12 - Lily

154 14 5
                                    

POV Lily

Zodra ik wakker word, ren ik zo snel mogelijk naar de troonzaal. Hopend dat de soldaten, die de tweeling wilde doodden, door Bas zijn gevangen genomen. Helaas is Bas weg, wat betekend dat hij op zoek is gegaan naar de tweeling. Ik vloek en zie Roy staan in de troonzaal. Snel loop ik naar hem toe.

'Koningin, kan ik u ergens mee helpen?' vraagt hij gelijk als hij me opmerkt en ik knik.
'Ja, zijn er nog groepen die nog moeten vertrekken vanwege de verdwijning van de koning?' vraag ik en Roy knikt. 

'Ja, de groep die naar Empire gaat vertrekt ieder moment. Ik ben de leider van dat groepje,' zegt hij en knikt naar een groep soldaten bij de ingang van de troonzaal.
'Ik ga mee, als Empire aanvalt kan ik met ze praten,' zeg ik en merk dat Roy me tegen wilt spreken. 'Geen discussie,' zeg ik snel. 

'Wat met uw broer, Dennis? Wilt u het hem nog vertellen?' Als ik het hem vertel, gaat hij het uit mijn hoofd praten. Dus dat is geen goed idee.
'Nee, hij hoort het zelf wel als hij naar me vraagt,' mompel ik en Roy knikt. 

'Pak nu maar uw spullen en dan kunnen we vertrekken, denk ik,' zegt Roy twijfelend, verbaasd dat ik meega.

Al snel sta ik weer in de troonzaal met niks van bagage dan mijn zwaard, pijl en boog en een zak met wat eten, drinken en medicijnen. Ik had er over getwijfeld om de Goblin Slayer te pakken of een ander zwaard, maar besloot uiteindelijk om gewoon de Goblin Slayer mee te nemen. Roy is de kleine groep aan het toespreken van ongeveer 4 soldaten en ik voeg me bij het groepje. Zodra Roy me ziet zegt hij: 'oke! Iedereen klaar? Let's go,' en we vertrekken naar Empire.

Onderweg zeg ik geen woord, en daardoor denk ik aan de ergste dingen die we misschien wel kunnen aantreffen in Empire. Misschien hangt Bart wel ergens op, of misschien wel de tweeling! Mijn hand klem ik om de ketting en kijk omhoog. Zou er een hemel bestaan? Zou Cemal nu naar me kijken? En mijn moeder? Ik was te jong toen mijn moeder stierf, waardoor ik geen herinneringen van haar heb. Bas en Dennis hebben die natuurlijk wel, maar ik voel me vreselijk dat ik niks van haar weet, hoe ze eruitzag en hoe haar stem klonk. En om eerlijk te zijn heb ik dat ook nooit gevraagd aan mijn broers. Ze weten nog precies de dag toen ze stierf, en ik dacht altijd dat ze er emotioneel van zouden worden.

'Gaat het?' Ik schrik op en kijk naast me, waar Roy loopt.
'Ja hoor!' zeg ik snel.
'Als u erover wilt praten, is nu het beste moment,' zegt hij en ik knik.
'Je kan wel ophouden met dat formele gedoe. Daar ben ik nooit echt een fan van geweest,' mompel ik en Roy grinnikt.

'Ik zal ermee ophouden. Maar wat is er?'
'Ik weet het niet. Nu de tweeling en Bart niet meer hier zijn, denk ik aan dingen waar ik al jaren niet meer aan gedacht heb. Dingen waar ik liever niet aan denk.'
'Zoals?'

'De dood. Mijn ouders zijn beide dood, net als Cemal, er is een kans dat Bart dood is en dat de tweeling gaat sterven. Is er iets na de dood of is het gewoon een zwarte, oneindige put waar je eeuwig in blijft vallen?'

'Dat is de grote, onbeantwoorde vraag van ieder mens. Mijn vader vertelde me altijd dat het leven een avontuur is, en aan het einde van het leven wacht je allergrootste avontuur. De allergrootste angst en vraag van ieder mens. En dat is de dood. Je kan er bang voor zijn, maar de dood is onvermijdelijk. Iedereen hier is op een dag dood en je kan er niks aan doen. Behalve als je een god wordt maar dat lot is weinige gegund.' Ik zeg niks. Wie had gedacht dat deze jonge generaal zo wijs kon klinken? En hij heeft ook gelijk. Iedereen sterft, zo is het leven.

'Dankjewel, Roy. Je hebt gelijk, maar ik ga nu niet stoppen met het vrezen voor Bart's leven.'

'Dat begrijp ik. Laten we er gewoon vanuit gaan dat hij nog leeft. Helaas weet ik van mijn vader dat het een koppige vent kan zijn,' zegt hij en ik glimlach. Bart en Meindert, god wat haatte die twee elkaar. Ook nadat Bart koning werd is de haat tussen die twee niet afgezwakt. Pas toen Meindert stierf realiseerde Bart zich dat hij hem wel mocht. Dat is het ergste van de dood. Je beseft je eigen gevoelens pas als diegene er niet meer is.

Na een paar uur reizen komen we aan in West-Empire. Gelijk merk je dat de lucht hier droger is, en je voelt een rare soort magie. Ik weet nog de laatste keer dat ik in Empire was, ook op zoek naar Bart. Maar toen was het anders, toen wist ik dat Bart nog leefde. Die idioot dacht Empire ervan te overtuigen om aan onze kant te staan. Maar nu weet ik het niet of hij nog leeft. En wat voelt het vreselijk om niks ervan te weten. 

'Opletten nu,' zegt Roy en de andere soldaten pakken hun zwaard steviger vast. Ik doe hetzelfde met de Goblin Slayer en trek de capuchon verder over mijn hoofd. Ik weet niet wat het is maar dat doe ik altijd, voel ik me veiliger door, denk ik. Behoedzaam lopen we verder het land in, en in de verte zie ik al het kasteel van Empire. Het land is dood, er groeien geen bladeren aan de bomen en het gras is dor. Er is geen enkel dier te zien. 

Na een tijdje komen we aan bij het kasteel, de enorme zwarte muren zien er dreigend uit.

'Moeten we Ragkratis roepen? Of gaan we zelf op zoek naar Koning Bart?' vraagt een soldaat, volgens mij Sam, aan Roy. Roy denkt na en loopt een stukje het enorme gebouw in.
'We zoeken zelf naar hem. Er is een kans dat Ragkratis de koning verbergt,dus dan kunnen we beter zelf naar hem op zoek gaan.' Twijfelend kijken de soldaten naar Roy, maar ze zeggen niks.

'We splitsen op. Kevin, Max en Tom gaan naar de linkerhelft van het gebouw en Lily, Sem en ik gaan naar de rechterhelft.'

'Met alle respect: is dat wel slim? Misschien is dat juist wat Ragkratis wil: opsplitsen,' zegt Sem zacht terwijl hij de ruimte bekijkt.
'Of misschien verwacht hij dat juist niet, we kunnen het niet weten,' antwoordt Roy en kijkt Sem serieus aan. 

'En nu opsplitsen!' Ze knikken en het andere groepje loopt voorzichtig de linkerkant op. Wij lopen de rechterkant op. We komen bij een lange gang, en gelijk begin ik te denken dat Sem wel eens gelijk kan hebben. Plotseling horen we een harde knal. Geschrokken kijk ik achter me, maar daar is niks te zien.

'Wat was dat?' zeg ik zacht en kijk om ons heen. Roy lijkt het ook niet te weten, net als Sem. Zenuwachtig loop ik achter de mannen aan, iets klopt hier niet. Het is te stil, we kwamen te makkelijk binnen. We hadden nooit op moeten splitsen. 

'Roy? Hoe weten we als de andere groep in de problemen komt?' vraag ik nadat we een andere gang in zijn gelopen.
'Dit kasteel is zo gebouwd dat alles uiteindelijk een echo heeft. Dus we zouden het moeten horen als er iets mis gaat.' En op dat moment was er een schreeuw en zwaarden die tegen elkaar slaan te horen.

Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu