4 - Maud

169 15 5
                                    

POV Maud

De dagen daarop gingen Tobias en ik oefenen. Van mijn vader moest ik Tobias leren om met een zwaard te vechten, en Tobias leerde mij om met een boog te schieten, want daar ben ik vreselijk slecht in. 's avonds las ik uit het boek, maar leerde niet veel van het land van Midusa. De vorige koning, Marnick, was een geliefde koning. En dat was ook het enige wat erin staat. Nog iets over hoe het eruit ziet, en wie nu de koning is: de zoon van de vorige raadgever, Leo. Ik heb hem nooit ontmoet. Het enige wat ik hoorde is dat hij 2 jaar ouder is dan ons, en koppig. Tobias heeft hem wel eens ontmoet, en van de verhalen die Tobias vertelde is het een vreselijke jongen, maar ik beslis zelf wel. Ook al denk ik wel dat Tobias gelijk heeft, aangezien Leo zijn eigen koning vermoord had. Ik val bijna om zodra Tobias tegen me aan viel.

'Kijk uit, idioot!' roep ik geschrokken en Tobias wordt rood.
'Ik kan dit nooit leren voordat we naar Midusa gaan, waarom moet ik perse leren om met een zwaard te vechten?'
'Het werd tijd dat je het leerde, en denk je echt dat Midusa ons niks aandoet als we daar aankomen?' Tobias mompelt iets onverstaanbaars en gooit het zwaard neer. Hij pakt potlood en papier en gaat zitten op de grond. 

'Als je niet meewilt, zeg dat dan tegen pap of mam, dan ga ik wel alleen,' zeg ik en richt de pijl op de roos. Ik laat los en de pijl komt op de rand van het schietbord. Ik vloek en pak een nieuwe pijl.
'En jou daar alleen laten? Dan maak je het alleen maar erger,' mompelt Tobias en ik glimlach. 

'Hoe moeten we daar überhaupt aankomen?'
'Met de paarden,' antwoord ik. Tobias lacht sarcastisch.
'Je weet wat ik bedoel. Met welk verhaal moeten we daar aankomen? Hoe moeten we uitleggen dat we een reden willen voor deze aanval?' Ik knik en weet wel wat Tobias bedoelt. 

'Hij heeft onze familie aangevallen, ons land. Ik denk dat die reden wel genoeg is,' mompel ik en laat de pijl weer los, deze keer komt hij dichter bij de roos. Tobias laat het potlood vallen en kijkt naar het papier waar hij op zat te tekenen. Daarna kijkt hij op. 

'Ik ben niet zoals jij, weet je? Jij durft zoiets te vragen maar ik niet,' zegt hij zacht en ik krijg gelijk medelijden met hem. Ik stop en ga naast hem zitten. Voorzichtig pak ik zijn hand vast.

'Dat weet ik, en dat is juist goed. Soms moet je gewoon je mond houden, en daar ben ik niet goed in. Ik zal wel het woord houden in Midusa, maar als ik te ver ga moet je me tegenhouden. Deal?' Tobias glimlacht en knikt.
'Deal.'

We lopen terug naar het kasteel. In de verte zie ik onze ouders praten met de bediendes, die snel weglopen. We lopen naar ze toe en mijn moeder geeft ons onverwachts een knuffel. 

'Jullie moeten gaan,' zegt pap en hij omhelst Tobias. Verbaasd kijk ik hem aan.
'Wat? Nu al?' protesteert Tobias en pap knikt.
'We hebben van onze spionnen gehoord dat Midusa van plan is weer aan te vallen, jullie moeten erheen en proberen het tegen te houden,' zegt mam en pakt mijn hand vast. 

'We hebben de bediendes gezegd dat ze jullie spullen moeten pakken, zodra dat klaar is vertrekken jullie naar Midusa.' Ik kijk Tobias aan, en hij ziet er doodsbang uit. Hij is dit niet gewend, en ik zie dat hij dit niet wil. Hij kijkt me ook aan en ik glimlach geruststellend. De angst in zijn ogen wordt minder. 

'Oke, Tobias en ik kijken wel even op de kamers,' zeg ik en trek Tobias mee de trappen op. We lopen richting de kamer en zien wat kleren op een stapel liggen. De bediende verschijnt en buigt. 

'Is dit genoeg?' vraagt ze beleefd en ik knik.
'Ja, bedankt!' Ze buigt weer en loopt weg. Tobias loopt naar de stapel kleren en tilt het op. 

'Nu maar een paard uitzoeken..' zegt hij twijfelend en loopt weg. Ik zucht en pak snel zijn hand. HIj draait zich om en zie tranen in zijn ogen staan. Boos veegt hij ze weg.
'Ik word leider van een land en ik wil niet eens weg op een vredesmissie! Wat voor slechte leider ben ik wel!' sist hij woedend. Ik heb geen idee wat ik moet zeggen, dus sla mijn armen om hem heen. 

'Je bent een goede leider, iedere leider is bang. Als je niet bang bent, ben je niet menselijk,' fluister ik en Tobias zucht en knikt. Voorzichtig kust hij mijn voorhoofd.
'Ik vind het vreselijk dat je zo wijs klinkt, terwijl ik ouder ben.' Ik schiet in de lach.
'He! Maar 8 minuten ouder!'

'Rose is van mij!' roep ik en ren naar mijn paard toe. Rose is de dochter van Lays, mijn vorige paard. Het is het snelste paard van het koninkrijk, en ook het mooiste. Ze is sneeuwwit, net als haar moeder. Tobias vloekt en loopt snel naar een ander paard, Dodie. We lopen uit de stallen, waar onze ouders buiten op ons wachten. En er staat nog iemand naast hun, iemand die ik al een tijdje niet heb gezien. 

'Bas!' Ik ren naar hem toe en sla mijn armen om hem heen.
'Heee!' zegt mijn oom lachend en slaat zijn arm om me heen, de andere arm legt hij om Tobias schouder. Hij laat ons weer los en glimlacht. Kleine pretlichtjes in zijn ogen maken me gelijk weer vrolijk. 

'Ik zal proberen jullie te beschermen als het fout gaat, maar het grootste deel moeten jullie zelf doen!' zegt hij en we knikken. 

Achter me hoor ik een klein jongetje mijn naam roepen. Ik draai me om en zie Luuk op ons afrennen, samen met Dennis, mijn andere oom. Hij springt in mijn armen en val achterover. Ik schiet in de lach en Dennis giechelt.

'Pfff wat word je zwaar!' zeg ik lachend en ga rechtop zitten.
'Luuk!' lacht Dennis en tilt hem van me af. Ik ga weer rechtop zitten en Tobias knuffelt ons neefje. Iedereen van onze familie is er, dat is al een hele tijd niet meer gebeurt.

'Jullie moeten gaan,' zegt mam verdrietig en glimlacht zwak. Ik knik en neem afscheid van mijn ouders. Tobias en ik gaan op de paarden zitten. Rose begint te rennen, net als Dodie. We kijken nog 1 keer achter ons. Iedereen zwaait en ik zie dat mam een traan wegveegt.
'We komen terug,' fluister ik zacht. 


Vote + comment? x

Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu