005 - Abby.

438 16 1
                                    

Abby.

Als de teams gemaakt zijn, loop ik met mijn team naar de andere helft van het veld; de helft van mij en mijn team. Ik hoor iemand heel overdreven en diep zuchten en ik kijk de jongen aan, fronsend.  ''Waarom heb je mij nou gekozen?'' hoor ik hem zeggen, waarna ik zijn blik volg naar het andere team. Even laat ik mijn blik rusten op Tim en grinnik even bij de gedachte aan zijn gezicht toen ik mijn hand op stook; dat had 'ie natuurlijk nooit verwacht. Ik bedoel; ik ben net nieuw en gelijk wil ik al een team samenstellen? Waarschijnlijk denkt hij nu dat ze dit met gemak gaan winnen en zullen ze het rustig aan doen, wat een voordeel is voor ons. Even rol ik met mijn ogen en kijk dan weer langzaam naar de jongen. ''Niet alles gaat om winnen en verliezen...'' zeg ik dan maar. ''Dan nog; meiden kunnen niet spelen.'' Even spleet ik mijn ogen en kijk hem aan. ''Dat zullen we nog wel zien.'' Ik zie hem fronzen. Voor even grijns ik weer, waarna ik naar Sam kijk, die ook grijnst. Natuurlijk had ik haar gekozen voor mijn team. Ik bedoel; ze is mijn beste vriendin. Ik laat haar heus niet weer vallen, zoals ik deed toen ik hier weg moest. Gelukkig begreep ze dat wel. Ik geef haar een knikje en roep mijn team dan bijéén om te overleggen. Gelukkig weet ik nog wel hoe de meeste spelen. Niet iedereen, want ik ken niet iedereen, ik bedoel; er zijn ook nieuwe mensen bijgekomen in die paar jaar. Maar van de meeste weet ik gelukkig nog wel hoe ze spelen en kan ik hen een positie aanwijzen. Nu maar hopen dat ik het goed doe en het me nog goed herinner...

Ik zucht diep als een jongen klaagt over zijn positie, die ik hem gaf en laat mijn blik glijden naar de klok. "Ik doe het beter als aanvaller." hoor ik hem zeggen, waarna ik even naar mijn huidige aanvallers kijk. Ik ken ze nog, van drie jaar geleden en weet nog precies dat ze het beste zijn in de aanval-positie. Kort kijk ik op als we al beginnen. Oké, tijd om na te denken heb ik niet. Ik moet nu beslissen. "Er is geen tijd meer om te ruilen." zeg ik en grijns klein als iemand uit mijn team de bal eerder heeft dan onze tegenstanders. Ik hoor de jongen nog iets mompelen, maar ik negeer hem. Hier heb ik geen tijd voor en ik heb toch geen idee hoe hij speelt. Ik ken hem niet eens...

Even zucht ik als ik zie dat Tim de bal af weet te pakken, waarna ik even grijns. "Meisjes kunnen niet basketballen, huh?" zeg ik dan en kijk kort even naar de jongen, die daar eerder wat over zei. "Let maar eens op.." voeg ik er nog aan toe, waarna ik Tim achterna ren en hem niet veel later blokkeer. Even slik ik. Sta ik nou serieus zo dicht bij hem? Dit voelt slecht; echt, heel slecht. Ik wend mijn blik van hem af en kijk alleen maar naar de bal die ik probeer af te pakken. Nee, zijn basketbal skills zijn er niet slechter op geworden. Maar dat wil niet zeggen dat ik wel slechter ben geworden, ook al wist Tim toen niet eens dat ik basketbalde. Ik deed ook maar zelden mee tijdens gym en als ik mee deed speelde ik slecht en deed ik niet eens mijn best, ook al kon ik het wel en was ik gek op basketbal en gym. Nu nog steeds natuurlijk, maar toen was het meer een geheim voor me. Ik was bang voor hem; bang dat 'ie me op alle manieren die hij kon bedenken zou martelen tijdens deze les. Het was perfect om mij iets aan te kunnen doen en het 'per ongeluk' te laten lijken. Hij zou de bal naar mijn hoofd kunnen gooien en geloof me; die bal is hard. Hij zou dat soort dingen kunnen doen en hij kon er nog mee weg komen ook. Hij kon overal altijd mee wegkomen, maar nu ben ik weer terug en zo te zien heeft hij geen idee wie ik ben en ik hoop dat hij daar ook niet achter komt. Wat als alles dan weer van voor af aan begint? Ja, ik ben nog steeds wel bang voor hem, ook al denkt hij dat hij me nog nooit eerder ontmoet heb. In deze 'vermomming' voel ik me veiliger. Veiliger dan drie jaar geleden toen hij me nog herkende en me altijd stond op te wachten en achterna zat in de gangen van de school.

Nog steeds heb ik mijn ogen op de bal gericht en zucht even als hij deze laat vallen. Waarom? Is hij zo diep aan het nadenken?

Nadenken...

Denkt 'ie aan mij? Wat als hij me herkent? Oké, nee; dit is slecht. Hij mag me niet herkennen. Straks begint alles weer van van voor af aan. Het gepest, het geren door de gangen, alles...

Ik durf hem niet aan te kijken, maar toch zorgt iets ervoor dat ik heel langzaam omhoog kijk. In zijn ogen.

Die ogen...

Die zal ik mijn hele leven niet meer vergeten. Die angstaanjagende ogen, die iedereen met een blik al bang voor hem kunnen laten worden. Die ogen, die ervoor zorgden dat ik bang voor hem werd. Nee, ik zal ze nooit vergeten. Ik zal nooit vergeten hoe vaak ik in zijn ogen keek en hem smeekte op te houden. Ik zal nooit vergeten hoe ik mezelf elke avond in slaap heb gehuild door hem. Alleen maar doordat hij me elke dag wel wist te raken. Elke dag weer. Er ging geen dag voorbij zonder gepest.

Als ik weer aan vroeger denk, aan drie jaar geleden toen ik werd gepest en getreiterd, maakt dat me boos. Nee, woedend. Ik ben niet eens verdrietig meer dat hij me dat heeft aangedaan. Ook nu giert de woeden door mijn lichaam, ook al is dat van de buitenkant waarschijnlijk niet eens te merken. Ik wil het ook niet laten merken dat ik boos op hem ben. Hij heeft geen flauw benul van wie ik ben en dan ben ik boos op hem.

Kort kijk ik naar de bal op de grond en het dringt nu pas tot me door dat we nog in het spel zitten. Waar ben ik mee bezig? Ik moet minder nadenken en meer spelen. Meiden kunnen wel basketballen, weet je nog? In mijn ooghoeken zie ik iemand aankomen rennen, waarna deze persoon de bal pakt en weg rent. Ik grijns klein als ik zie dat het Sam is en dus een speler uit mijn team, die richting het net van de tegenstander rent.

Ik kijk dan weer naar Tim als hij wat zegt. "Hoe weet je mijn naam?" Even slik ik om zijn woorden en heb geen idee wat ik moet zeggen. Natuurlijk schrok ik om wat hij vroeg, ook al was het te verwachten dat hij het zou gaan vragen. Waarom moest ik dan ook zijn naam zeggen? Ik ben nieuw; ik kan zijn naam helemaal niet weten! "Directeur.." Zeg ik, na snel na te denken en blijf hem even aankijken. Even bijt ik op mijn lip. De directeur mag dat volgens mij niet eens doen. Goeie leugen, Abby... Op dit moment kan ik mezelf wel vervloeken. Ik moet echt iets gaan doen aan mijn leugens, wil ik voorkomen dat hij achter de waarheid komt.

Langzaam loop ik dan weer naar voren en merk nog net dat er een bal naar mij wordt toe gegooid, waarna ik deze nog net op tijd kan vangen. Snel, maar met mijn gedachte nog steeds bij Tim, dribbel ik naar het net toe, waarna ik de bal door het net heen gooi. Ik hoor mensen juichen, waarschijnlijk mijn team, maar mijn gedachtes zijn ergens ander. Ja, namelijk nog steeds bij Tim. Waarom blijf ik eigenlijk aan hem denken? Hij zorgde ervoor dat school voor mij een Hel werd. Hij zorgde voor dat onveilige gevoel. Ik moet hem gewoon van me afschudden en hem vergeten.

Vergeten...

Dat heb ik de afgelopen jaren geprobeerd, maar nu ik weer terug ben zal dat moeilijker gaan. Ik kan hem nooit vergeten en zoals ik al eerder zei: Ik zal nooit kunnen vergeten wat er gebeurd is, drie jaar geleden.

____________________________________

Vote / Comment / Subscribe? :)

Tips en verbeteringen zijn altijd welkom :)

Gered door de bel.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu