015 - Abby.

334 12 5
                                    

Abby.

Breed frons ik als ik zijn lippen voel en kan eerst nog niet begrijpen wat er gebeurd en waarom. Ik zou me willen terug trekken, maar iets houd me tegen. Wat? Dat weet ik niet, maar wat ik wel weet is dat ik hem niet leuk vind en hem niet eens wil zoenen. Ik wil niet eens wat met hem te maken hebben, maar waarschijnlijk is het daar nu al te laat voor. Waarschijnlijk was het daar al te laat voor toen ik besloot terug te komen op die school. Niet dat dat mijn idee was, maar oké. Uiteindelijk trek ik me dan toch terug. "Doe dat nooit meer." zeg ik dan en ga dan weer gewoon zitten, waarna ik kort in mijn ogen wrijf. Zachtjes zucht ik en staar dan wat voor me uit. Ik kijk hem niet aan en er spoken allerlei vragen door mijn hoofd. Vragen waar ik geen antwoord op weet. Ik weet wel dat ik hier zo snel mogelijk weg wil en hem niet meer wil zien, wat moeilijk zou gaan, aangezien we naar dezelfde school gaan. Even slik ik en kijk hem dan toch maar even aan. "Waarom deed je dat?" vraag ik dan. Ik wil gewoon een antwoord weten en ik geloof heus niet dat hij me echt leuk vind. Meisjes zijn voor hem gewoon speeltjes, daar heb ik een paar jaar geleden wel wat van gemerkt, toen ik hier nog op school zat. "Het bewijzen..." is dan toch zijn antwoord en zie een kleine grijns vormen rond zijn lippen. Ik schud even mijn hoofd. "Wel, bewijs het niet nog een keer." zeg ik dan en richt mijn blik op de klok. Het is nog geen vijf uur, maar oké; dat kan me nu niet zoveel schelen. Ik wil hier gewoon niet meer zijn. "Ik ga." mompel ik dan uiteindelijk, waarna ik opsta en zijn huis uit loop.

Eenmaal thuis sla ik de deur achter me dicht en zucht diep, waarna ik nadenken naar de bank toe loop en daar neer plof, waarna ik nog steeds na denk. "Hé, ben je eindelijk weer thuis?" hoor ik een bekende stem zeggen; mijn stiefvader. Ugh, dat is waar ook; hij heeft nog twee dagen vrij.

Yay!

Not.

"Wat wil je?" zeg ik dan geïrriteerd en blijf maar wat voor me uit staren. "Niks, ik vroeg het alleen." hoor ik hem zeggen. Zijn stem komt van de keuken. "Niet vragen." Ik rol even met mijn ogen en pak mijn telefoon dan uit mijn broekzak als ik die voel trillen. Een sms'je van Sam. Ik glimlach even en open het sms'je dan. 'Thuis?' Ik glimlach zwak en beantwoord het sms'je dan met een simpele 'Ja.', waarna ik weer even in mijn ogen wrijf en weer verder nadenk, wat niet voor lang is, aangezien ik dan alweer een sms'je terug krijg van mijn beste vriendin. 'Wil je wat doen?' Even zucht ik en stuur haar zonder er echt goed over na te denken, weer een berichtje terug. 'Geen zin, sorry.' Ik vergrendel mijn telefoon weer en leg die naast me neer op de bank, waarna ik opnieuw diep zucht. Even richt ik mijn blik weer op de klok wat me al snel weer laat nadenken. Aan Tim, natuurlijk. Waarom blijf ik zoveel nadenken en waarom kuste hij me? En waarom kan dit me zoveel schelen?

Je vind hem leuk, Abby...

Al snel schud ik mijn hoofd bij die gedachte, maar ik slik alsnog. Je kunt hem niet leuk vinden, Abby. Hij is degene die je jaren heeft getreiterd, achterna gezeten, gepest. Ik slik kort weer.

Nee...

Ja...

Opnieuw laat ik een diepe zucht ontsnappen. Fijn, nu ga ik zo lang hierover nadenken, doordat ik er hoofdpijn door ga krijgen. Ik moet gewoon ergens anders aandenken, of iets anders doen. Even denk ik na en pak dan toch mijn telefoon maar weer. 'Hé, ik kan wel. Wat wil je doen?' stuur ik dan toch maar weer naar Sam en wacht op een antwoord terug. Hopelijk dat dit me laat stoppen met nadenken, voordat mijn hoofd uit elkaar spat door dankzij de hoofdpijn. Ik open haar sms'je weer als ik die binnen krijg. 'Euh, basketballen, shoppen, stad? I don't know.' Hm, stad lijkt me wel leuk, eigenlijk alles wel... Voor even denk ik na. 'Naar de stad, shoppen en dan basketballen?' stuur ik uiteindelijk weer terug, waarna ik even grinnik. 'Oké, dan kom ik zo wel naar jou, zie je zo.' Ik glimlach zwak. 'Tot zo.'Na dat laatste sms'je stop ik mijn telefoon weer weg en sta op, waarna ik mijn huissleutels van de tafel pak. "Ik ga zo!" roep ik dan en eigenlijk vraag ik mezelf af, waarom ik überhaupt zeg dat ik weg ga, aangezien hij toch wel weer aan mijn kop gaat lopen zeuren. "Waar ga je dit keer nou weer heen?" zie je? Dat bedoel ik dus. "Gaat je niks aan." zeg ik maar en rol even met mijn ogen, waarna al snel de bel gaat. Sams huis is hier dichtbij, dus ja. Een glimlach verschijnt rond mijn lippen, waarna ik naar de deur toe loop en die open. Ik kijk mijn vriendin aan en glimlach naar haar. "Hé." hoor ik haar dan zeggen, waarna ik mijn jasje pak, die aantrek en de deur uitloop. "Let's go." zeg ik, nadat ik de deur achter me heb dichtgedaan en loop dan met haar richting de stad. "Dus, wie moest je bijles geven?" Even slik ik als ze dat vraag en kijk haar dan toch maar even aan. "Tim." antwoord ik wat kortaf en kijk al snel weer voor me uit, terwijl we verder lopen. "Oh..." hoor ik haar dan zeggen, waarna ik mijn schouders ophaal. Waarschijnlijk zou ze nu wel merken dat ik er niet over wil hebben. "Is er iets gebeurd..?" Ik zucht zachtjes. "Sam..." zeg ik dan. "Oké, oké."

Gered door de bel.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu