10 - Tobias

144 13 1
                                    

POV Tobias

De volgende ochtend werd ik heel vroeg wakker gemaakt door Luna. Blijkbaar hadden Maud en Luna een gesprek gehad en wilden ze zo snel mogelijk in Cali zijn. Daarna zouden de Calicianen ons verlaten en terugkeren naar hun eigen land. Om eerlijk te zijn wilde ik dat niet. Ik voelde me stukken veiliger met de Calicianen. 2 soldaten en een koningin, dat is geen slecht reisgezelschap. Als het goed is zaten we ondertussen al in Eos, het leider-loze land. Naast me komt Maud rijden, die geconcentreerd aan het lezen is. 

'Zie je nog iets interessants?' vraag ik en ze knikt. 

'Ja. Jaren geleden was er blijkbaar een oorlog om Eos, en werd gewonnen door Ljord. Maar Ljord vond dat Eos van niemand hoorde, en liet het weer los. Sindsdien is er geen enkel land geweest die Eos heeft geclaimd. Ljord bewaakt het land wel af en toe, maar ze claimen het niet,' legt ze uit en ik kijk naar het land. Het is een berglandschap. En het heeft wel iets prachtigs. De hoge, groene bergen overschaduwen het land. 

'Nog nooit hier geweest?' vraagt Mark, 1 van de soldaten. Ik schud mijn hoofd. 
'Nee, maar het is echt prachtig. Verbaasd me dat niemand dit land heeft geclaimd.' 

'Vroeger toen de landen werden opgericht, werd er gelijk in de oude wetten opgeschreven dat niemand dit land mag claimen.' 
'De oude wetten?' vraag ik verbaasd en kijk hem aan. Op school had ik nooit wat gehoord over de oude wetten. Of ja, sommige dingen wel, maar niet alles. 

'Ja. De wetten die Koning David had gemaakt zodra Entropia er was. Hij zag zichzelf als de baas, wat helemaal niet zo was. Om eerlijk te zijn vond ik jouw oom, Cemal, de baas. Hij vocht voor zijn land en was niet bang. Soms was hij iets té agressief, maar dat heb je er voor over om je land veilig te houden.' 

'Je kende mijn oom?' Mark knikt. 
'Jazeker. Niet persoonlijk maar ik heb verhalen gehoord. Ik was ongeveer 10 jaar toen de oorlog voorbij was en hij stierf. Iedereen was geschokt dat hij dood was. En al helemaal toen we hoorde dat jouw moeder de troonopvolgster was en Luna onze nieuwe koningin zou worden. Zijn dood veranderde een heleboel. Er ontstonden oorlogen om oud-Jenava, mensen wilden je moeder niet op de troon en ze wilden al helemaal niet dat ze kinderen kreeg met de chief van Kanta Tribo. Maar toen jullie werden geboren konden ze er moeilijk nog iets aan doen.' 

'En nu worden de jongeren aangespoord door de dorpsoudsten om oorlog te voeren,' mompel ik en Mark knik.
'Ja, klopt.' Dit moet anders. De dorpsoudsten moeten inzien dat ze er moeilijk iets aan kunnen veranderen. De kroonlijn is gewoon zo, en ze kunnen er niks meer aan veranderen. Ik kijk naar Maud, die nog steeds aan het lezen is. 

'He!' roep ik naar haar en ze kijkt op.
'Wat?' Ik rij naar haar toe zodat ik niet de hele tijd hoef te schreeuwen.
'Als alles achter de rug is van Midusa, moeten we bezig met de problemen in Jenava en Kanta Tribo,' zeg ik en Maud knikt instemmend. 

'Ja. Zat ik ook al aan te denken. En misschien eens kijken of die oorlog met Entropia echt nodig is,' zegt ze en kijkt me voorzichtig aan. Verbijsterd kijk ik haar aan.
'Wat? Waarom?'
'Laatst sprak ik met Bas, en hij zei dat het niet alleen maar David's schuld was. Mam moest iemand de schuld geven en ze gaf hem de schuld. Bas vertelde dat ze anders zichzelf de schuld zou geven,' legt ze uit en slaat het boek dicht. 'We hebben haar al die jaren op haar woord geloofd dat het David's schuld is van Cemal's dood, maar is dat wel echt zo?' Ik kijk weg, maar voel hoe Maud me aanstaart. 'Ze heeft ons al eerder voorgelogen en-' 

'Ho! Stop daar!' onderbreek ik haar geïrriteerd en kijk haar aan. 'Voorgelogen? Jij denkt dat ze erover liegt dat ze denkt dat David de reden is van Cemal's dood?!' vraag ik verbijsterd.
'Dat zeg ik niet eens!'
'Jawel! Dat zeg je wel!' Maud zucht geïrriteerd en kijkt weer voor zich.
'Weet je, laat maar,' sist ze en galoppeert zodat er weer een paar meter tussen ons is. Ik rol met mijn ogen en zucht. Soms begrijp ik haar echt niet.. 

Na een paar uur rijden komen we over de grens bij Malino, het land dat al jaren leegstaat.
'Waar is de berg?' vraag ik aan Luna, die ondertussen naast me is gaan rijden.
'Een stukje verderop, we komen er zo langs,' legt ze uit en ik kijk voor me uit, en al snel zie ik een berg opdoemen. Een rilling gaat over mijn rug en krijg overal kippenvel, het ziet er ongelofelijk indrukwekkend uit. De diamanten en het goud zit nog steeds in de poort, en dat is van een grote afstand te zien. Na een tijdje rijden zijn we vlakbij de poort en laat me van het paard vallen. De anderen doen hetzelfde en we lopen naar de poort. De bomen om ons heen zijn dood, net als het gras. Het is doodstil. Voorzichtig loop ik naar de poort en wil naar binnengaan, maar een soldaat houdt me tegen. 

'Niet naar binnen gaan!' waarschuwt hij me. Verbaasd kijk ik hem aan. 'Ze zeggen dat de oude koning er nog rondspookt.'
'Maak hem nou niet bang, Tion,' zegt Mark grinnikend, maar Tion kijkt hem serieus aan.
'Geloof jij de mythes niet?! Ik heb verhalen gehoord over soldaten die goud wilden stelen, en nooit terugkeerden,' fluistert hij. Ik zie Maud nieuwsgierig kijken naar de poort, en als haar broer zijnde weet ik wat ze wil doen. 

'Gaat niet gebeuren,' zeg ik tegen haar en ze kijkt me aan.
'Hoezo niet? Ik ben wel benieuwd of het zo is,' zegt ze met een glinstering in haar ogen.
'Nee, we gaan verder,' zegt Luna, en ik besef dat ze er nog niks over heeft gezegd. Ze springt weer op haar paard en kijkt ons dwingend aan. Snel kijk ik naar Maud, die nog steeds de glinstering in haar ogen heeft. Die glinstering heeft ze altijd als ze nieuwsgierig is. En dat is meestal ook een teken dat je haar niet op andere gedachten kan brengen, maar blijkbaar is Luna erg dwingend. Maud kijkt teleurgesteld naar de poort en loopt weer naar haar paard. Twijfelend klim ik ook weer op het paard, en zodra ik zit horen we een schreeuw vanuit de berg. Gelijk daarna komt er een ijskoude windvlaag uit de berg. Allemaal kijken we naar de poort. Ik vraag me af of Maud nu nog steeds de berg in wel. 

'We zoeken later wel uit wat hier aan de hand is, kom, we gaan verder,' mompelt Luna en we rijden weg. Na ongeveer 20 meter kijk ik nog 1 keer achterom en ik zweer op het graf van mijn oom, dat ik een persoon zag bij de poort.


'What the hel was dat?!' sis ik tegen Mark. We zijn net over de grens van Malino, en Luna had besloten dat ze ons naar de grens van Midusa bracht in plaats van Cali. Ze vertrouwde de schreeuw niet in de berg.
'Geen idee, misschien had Tion toch gelijk,' mompelt hij en kijkt naar Tion, die naast Maud rijdt.
'Het kan niet de oude koning zijn, toch?' 

'Nee, misschien zijn het ook wat rotjochies die mensen willen laten schrikken,' zegt Mark en ik knik, meer om mezelf gerust te stellen.  Maar ik heb niet het gevoel dat het kinderen waren. Ik denk weer na over het verhaal van Clint, mijn opa. Toen hij voor het eerst verscheen was er ook een koude windvlaag. Zou hij..? Nee, kan niet. Hij is gestorven. Maar wat, of wie, was het dan? 


Vote+comment? x



Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu