16 - Lily

136 13 1
                                    

POV Lily

Dat de onderwereld echt blijkt te zijn, was ik best enthousiast over. Al sinds ik jong was ben ik geobsedeerd door de Griekse mythologie. En dat alles waar bleek te zijn was echt geweldig om te horen. Maar dat mijn broer daar ook terecht was gekomen, en dat er een kans is om met hem te praten, is echt beangstigend. Waarschijnlijk omdat ik daar dood voor moet gaan. 

'Hoe werkt dat?' vraag ik na een lange stilte en Eclypsa glimlacht, maar ik zie de medelijden in haar ogen. 
'Laten we ons daar later zorgen over maken. We moeten eerst naar de ingang van de onderwereld gaan, dan pas leg ik het je uit,' mompelt Eclypsa en twijfelend kijk ik haar aan, maar knik. 

'Okay, en waar is de ingang?' Gelijk kijkt ze zenuwachtig weg. 
'Ja.. Dat ga je niet leuk vinden,' mompelt ze. 
'Waar is het?' 

'Entropia.' Voorzichtig kijkt Eclypsa me weer aan. Ik zucht en knik. 
'Oke, ik doe het. Maar ze vermoorden ons gelijk zodra we daar aankomen. Dus hoe wil je het vermijden dat ze me gelijk doden? Of gevangen nemen?' 

'Juist.. Ja dat ga je ook niet leuk vinden,' zegt ze en kijkt me aan. 
'Ik kom niet daar in -' 
'Je komt in vrede,' onderbreekt Eclypsa me. Woedend kijk ik haar aan, maar omdat het een god is moet ik me inhouden. 
'Hoezo,' sis ik en probeer rustig adem te halen, maar de haat die ik voor David heb is te groot. 

'Omdat je je broer nog 1 keer kan zien.' 

'Als David er verdomme was geweest hadden we nooit in deze situatie gezeten!' roep ik en een soldaat die een stuk verderop stond kijkt geschrokken op. 

'Doe je het of niet?' sist Eclypsa, licht geïrriteerd. 
'En Cemal weet iets wat wij nodig hebben?' vraag ik en Eclypsa knikt. 

'Oke. Best ik doe het. Wanneer gaan we?' 

'Morgenvroeg, zeg het tegen niemand, behalve je broers.' En Eclypsa verdwijnt voor mijn ogen. 


'Je gaat wat?!' Dennis kijkt me verbijsterd aan. Esther was samen met Luuk naar buiten gegaan, omdat ze voelde dat Dennis boos op me zou worden. Geen idee hoe, misschien een moederinstinct. 

'Het is alleen maar zodat ik met Cemal kan praten! Hij weet dingen, dingen over Midusa en de verraders. Over het complot!' verdedig ik mezelf maar Dennis luistert niet eens. 
'En wat als je sterft?! Wat dan, dan kan ik je verzekeren dat de tweeling blind van woede wordt. En dan gaat deze familie alsnog ten onder! Dat hele complot is dan niet eens nodig geweest omdat je jezelf op een zelfmoordmissie hebt gestuurd.' 

'Ik doe zo voorzichtig mogelijk! Hazel is nu de koningin! Ze is wijzer dan David, ze vermoordt niet zonder dat ze er een goede reden voor heeft!' 

'Ze heeft een goede reden! Jij valt haar land zo vaak mogelijk aan!' Ik zucht gefrustreerd en ga zitten. Terwijl Dennis door raast kijk ik naar buiten. Jenava is altijd al een zonland geweest, 24/7 was er geen wolkje aan de lucht. Maar nu zie ik een klein, donker wolkje die boven Jenava zweeft. Ik weet nog toen Clint er was waren er allemaal rare natuurverschijnselen. 
'Luister je eigenlijk wel?!' Ik schrik op en knik. 

'Huh? Wat ja!' zeg ik en Dennis zucht. Plotseling horen we zacht geklop op de deur. 

'Wie is daar,' mompelt Dennis geïrriteerd. De deur gaat open en onze oudste broer staat in de deuropening. 

'Wat? Wat doe je hier?' vraag ik verbijsterd en Bas glimlacht. 

'Oh wat lief dat je het vraagt! Ik stierf bijna, met jou?' vraagt hij sarcastisch. Dennis kijkt me aan met een 'zie je wel dit gebeurd er als je niet naar me luistert' -blik. 
'Wat is er gebeurd?' vraagt Dennis en Bas gaat zitten op 1 van de stoelen. 

'Ik was aangevallen, geen idee door wie, maar ze wisten wie ik was. Ze gebruikten het wapen van Erebos,' legt hij uit en Dennis verstijft. Zoveel jaren zijn verstreken, en nog steeds hebben ze geheimen voor me.. 
'Wat?' 
'Het wapen van Erebos. De god van de dood. Het is een wapen dat goden kan doden. Ik las er een paar jaar geleden over, in een boek van Esther,' mompelt Dennis. Bas vloekt, blijkbaar wist hij ook niet wat het precies was. 

'Maar ik voel spanning hier hangen, wat is er aan de hand?' vraagt Bas om van onderwerp te veranderen, en gelijk wordt Dennis weer boos op me. 

'Zij!-' Dennis wijst naar me. '-wil naar Entropia gaan!' Bas kijkt me verbijsterd aan. 

'Hoezo?' 
'Eclypsa vertelde me dat Cemal met me wil praten, in het rijk van de doden. Daarvoor moet ik naar Entropia gaan,' probeer ik uit te leggen maar Bas begint al door me heen te praten. 

'Naar Entropia?' Bas klinkt iets zachter dan Dennis. Hoopvoller.. Ik knik. 

'Ja, daar zit de poort naar de onderwereld volgens Eclypsa. Daar gaat ze volgens mij een soort van rituaal uitvoeren zodat ik in de onderwereld terugkom,' leg ik uit en Bas kijkt me twijfelend aan, maar ik heb meer hoop dat hij het goed vindt dan Dennis. 

'Eclypsa heeft me dat inderdaad jaren geleden uitgelegd, hoe je iemand tijdelijk vermoordt. Maar als het misgaat, gaat het ook flink mis. Je kan in de onderwereld vast komen te zitten. Permanent.' Dennis kijkt me doordringend aan, alsof hij wil zeggen 'als je dat doet vermoord ik je als je het overleefd'. 

'Ik neem het risico. Misschien weet Cemal iets wat we nodig hebben. Ik kom in vrede naar Entropia, zónder soldaten-' Dennis kijkt nu nog bozer. '- en ik probeer levend te blijven.' 

'Als de verraders, of andere landen, erachter komen dat de hele koninklijke familie het land heeft verlaten kunnen ze toeslaan,' mompelt Dennis. Ik knik, hij heeft een punt. 

'Daarom zullen ze er niet achter komen, niemand.' Ze kijken me verbaasd aan.
'Hoe wil je het verborgen houden dan?' Grinnikend kijk ik ze aan. 

'Ken je May nog?' zeg ik glimlachend en gelijk weten ze wat m'n plan is. May is een vrouw die ik jaren geleden heb ontmoet, ze is mijn dubbelganger. Het is een Ljordin, maar ze lijkt sprekend op me. Veel mensen hebben haar ontvoerd omdat ze dachten dat ik het was. Nadat we haar hadden gered hadden we haar een plek in Jenava aangeboden, die ze gelijk accepteerde. Sindsdien woont ze in een klein dorp in Jenava. 

'Ik haal haar wel op. Bas, kan jij ondertussen proberen dit plan uit haar hoofd te krijgen?' vraagt Dennis maar Bas knikt afwezig. Dennis doet de deur open en loopt weg. Dan pas dringt me door dat Bas van de tweeling kwam. 

'Hoe gaat het met ze?' vraag ik gelijk. Bas schrikt op. 

'Sorry. Uhm.. Wel goed, nadat ik bijna was vermoord was ik naar ze toe gegaan. Ze hadden me genezen, maar ze weten het nu wel van Bart,' zegt hij beschaamd en ik knik. 

'Dat was te verwachten,' mompel ik. 
'Verder zijn ze oké. Ze wilden dat ik hierheen ging om jou te beschermen, en om te zeggen dat ze wel voor zichzelf kunnen zorgen.' 

'Zoiets was wel te verwachten,' grinnik ik. Bas glimlacht. 

'Weet je het zeker dat je dit wilt doen? Naar Entropia gaan?' Ik knik. 

'Heel zeker. Ik moet dit doen! Anders zal ik spijt hebben voor de rest van m'n leven.' Bas knikt en glimlacht zwakjes. 
'Okay, dan probeer ik Dennis wel rustig te krijgen als je naar Entropia gaat.' 


Sorry voor de super late upload! Ik had heel veel moeite met dit hoofdstuk, maar heb weer een idee hoe het verder zal lopen :) vote+comment?



Twins Of The Sand (boek 2, Kingdom Jenava)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu