HOOFDSTUK 35

139 9 6
                                    

Lakisha
(6 mndn)

____________________________________

Een heleboel gedachten raasden door mijn hoofd. Herinneringen. De brand. Hoe ik alles in de rode vuurzee verlos. Hoe mijn leven in een grote klap veranderde.

Ik keek doodstil naar de man die voor mij zat. Ik deed niet eens de moeite om te knipperen. Langzamerhand merkte ik dat mijn gezichtsveld wazig werd. Een snik verliet mijn mond en ik veegde mijn ogen.

"¿Cómo? Ik kan het nog steeds niet geloven... Dat jij hier zit..." Ik barstte in tranen uit.

Het kon niet waar zijn. Het kon niet dat mijn broer hier was, in levende lijfe, maar toch was hij degene die zijn armen om mijn schouders sloeg. Ik begroef mijn gezicht in zijn schouder en huilde al mijn pijn uit. Alles wat ik opgehoopt had liet vrijlopen op de schouders van mijn broer.

Ik had dit nodig. Ik had mijn broer nodig en ik had hem nu hier. Ik verloor hem niet in die brand.

Na een poosje liet Amauri mij los en ging weer tegenover mij zitten. Ik veegde mijn gezicht en neus met de tissue's die op de tafel waren.

"Gaat het?" Vroeg hij en ik kon horen dat zijn accent heel erg dik was. Hij woonde in een spaans sprekend land. Misschien zelfs nog in Colombia.

"Nee." Antwoordde ik eerlijk. "Het gaat niet, maar ik wil even niet over mijn problemen praten. Ik wil over jou praten. Hoe komt het dat je hier voor mij zit?"

Amauri haalde een hand door zijn gits zwarte haar. We hadden dezelfde haarkleur, alleen had ik de mijne bruin gekleurd. Hij had net als ik bruine ogen, maar alleen waren die van mijn donkerder. Ik kon mij herinneren dat ze vroeger helemaal zwart konden worden als hij boos was.

Hij keek een tijdje voor zich uit en toen naar mij. "Toen ik in de brand sprong was ik naar mama en papa gaan zoeken. Eerst kon ik ze niet vinden, maar later zag ik ze beide in de bijna afgebrande keuken. Papa... Hij lag onder een brandende balk en mama probeerde, ondanks ze zwak was, hem te redden. Maar er was geen tijd! We zouden doodbranden als  Papa had ons weggestuurd."

Ik sloeg geschrokken mijn handen voor mijn mond en keek Amauri vol ongeloof aan.

"Jullie hebben hem achtergelaten? Terwijl hij nog in leven was?!"

"Hij zou het niet meer halen en als wij waren gebleven zouden wij ook dood gaan." Zei Amauri, terwijl hij mijn handen voor mijn mond weghaalde.

"Mama... Is ze... Ze is in leven? Ze heeft het gehaald? Hoe komt het dat jullie in leven zijn en ik niks ervan wist?! Waarom heb ik al die jaren lopen wenen en proberen passen in een familie die teveel van mij verwachtte, terwijl jullie vrij en blij leefden. Waarom hebben jullie mij dan genegeerd? Weet-!" Amauri onderbrak mijn boze uitval.

"Kiki! Kiki, we hebben je niet genegeerd. Je bent mijn zusje, mijn enige zusje en de enige dochter die mama heeft. Natuurlijk hebben we naar je gezocht. Alleen konden we je nergens vinden. In geen van de ziekenhuizen. Mama was ziek, haar linkerbeen was gebroken en het feit dat je niet te vinden was maakte haar depressief."

Amauri ging met zijn hadden over zijn gezicht. Hij was overduidelijk gestresst. Zijn borstelige wenkbrauwen waren gefronst. Hij peinsde door de café glazen naar buiten en zei een tijdje niks.

Ik voelde dat ik ongeduldig werd, maar ik liet hem rustig om te verwerken. Ik had ook veel te verwerken. Ik was gekwetst; boos. Mijn moeder en broer waren in leven en ik wist er gewoon niks van!

"Een half jaar later stierf ze."

Het voelde alsof een twee ijzeren vuisten op mijn longen terecht waren gekomen.

"Nee, hou op." Zei ik terwijl ik mijn hoofd schudde. "Mijn hoop was net terug. Ik had mama net terug. Neem haar niet weer van me af. Por favor. Ella no está muerte. Het kan niet! Por favor, no, no, n-!"

Ik werd door Amauri opgetrokken en ik werd tegen zijn borstkas gedrukt terwijl ik hartverscheurend huilde. Het deed zoveel pijn. Ik voelde hoe mijn hart kromp. Mijn schouders schockten terwijl ik het uitschreeuwde. Amauri bleef over mijn rug wrijfen en mijn hoofd kussen.

Na een poosje was ik een beetje afgekoeld. Ik had mijn handen stevig om Amauri heen gewikkeld en zo stonden we midden in het café.

"Ik ben zwanger." Fluisterde ik tegen hem aan.

"Ik weet het." Antwoordde hij op dezelfde toon.

"De verwekker is een coño. Hij gelooft niet dat ik zijn kind draag."

"Dat is inderdaad een coño."

Plotseling begon er iets bij mijn buik te trillen. Ik deinsde geschrokken achteruit. Amauri greep naar zijn zak en haalde zijn telefoon eruit. Hij nam op zonder naar zijn scherm te hebben gekeken.

"Hou hem vast. Ik kom." Zei hij in het Spaans en ik fronstte.

"Wie moeten ze vasthouden?"

"Maak je niet druk. Kom, ik breng je naar huis."

Ik pakte mijn tas van de bank waarop ik zag. We gingen naar buiten en stapten in een dure auto. Ik wou hem vragen wat voor werk hij deed, maar zijn gezicht stond plotseling strak.

Hij bracht mij naar huis en gaf mij een kus op mijn voorhoofd.

"Te amo mucho, hermanita." Zei hij en reed toen weg.

Ik stond hem een tijd lang na te kijken, maar het werd op den duur te koud waardoor ik naar binnen moest.

Ik had mijn broer terug.

"Gracias, Dios."

__________________________________

Sorry voor het late hoofdstuk. Ik heb het gewoon onmogelijk druk met de school. :(

Stem.

Je hebt het einde van de gepubliceerde delen bereikt.

⏰ Laatst bijgewerkt: Dec 14, 2016 ⏰

Voeg dit verhaal toe aan je bibliotheek om op de hoogte gebracht te worden van nieuwe delen!

Young AdultWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu