HOOFDSTUK 16

135 11 1
                                    

Vandaag had ik mijn allereerste Echo, er zou gekeken worden of het kindje nog in leven was. Wou ik dat wel, dat de baby nog in leven was? Meteen schudde ik mijn hoofd om de gedachte zo ver mogelijk te krijgen. Natuurlijk wou ik dat het in leven was, welke moeder wou dat niet. Ik stond in ondergoed voor de spiegel naar mijn buik te kijken terwijl ik mij eigenlijk moest aankleden. Ik bekeek mijn buik om te zien of het groter was geworden, maar zoals elke dag opnieuw leek het alsof ik een beetje dikker was geworden dan hoe ik vroeger was. Het leek helemaal niet alsof ik zwanger was, ik dacht niet dat mensen het zagen. Wou ik wel dat mensen het zagen? Natuurlijk wou ik dat en al wou ik het niet, ik kon er toch niets aan doen want hoe dan ook, vroeg of laat zou ik met opgezwollen buik rondlopen.

Ik schudde met mijn hoofd en liep van de spiegel weg. Het was niet goed voor mij, de gedachten die naar boven kwamen waren niet gezond. Ik had besloten dat ik mijn baby zou houden, dus gedachten als deze had ik echt niet nodig.

Mijn telefoon lag op mijn bed naast de gele jurk die aan zou trekken. De jurk liet mij denken aan de nacht dat ik zwanger raakte. Ik had ook een gele jurk aan, maar alleen was die strak, kort en opener. Deze kwam tot onder mijn knie. Het was boven strak en vlak onder mijn borsten begon de wijdde rok.

Ik pakte mijn telefoon die oplichtte en zag dat ik een SMS had van Damarus. Omw, ds du snl. Ongeveer een minuut lang stond ik, met een frons tussen mijn wenkbrauwen, te proberen om haar tekst begrijpen voordat ik terug reageerde.

Als je wilt dat ik snel doe moet je geen chinees voor mij sturen om een uur lang te staan ontcijferen.

Ik gooide mijn telefoon terug op dat bed en trok mijn jurk aan. Ik pakte mijn tasje en stopte al mijn spulletjes erin plus mijn telefoon en verliet de kamer.

Het Riley huishouden was iets indrukwekkends. Elke keer als ik er kwam, hoopte ik een klein beetje dat ik er woonde en nu was mijn droom een soort van werkelijkheid geworden. Ik liep door de goudkleurige gang naar de grote keuken waar Mevr. Riley aan tafel een tijdschrift zat te lezen.

"Good afternoon, Ms. Riley. Hoe gaat het met u?" Vroeg ik haar beleefd en ging op een van de keukenstoelen  zitten.

"Good afternoon Lakisha. Het gaat hoor, maar het is jou om wie ik mij zorgen maak. Hoe gaat het met je meisje?" Vroeg ze en keek mij onderzoekend aan. Mevr. Riley had geen dreadlocks net als haar twee kinderen. Gewoon een grote afro waarop ik van tijd tot tijd jaloers werd. Ze droeg vaak de kleur oranje, maar ondanks ik de kleur niet mooi vond, vond ik dat het haar wel stond.

Ik zuchtte en probeerde mijn loshangende haar achter mijn oren te zetten. "Het gaat hoor. Maakt u zich geen zorgen." Zei ik en probeerde geruststellend te glimlachen wat blijkbaar niet lukte.

"Lakisha je moet niet bang zijn om tot me te praten. Honey ik zie als een dochter en als iets mijn dochters dwars zit wil ik ze graag helpen."

Ik zuchtte. Dat zei mijn ex-moeder ook. Als iets mij dwars zat kon ik altijd bij haar terecht. Ze zou er altijd voor mij zijn, maar waar was ze nu? Ik streek met mijn hand mijn haar naar achter.

"Dat is lief van u mevrouw, maar echt er is niets."

Mevrouw Riley keek mij aan en zuchtte als teken dat ze het liet gaan. "Oke, maar hoeveel keer heb ik je gezegd om mij geen mevrouw, maar Bianca te noemen?" Verweet ze mij en ik lachtte schaapachtig.

Ik was het niet gewend om ouderen bij hun voornaam te noemen. "Al een paar duizend keer, Bianca." Grapte ik en ze lachtte.

"MASH IT UP, MASH IT UP!"

"Damarus is duidelijk thuis." Zei mevr- Bianca met een glimlach, terwijl ze opstond. "Damarus if you don't shut your mouth in the following seconds I'll slap you so hard that even Google won't be able to find you!"

Meteen was het stil en ik schoot in de lach, niet veel later kwan Damarus de keuken binnen lopen met gepruilde lippen. "You wouldn't that, mama." Zei ze met een baby stem waardoor ik nog harder moest lachen en mij een dodelijke blik toewierp.

____

"Lakisha Santos!"

Ik piste bijna in mijn broek toen de vrouwelijke stem uit de kamer mijn naam riep. Ik greep Damarus haar arm vast en kneep erin.

"Auw!" Gilde ze en ik keek haar geschrokken aan waarna ik haar een stomp gaf omdat ze deed alsof ze huilde. "Nogmaals, auw!"
"Ik heb zenuwen, Marus." Piepte ik en staarde naar de gesloten deur waardoor ik zometeen moet gaan.

"Waarvoor? Ik ga toch mee?" Ik beet nerveus op mijn lip en keek haar wanhopig aan. "Kom op, alles is oké." Damarus stond op en trok mij mee naar de deur.

"Maar wat als het dood is?" Vroeg ik net voordat ze de deur open deed en ze keerde zich met een vaart naar mij om.

Damarus pakte mijn gezicht in haar handen en trok mij naar haar toe. "Never ever say that again. Heb je mij gehoord? Er is niets mis mee ermee, we gaan gewoon kijken hoe het eruit ziet, begrepen?"

Ik knikte en trok mijn gezicht los omdat ze mijn wangen bij elkaar duwde waardoor mijn lippen puntig werden. Damarus legde haar hand op de deurknop en keek naar mij. Ik knikte naar haar en ze deed de deur open, ze stapte binnen met een trillende ik achter haar aan.

Young AdultWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu