maar ik denk dat ik dat zelf moet doen. Als ik ergens hulp bij nodig heb dan laat ik het je weten.' Emm knikt. Emm is zo'n lieve meid en echt mijn beste vriendin, ze snapt je meteen, ook al gebruik je geen woorden ze begrijpt je gewoon. Dat kun je van andere mensen niet zeggen. Ook accepteert ze me hoe ik ben, iets wat heel veel anderen op onze school niet doen. 

'Maar ik ga bij Austin kijken als je het niet erg vind?' 

'Nee, nee natuurlijk niet, ga bij hem kijken. Hij is je broer.' En toen was mijn kamer leeg. Ik sluit mijn ogen en val in een droomloze slaap.


Sorry voor dit korte hoofdstuk. Maar hé raad eens ik heb een hekel aan ziekenhuizen en dit stuk schrijven was verschrikkelijk. Maar goed gelukkig mogen ze beiden er snel uit en kan ik weer over thuis schrijven Woehoe. 

xxx

She means nothing to me {Dutch}Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu