7 - Maud

143 13 1
                                    

POV Maud

'Zullen we verder reizen? Ik word een beetje onrustig van al die muziek,' fluistert Tobias en ik knik. Het is een paar uur later en de zon staat weer aan de hemel. De paarden zijn uitgerust en zijn aan het drinken. Ongeveer een uur geleden hoorden we muziek, overwinningsmuziek. Tobias werd daardoor super zenuwachtig en wilde zo snel mogelijk weg, maar als we weg gaan is de kans groot dat ze ons zien. Maar de muziek komt van het oosten, en we moeten naar het westen, maar alsnog is het een risico. Voorzichtig sta ik op en kijk om me heen, er is geen enkel mens te zien. 

'Het is nu of nooit,' fluister ik en we maken ons weer klaar om verder te reizen. De reiszakken over de paarden, het kampvuur doven, onze sporen uitwissen. Zodra dat klaar is gaan we weer op de paarden zitten. 

'Gaan we galopperen?' vraag ik en Tobias knikt. Al snel galopperen we over het strand, met als doel de haven van Entropia zo snel mogelijk te verlaten. Al snel horen we de muziek niet meer, wat een goed teken is. Ondertussen pak ik de map weer en kijk waar we heen moeten.
'En?' vraagt Tobias. 

'We reizen naar Tyksa, dan door Malino, Cali en dan zijn we in Midusa.' Tobias knikt goedkeurend en spoort het paard aan nog harder te rennen. We moeten gewoon zo snel mogelijk uit het gebied van Entropia, denk ik. Als we bijna bij de grens  zijn van Tyksa zien we een paar mensen staan. Ik vloek en stop, waardoor Tobias die achter me zat, ook stopt. 

'Wat?' vraagt hij en dan ziet hij de mensen. Hij springt van het paard af en rent naar een vervallen huisje, ik volg hem.

'Wie zijn dat?!' vraagt Tobias boos en ik haal mijn schouders op. 
'Hoe moet ik dat weten?' sis ik geïrriteerd en kijk weer. Het zijn 2 mannen en 1 vrouw. Het lijkt alsof de 2 mannen de vrouw beschermen, ze staan om haar heen met wapens, of misschien houden ze haar wel gevangen. Dat kan ook. Plotseling kijken ze onze kant op. Ik verstop me onmiddellijk weer en Tobias kijkt me verbaasd aan. 

'Volgens mij zagen ze ons,' fluister ik zacht en Tobias drukt zich ook tegen de muur op. Het is doodstil, het enige wat ik hoor is het water wat aan een paal aanklotst. Plotseling hoor ik vlakbij voetstappen en hou mijn adem in. Ondertussen leg ik mijn hand op het zwaard. Zo rustig mogelijk haal ik het zwaard uit mijn heupriem en ga bij de hoek staan, met mijn zwaard in de aanval. Achter me staat Tobias met pijl en boog. Zodra de voetstappen zo dichtbij mogelijk zijn en een persoon om de hoek verschijnt, schreeuw ik en val aan. Mijn zwaard kletst snel tegen een ander zwaard op. Ik draai om mijn as en schop tegen zijn borst aan, waardoor hij op de grond valt.

'Maud!' roept een vrouwenstem boos. Ik kijk op en zie een bekend gezicht. 
'Luna?!' roepen Tobias en ik tegelijk. 

'Wat doen jullie?' vraagt ze verbaasd. 

'Wat? Wat doe jij?' vraag ik terug. 

'Wat?' 

'Oke ik volg het niet meer. Wij zijn op weg naar Midusa en we dachten dat jullie Entropia waren. Wat doen jullie hier?' De koningin van Calici kijkt me aan. 

'We kregen berichten van onze spionnen dat er 2 onbekende mensen waren aangekomen vlakbij de haven van Entropia,' zegt ze en ik kijk gelijk naar Tobias. 

'Als jij het weet, moeten meerderen het ook wel weten,' mompelt Tobias en ik knik. 
'Hoezo zijn jullie op weg naar Midusa?' vraagt de soldaat die ik had aangevallen. Ik leg ze alles uit van de aanval van Midusa. Luna vloekt woedend en pakt haar zwaard steviger vast. 

