020 - Tim

214 12 0
                                    

Tim.

Met een glimlach op mijn gezicht en gesloten ogen voel ik hoe een warm briesje van de wind door mijn haren gaat. Ondanks dat er een windje staat is het heerlijk warm, en gelukkig maar want anders liep ik nu niet over het strand. Langzaam open ik mijn ogen weer en kijk uit over het drukbezette strand. Eigenlijk is het wel logisch dat het druk is. Ik bedoel; het is warm weer. Even draai ik me om om naar de mooie heldere zee te kijken en op dit moment zou ik het niet erg vinden om daar een duik in te nemen, of naja; een duik? Gewoon erin springen lijkt al voldoende. Om een beetje af te koelen.

Ergens in de verte hoor ik een bekende meidenstem Marks naam roepen, maar het herkennen van de stem gaat me niet echt goed af, of ik kijk gewoon liever naar de zee dan dat ik wil weten wie ons roept. Het duurt even voordat ik echter wel door heb wie de eigenaar van deze stem is en voordat ik me om kan draaien trekt mijn beste vriend me al mee. Na een paar meter trek ik me al van hem los. Waar is hij mee bezig? Toch loop ik maar achter hem aan en sta even stil als ik Sam zie, maar dat niet alleen... Abby is er ook. Ik begin steeds meer het gevoel te krijgen dat dit expres is gedaan en dat Mark en Sam hier expres hebben afgesproken. Waarom? Wat is hun plan?

Na even stil gestaan te hebben loop ik toch maar langzaam hen kant op en gun beide meisjes even een korte blik. Niet te opvallend natuurlijk. Ik hoor Mark en Sam in gesprek gaan over dingen die mij niet interesseren en waar ik niks vanaf wil weten en weer vraag ik me af of dit bij hun plan hoort.

Plan...

Wat is hun plan eigenlijk? Zorgen dat ik en Abby praten? Waarover dan? Vast niet over het weer of wel? Ze kan zelf ook wel zien dat dat mooi is. Een zucht rolt over mijn lippen en nu pas krijg ik door dat ik aan het staren ben en van alles waar ik naar kan staren, kijk ik nu naar Abby. Serieus? Ik kon naar de zee staren, naar het strand, naar elk ander meisje dat hier rond loopt, maar juist staar ik naar haar. Wat moet ze wel niet van me denken? Dat ik één of andere creep ben? Ik weet niet wat ik nu moet doen? Gewoon wegkijken alsof ik het zelf niet door heb lijkt me de beste optie, dus ga ik daarvoor. Langzaam en zo onopvallend mogelijk zoek ik een ander punt waar ik naar kan kijken en ik eindig bij een paar kindjes die een zandkasteel aan het bouwen zijn.

Een tijdje blijf ik zo kijken, nadenkend en waarschijnlijk ziet dit er, voor mensen die mij niet kennen, er heel raar uit, maar zoals gewoonlijk trek ik me daar niks van aan. Wat kan mij het schelen wat anderen denken?

Ja, wat kan mij het schelen wat anderen denken? Waarom kan het mij dan toch steeds zoveel schelen wat Abby over me denkt? Waarom bleef ik haar net niet gewoon aanstaren alsof het me niks kon schelen? Maar waarom staarde ik überhaupt? Ugh, dit is ingewikkeld.

Pas, als ik Mark iets hoor zeggen richt ik mijn aandacht weer op hen en kijk mijn vriend aan. "Sam, ga je even mee wat drinken halen?" Met een verbaasde en vragende blik op mijn gezicht blijf ik hem aankijken. Wat? Waarom gaat hij nou uitgerekend met haar weg? Had mij meegenomen of van mijn part Abby. Waarom vind ik het zo erg om met Abby achter te blijven? Ik weet dat ik het ergens eigenlijk helemaal niet erg vind. Op dit moment lijkt het wel alsof er gemixte emoties door me heen gaan. "Willen jullie ook wat?" hoor ik Mark nog zeggen, waarna ik even kort knik. "Doe maar wat," zeg ik, aangezien het toch niet uitmaakt wat ik zeg. Ik verwacht dat hij er expres lang over gaat doen om terug te komen. Hem kennende. En misschien komt hij wel niet meer terug.

Opnieuw laat ik een zucht over mijn lippen rollen en ga naast Abby in het zand zitten als Mark en Sam beide eenmaal weg zijn. Ik heb geen idee wat ik moet zeggen en zij denk ik ook niet, aangezien zij ook niet het initiatief neemt om een gesprek te starten. Er hangt een ongemakkelijke stilte en ik staar al minuten lang naar de zee. Iemand zal de stilte ooit eens moeten verbreken en op dit moment heb ik het gevoel dat ik dat moet doen. Misschien moet ik maar gewoon iets zeggen, zodat er in ieder geval iets van komt. De hele tijd alleen maar stil zitten en niks doen zal waarschijnlijk alleen maar ongemakkelijk zijn. Ik neem even diep adem voordat ik de moed heb gevonden iets tegen haar te zeggen. Geen idee waarom ik daar moed voor moest vinden, zij is heus niet het enige meisje waar ik mee heb gepraat hoor.

Enige meisje...

Wat? Vind ik haar leuk ofzo?

Nee, dat kan niet. Ik ken haar pas een paar dagen en ik heb het gevoel dat ze mij niet echt mag. Ik heb haar een keer gezoend, maar dat was niks toch? Niet omdat ik haar leuk vind. Nee, toch? Ik heb wel het gevoel dat ik haar heb bang gemaakt door die zoen. Hoe kon ik ook zo stom zijn om haar te zoenen, en waarom deed ik dat? Ik weet dat ik vast geen antwoord krijg als ik er alleen maar over na blijf denken eh?

Oké, op dit moment kijk ik nog steeds naar de zee. En ik dacht nog wel dat ik de moed had gevonden om iets tegen haar te zeggen. Gewoon iets om een gesprek te beginnen. Waarom is dat zo moeilijk? Opnieuw neem ik even diep adem en sluit voor heel even mijn ogen, voordat ik ze weer open en zag wat ik wilde zeggen.

"Zin om te zwemmen?"

--

Fijne meivakantie! :)

Gered door de bel.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu