Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)

8 - Lily

POV Lily

'Dat interesseert me niet! Stuur meer soldaten naar de woestijn! En anders zoek je ook in het gebied van Empire, we moeten hem vinden!' roep ik boos tegen de generaal. Hij knikt en draait zich weer om. 

Zodra ik van Henriët hoorde dat Bart vermist was, vertrok ik gelijk naar de heetwaterbron. Maar daar was Bart niet meer. Ik kan me niks meer herinneren van gisteren. Het enige wat ik weet is dat ik onderwater dook voordat we terug zouden gaan. Het volgende moment werd ik wakker in mijn eigen bed. Ik ga zitten op mijn troon en sla mijn handen voor mijn ogen.

'Laat dit alsjeblieft een nachtmerrie zijn,' fluister ik zacht.
'Ik vind hem niet,' hoor ik Bas zeggen. Ik doe mijn handen weer weg en Bas zit gehurkt voor me. Hij kijkt me medelevend aan en pakt mijn handen vast. Ik schud koppig mijn hoofd en sta op. 

'Hij is niet zomaar van de aarde verdwenen, dat kan niet!' zeg ik en kijk mijn oudste broer aan. Hij schudt zijn hoofd en zucht. 
'Nee, maar hij wordt verborgen gehouden door iemand. Ik heb zo'n gevoel dat het weer Empire is. Ze hebben nog steeds een hekel aan Bart.' Ik grom. Als Empire Bart heeft vermoord ik ze.. Het is 1 keer eerder gebeurd en toen was Bart ernstig verzwakt. 

'Oke, stuur een groep naar Empire. Maar val ze niet aan! Vraag of ze Koning Bart hebben gezien!' beveel ik een wachter en hij knikt bevestigend.
'En wat als ze hem niet hebben? Dan hebben we gelijk oorlog met Empire,' vraag ik gefrustreerd.
'Dan krijgen we daar maar oorlog mee! We zijn niet meer de Jenava van vroeger, we hebben bondgenoten.' Bas heeft een punt. 

'We hebben heel Kanta doorgezocht, en geen spoor van Bart gevonden,' zegt Dennis terwijl hij naar me toe komt.
'Oke, zoek verder in Empire gebied. Als ze jullie aanvallen trek je terug en kom onmiddellijk naar mij!' zeg ik hem en hij knikt.
'En wat moeten we doen met de tweeling?' vraagt hij.
'Stuur ze niks van een brief. Laat Midusa niks weten dat de koning wordt vermist. Als ze het te horen krijgen ben ik bang dat ze Bart willen zoeken, maar ze moeten gefocused blijven op Midusa.' Ik zie dat Dennis het er niet mee eens is, maar hij knikt.

'Ook niks te vinden in de kleine dorpen van Myrdia. We hebben ieder huis doorzocht, nergens te vinden,' zegt een wachter en verlaat de troonzaal. Het is ondertussen al 's avonds. De hele dag heb ik soldaten ontvangen die hun zoektocht naar Bart hebben gestaakt. Er is geen spoor van hem te vinden. Zonder iets te zeggen loop ik de troonzaal uit, richting de slaapkamers. Daar aangekomen schop ik zo hard mogelijk tegen de muur aan en laat me vallen in 1 van de kussens. Ik gil zo hard mogelijk in het kussen, zodat niemand me hoort. Ik ga weer rechtop zitten en tranen lopen over mijn wangen. 

'Waar ben je,' fluister ik zacht en veeg de tranen weg. Ik sta op en loop naar het balkon. Het is koud voor Jenava. Maar het interesseert me niet. Niks interesseert me op dit moment. Het enige wat ik wil is zien dat Bart nog leeft. Ik heb allemaal mensen opgeschreven die hem mogelijk  hebben. Ik heb zelfs Clint op die lijst geschreven, ondanks dat hij er niet meer is. Ik leun tegen de muur op en laat mezelf op de grond zakken. De frisse lucht is wel even lekker. 

Ik pak het papier waar ik de namen op had geschreven uit mijn zak en strijk het glad. Mijn ogen glijden weer over de namen. David. Hazel. Leo. Clint. Ragoreon, en nog een paar andere namen. Ik zweer het als David hem heeft... Ik sta weer op en kijk over de rand van het balkon. Een paar soldaten staan te praten een paar meter onder me. Ik haat het om een luistervink te zijn, maar ik heb verder niks anders te doen.

'-..en ze is geobsedeerd met het vinden van de koning. Wat als ze er uiteindelijk achter komt?' Ik besef dat dit gesprek interessanter is dan ik dacht en luister beter.
'Dat zullen ze niet. We zijn nu zo ver, het gaat lukken!' sist de soldaat.
'Morgenochtend, bij zonsopgang, sturen we een paar mannen naar Midisti, daar zullen ze op zoek gaan naar de tweeling.' Ik sta zo snel mogelijk op en ren naar de deur van mijn slaapkamer. 

Eerst wil ik een wachter sturen om de soldaten te arresteren, maar dan besef ik me dat ik het beter in m'n eentje erachter kan komen. Ik loop weer terug, maar de soldaten zijn al weg. Uiteindelijk besluit ik Bas te roepen, en binnen een paar minuten is hij er.

'Wat is er?'
'Volgens mij proberen sommige soldaten me af te zetten. Morgenochtend bij zonsopgang sturen ze een paar soldaten naar Midisti om op zoek te gaan naar Maud en Tobias. En ik heb zo'n gevoel dat het niet een vriendelijk bezoek is,' zeg ik zacht en Bas vloekt. 

'Ze gaan ze vermoorden,' zegt Bas en ik knik.
'Ja. Als de tweeling sterft, denken ze dat ik de moordenaars wil vinden en alles in mijn krachten zal inzetten om ze te vinden. Daaronder zal het volk lijden en de protesten zullen toenemen. Dan word ik gedwongen om af te treden en worden we verbannen, of vermoord,' leg ik hem uit en Bas kijkt me verbijsterd aan. 

'Dat kunnen ze niet doen! Jenava is altijd al regeert door onze familie.'
'Iemand is dat vergeten te zeggen tegen die soldaten,' mompel ik en ga zitten op het bed.
'Het grootste deel van Myrdia wil jou als hun koningin. De dorpsoudsten konden het goed vinden met Cemal, en nu je getrouwd bent met Bart willen ze je van de troon hebben? Dat slaat echt helemaal nergens op,' zegt Bas woedend en vonken slaan van zijn handen af van woede. Soms vergeet ik dat hij een god is. Voorzichtig pak ik zijn hand en de vonken verdwijnen. 

'Kan jij de soldaten tegenhouden morgenvroeg? En als dat niet lukt, bescherm de tweeling.' Bas kijkt me twijfelend aan.
'En Bart dan?' Ik kijk weg en zucht. 
'Ik ga verder met het zoeken van Bart, jij beschermt de tweeling,' stel ik voor en draai me om. 

'Lily, geef me die lijst. En ontken niet dat je er geen hebt want ik ken je, je hebt er sowieso 1 gemaakt,' zegt Bas en ik glimlach zonder dat hij het ziet, ik draai me om en geef hem de lijst. Hij pakt de lijst en leest snel de namen. Daarna kijkt hij weer op. 

'Clint?' Ik reageer er niet op

'Als je soms even naar de tweeling toe kunt vliegen, zou ik fijn vinden,' zeg ik en Bas knikt. 

'Komt goed. Lil, we vinden hem. Ik beloof het je,' fluistert hij en omhelst me. Hij stapt naar achteren en glimlacht. 'Zie je snel, sis.'