'Leo denkt echt dat hij alles kan de laatste tijd! Hij viel ook Ljord al aan vorige week, dus jullie zijn niet de enige die onverwacht zijn aangevallen,' legt Luna uit en ze fluistert iets naar de andere soldaat, die haar twijfelend aankijkt. Het lange blonde haar van Luna is in een staart bij elkaar gebonden, zodat het niet in de weg zit tijdens het vechten. 1 plukje is echter ontsnapt uit de staart, die nonchalant achter haar oor is weggestopt. 

'We brengen jullie naar Cali, zo ver mogelijk uit de buurt van Koningin Hazel en Entropia,' zegt Luna en ik kijk haar verbaasd aan. 

'Serieus?' Ze knikt. 

'Absoluut, ze wil jullie hoofd hebben. Heel Entropia wil Jenava dood zien. Dus we helpen jullie tot Cali, dan moeten jullie verder reizen naar Midusa,' zegt Luna en ik glimlach dankbaar. 

'Dankjewel Luna!' zeg ik dankbaar en Tobias knikt instemmend. 
'Genoeg gepraat, als u een oorlog met Entropia wilt voorkomen moeten we nu vertrekken,' zegt 1 van de soldaten. Luna knikt instemmend. 

'Ja, we moeten nu gaan. Een oorlog met Entropia kan ik er echt nu niet bij hebben.'

Al snel waren we in het land van Tyksa, het land van koning Kevin. We zijn neutraal met Tyksa, maar ze zijn bondgenoot met Entropia. Dus ik weet niet wat ze zullen doen, áls ze ons tegenkomen.
'Jullie zien er té Jenavaans uit, hier, trek dit aan,' zegt Luna als we ons kamp opzetten in een bos van Tyksa, vlakbij de grens van Eos. We moeten morgen en overmorgen reizen door Eos en Cali, dan zijn we in Midusa. Ze gooit me een jurk van haar aan. Het is zwart, en er zit ook een hoofddoek bij.

'Bind die gewoon om je haar heen, zodat ze je zwarte haar niet goed kunnen zien,' legt ze uit. 'En Tobias, als er iemand aankomt: probeer oogcontact te ontwijken. Je hebt de ogen van je moeder, en niemand anders heeft die oogkleur, op je moeder en jijzelf na. Ze zullen gelijk weten dat je een familie bent van Lily, of ze zullen denken dat het zeldzaam is en je verkopen.'

'Verkopen?' vraag ik verbaasd. 

'Als slaaf, of als bediende,' legt Luna uit. 



Doodmoe ga ik liggen en staar omhoog, in de hoop dat er sterren te zien zijn. Helaas is er niks te zien, te bewolkt. Tobias ligt al te slapen, net als de 2 wachters die bij Luna waren. Ik zucht en ga zitten. Een stukje verderop zie ik Luna zitten. Ik sta op en loop naar haar toe. 

'Kan je ook niet slapen?' vraag ik en ga naast haar zitten. Ze grinnikt. 

'Nee, ik kan moeilijk slapen op gras,' zegt ze met een glimlach. Op haar schoot ligt een papier. 

'Wat schrijf je?' 
'Een brief naar je ouders. Dat ik jullie begeleid naar de grens van Cali en dat jullie nog leven,' zegt Luna en schrijft verder. Het is weer stil en kijk om me heen. Dan pas besef ik me hoe erg ik Jenava mis. Daar is het veel warmer, en mooier 's nachts..Ik sta weer op, waardoor Luna opkijkt. 

'Ik ga weer proberen te slapen, maak ons morgen vroeg wakker zodat we zo snel mogelijk in Midusa zijn,' zeg ik en Luna knikt. 

'Komt goed, slaap lekker.' Ik loop weer terug en ga op mijn rug liggen. Het geknetter van het vuur brengt me langzaam in slaap.


Vote+comment? :)


Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu