HOOFDSTUK 19

1K 78 4
                                    

"Waarom ben je zo lang weggeweest, May! Ik was doodongerust," schreeuwt Rowan terwijl hij wild met zijn armen zwaait, "stel dat er iets gebeurt was?"

We zitten in Rowan's rustplaats. Alles is weer terug naar normaal geen wolken of verlammende angst. Rowan verbaast me door niks te zeggen over het voorval, maar misschien vergeet hij liever dat het ooit heeft plaatsgevonden. Ik respecteer zijn wensen en begin er niet over. 

Nadat ik weer terug was gekomen in het heden was ik snel terug naar Rowan gegaan. Ik wist nu dat ik mijn gaven kon gebruiken en heb mezelf terug geteleporteerd. Ik kwam niet precies op de goede plek, maar wel in de goede dimensie en van daar kon ik gemakkelijk lopen. Rowan stond al op mij te wachten om terug te gaan naar het land van de doden. Nadat we terug waren barstte hij los.

"We kunnen niet zomaar te lang in het land van de levenden blijven; we hebben dan het risico dat we onze rustplaats niet meer in kunnen! We blijven dan als geesten bij de levenden tot we langzaam aan vervagen en ik heb gehoord dat dat geen pretje is!" Het stoom komt bijna uit zijn oren. Hij laat zich gefrustreerd neerzakken op de grond en stopt daarmee zijn geijsbeer. Ik wist niet dat hij zo ongerust zou worden, maar ja, hij heeft wel op mij gewacht met gevaar voor eigen leven.

Ik heb geen woord gezegd over mijn avontuur. Het is natuurlijk gruwelijk om over te praten, maar ik denk dat hij me misschien zelfs niet had geloofd. Als er één eigenschap is van Rowan die ik als eerste heb ontdekt is dat wel dat hij niets gelooft zonder bewijs. Dat kan goed zijn: hij gelooft geen leugens, maar in zo'n situatie is het niet heel handig. Hij zou het niet geloven als ik hem vertelde over het gebruik van mijn gaven en ik zou hem niet over kunnen halen om terug te gaan zodat ik het kan laten zien. Hij zou misschien de dood van mijn ouders wel geloven en dan zou hij denken dat ik de rest van het verhaal eromheen had bedacht in een staat van shock. Met mijn haat voor Vera en de onrust die ik heb geuit op dieren zou dat nog best geloofwaardig zijn.

Mijn ontmoeting met de twee verraders heeft die onrust niet bepaald verholpen, eerder aangewakkerd.

Ik verlang er nu gewoon naar om terug te gaan naar mijn eigen rustplaats. Het liefst zou ik daar mijn onrust nog even los willen laten, maar zolang ik het tegen kan houden, zal ik dat doen. Ik voeg daad bij woord en sta op. Ik neem afscheid van Rowan die chagrijnig iets terug mompelt. 

Al snel ben ik terug en word begroet door de vele geluiden en hydraterende lucht van het woud. Hier zal ik nooit genoeg van krijgen. Geen wolk houdt mij hier vandaan. Mijn rustplaats is een deel van mijn ziel. Bijna evenveel als Hyacinthinum. Ik mis haar ontzettend. Ik had gehoopt dat ik haar misschien zou zien, maar zij is weer terug gegaan naar de bossen en leeft daar als een wilde kat: jagend en overlevend. Sommige zeggen dat de beschermdieren overlijden zonder ons, maar ik weet dat Hya sterker is dan dat. 

Ik ga naar de plaats waar ik altijd slaap: een diepe kuil onder de wortels van een boom. Dat klinkt misschien ontzettend oncomfortabel, maar voor mij is dit thuis.

569 woorden

Hallo! Nogal vroeg deze keer! Maar het hoofdstuk is niet zo heel inhoudelijk, maar ja, zulk soort hoofdstukken zitten er altijd in. 

groetjes 

Eefje

Stem?

Volg?

Lees lijst?

Reageer?

Deel?

Skilled✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu