HOOFDSTUK 30

771 66 11
                                    

Ik weet wat ik ga doen, ik wil het doen en ik zal het doen. We hebben wel tig keer het plan doorgenomen; ik weet alles.

Ik ben weer bij de verloren stad, Rowan is bij me. We weten dat ze hier zijn, want we zagen hen net voorbij lopen. Het eerste doel dat we hebben is hen uit elkaar drijven. Dat gaat Rowan regelen, hij gaat voor oproer zorgen en hopelijk komt alleen Valon daar op af.

Vervolgens moet ik de daad plegen, die eer heeft Rowan aan mij gegeven. Gedeeltelijk omdat ik beter ben in lucht, maar hij wil ook dat ik rust vind en hij is ervan overtuigd dat dit de juiste manier is.

Ik ook en daarom loop ik naar hun schuilplaats. Er is geen reden om me te verbergen; ik ben onzichtbaar. De bank verschijnt en het is bijna alsof mijn emoties worden uitgeschakeld, ik besta nu alleen nog maar voor één doel: de dood.

Ik ga naar binnen en daar zitten de twee duivels. Ze hebben het over koetjes en kalfjes, onbewust dat één van hen zal sterven.

Ik wacht. Ik voel mijn haat groeien en dat vergroot ook het monster in mij; het wil losbreken en voor deze keer heb ik daar geen problemen mee. Het teken van Rowan kan nu elk moment komen.

Ik hoor een harde knal verder in de stad. Dat is Rowan! Vera en Valon springen op. "Wat was dat Valon?" Ik weet het niet, ik ga kijken. Bescherm de basis." Perfect, alles gaat volgens plan. Vera is nu alleen en overgelaten aan mij. Dit zal niet lang meer duren voor haar.

Ik begin mijn magie, de wind begint de wervelen. Het grijpt aan losse dingen in de ruimte en aan Vera. Ik begeleid het soepel naar haar mond. Het getintel in mijn lichaam wordt langzaam groter. De lucht stroomt door haar luchtpijp recht in haar longen en de schrik op Vera's gezicht vergroot. Een hand grijpt naar haar hart en de ander zoekt steun bij de tafel. Haar nagels krassen over het tafelblad en maken een naar geluid.

Ik verhoog de druk en het getintel versterkt. Wanhoop verschijnt in haar valse blauwe ogen. Ze probeert inderdaad de lucht er nog uit te halen, maar tevergeefs, want ze helpt me alleen maar.

Haar longen zullen het nu niet lang meer volhouden. Alles gaat volgens het plan. Ik verhoog mijn kracht tot een level dat ook voor mij nog nieuw is. Ik geef het alles en meer. De tintelingen zijn sneller en heviger. Harder en krachtiger.

En dan... Kantelen ze over een rand. Vera's lichaam zakt ineen, dood. Maar ik ben juist in beweging.

Ik ben maar half bij bewustzijn en vaag merk ik dat ik vlieg. Met lome ogen zie ik de stad kleiner worden. In de verte een vuur, gemaakt door Rowan en ik zie Valon's water.

Ik stijg steeds verder op en ik zie nu ook de hut, waar de slechte spreuk zou worden voltooid.

Mijn ogen sluiten zich en ik val in een droomvolle slaap.

.
.
.

Ik word wakker, maar ik heb mijn zicht niet terug. Het is donker. Iets in mijn binnenste stuurt me aan om mijn mond open te doen en te ademen.

Het getintel is terug, maar het is geen getintel. Het is het kloppen van mijn hart.

Ik leef!

556 woorden
Nou Eefje was het nou zo moeilijk om te schrijven? Uhhh....

May leeft! Dit zal verder worden uitgelegd in verdere hoofdstukken. Ik weet dat ik vele ben verloren door de tijd, maar ik beloof dat ik dit boek nooit op onhold zal zetten. Ik waardeer de mensen die het tot hier hebben volgehouden.

Grts

Eef

Skilled✔Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu