HOOFDSTUK 10

112 12 3
                                    

Lakisha

"Ze wordt over een paar minuten weer wakker." Hoorde ik iemand zeggen.

Ik deed meteen mijn ogen open en zag een man in het wit op een stoel zitten en naast dat bed waarop ik lag stond Damarus.

Ze hadden nog niet door dat ik al wakker was en ik deed mijn ogen weer dicht. Verassend genoeg voelde ik mij niet zo slap meer, ik had wel nog een beetje hoofdpijn en een pijnlijke keel als ik slikte.

Hopelijk werd ik beter want ik had al genoeg van in bed liggen en tabletten slikken. Ik hoopte zo dat ik geen tabletten kreeg van de dokter.

"Moet ze nog niet wakker zijn?" Hoorde ik Damarus vragen.

"Ik denk dat ze al wakker is." Lachtte de dokter.

Ik sperdde mijn ogen open en keek de dokter verbaasd aan. "Hoe wist u dat?" Vroeg ik met een schorre stem.

"Kisha!" Gilde Damarus. Ze lag praktisch op me met haar armen om mij heen in een soort van ommhelzing.

"Hola." Mompelde ik en stootte haar van me af want ze deed me pijn aan mijn buik.

"Je begon plotseling onregelmatig te ademen." Zei de dokter lachend.

"Wat?!" Riep Damarus. "En u deed niets? Wat als er iets met haar gebeurde!"

"Er is niet gebeurd toch?" Vroeg ik geïrriteerd aan Marus. "Por favor [alsjeblieft] schreeuw niet zo."

Damarus knikte en ging normaal naast mij zitten. "Dus dokter, wat is er mis met haar?"

Ik keek naar de dokter. Hij haalde een blok van de kast naast dat bed waarop lag en begon met zijn ogen erin te lezen.

"Nou?" Vroeg ik zenuwachtig. Ik wist niet waarom. Misschien wou ik gewoon heel graag zo gauw mogelijk weg hier.

"Mevrouw Santos, u heeft koorts, maar dat is aan het afweren door het spuitje dat u kreeg, heeft u dat gemerkt?" Ik schudde mijn hoofd, ik had helemaal niets gevoeld. "Dat is niet erg en u hoeft u helemaal geen zorgen te maken om de baby, het kerngezond." De dokter keek mij met een stralende glimlach aan.

Maar het enige wat ik deed was hem aan staren. Mijn adem was gestokt bij het woordje baby. Ik voelde hoe ik heet kreeg en mijn hoofd dreunde.

"Baby?" Hoorde ik Damarus vragen en het woordje bleef in mijn hoofd rondspoken.

Baby, baaby, baaaby, baaaaby! Het leek alsof een kind het in mijn oren riep.

Ik kon niet zwanger zijn! Ik kon geen kind opvoeden! Ik was zelf nog een kind! Dit kon niet! Dit kon me niet gebeuren!

"Lakisha!" Hoorde ik iemand gillen. Er was een enorme pijn in mijn borstkas en keek met open mond naar Damarus' gezicht die plotseling voor mijn ogen verscheen. Ze verdween weer en de dokter kwam tevoorschijn, maar zijn gezicht was plotseling zo donker.

Ik kon geen kind hebben.

"Lakisha, kijk me aan!" Schreeuwde iemand, ik keek naar het donker gezicht. "Adem!" Klonk er ver weg.

Adem? Een embryo ademde nu in mijn buik.

Young AdultWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu