Hoofdstuk 1

1K 15 13
                                    


''Hayley, Hayley! Ik hoor een auto!' ' hoopvol kijkt ze me aan. '' Grace, vergeet het maar. Deze zal ook niet stoppen voor ons.'' De hoop vliegt uit haar ogen weg. Die van mij was twee uur geleden al vervlogen, toen we de taxi uit werden geschopt vanwege geldgebrek. De chauffeur had er blijkbaar geen problemen mee dat we nog minimaal vijf uur moesten lopen naar ons hotel. De vijf uur loopt zelfs richting de zes uur, omdat we een paar keer gestopt zijn tussendoor. Terwijl ik in gedachte de chauffeur nog vervloek, kijk ik om me heen. Het landschap is prachtig, maar de hitte maakt het een stuk minder leuk. En het feit dat de weg voor de vierde keer omhoog loopt maak het niet beter. Langzaam lopen we in stilte naar boven. Ik met mijn twee koffers in de hand en Grace met een rugzak en een koffer. Momenteel heb ik er spijt van dat ik met mijn beste vriendin Grace dat vliegtuig in ben gestapt om haar verjaardag op Australië te vieren. We zijn beiden uitgeput, mijn drinkbeker is leeg, ik heb volgens mij twee blaren op mijn voet, het eten wat ik had is ook al op en we moeten nog vier uur lopen voor dat we er zijn. En oh ja, over anderhalf uur wordt het donker. Met mijn gedachten ergens aan een zwembad zie ik het kuiltje in de weg over het hoofd. Ik sis zachtjes als ik een pijnscheut door mijn voet voel schieten. Maar voor dat ik kan klagen over mijn voet doet Grace dat al voor mij. ''Hayley? Ik kan niet meer. Mijn voeten zijn kapot. Kunnen we alsjeblieft even een kleine twintig minuten in de schaduw gaan zitten? Het maakt toch niet uit of we nu nog vier of vijf uur moeten lopen.'' Lachend kijk ik naar haar, want het doet me denken aan toen we de reis aan het plannen waren. Toen had ze het erover dat we genoeg geld zouden hebben en dat we dan maar een klein uurtje hoefden te lopen en wat maakte het uit als het iets langer zou duren? '' Ja'', zeg ik ''laten we eventjes stoppen.'' En meteen laat ze zich op de grond in de schaduw vallen. Zoals ze daarzit voel ik een kleine jaloeziesteek. Grace heeft er altijd al beter uitgezien dan ik. Met mijn doorsnee uiterlijk is ook niks mis, maar Grace is diegene die opvalt. Daarom hoop ik nog steeds dat er geen vreemde mensen langs komen, want er waren laatst hier in de buurt ook drie meisjes verdwenen. En omdat ik zo een stresskip ben, had ik allerlei informatie over die meisjes opgezocht. Ze leken best wel wat op ons. Ik kijk opnieuw naar Grace en vergelijk haar met mij in mijn gedachten, terwijl ik me naast haar op de grond laat zakken. We zijn allebei lang en slank. Grace heeft alleen bruin, zwartig haar en grote groene ogen en ik lang, vol, krullend, blond haar en blauwe ogen. En verder scoort Grace op alle punten hoog en ik gemiddeld. Zuchtend wrijf ik door mijn ogen, waarna ik me naar Grace toedraai. '' Grace? Hoelang zal het nog duren voor we in ons hotel zijn?'' Ze opent haar ogen en haalt haar schouders op. '' Maakt het uit? Ik bedoel we zijn in Australië! Wat kan er ons nu gebeuren?'' zegt ze met een stralende glimlach op haar gezicht. Ik kijk glimlachend terug en vergeet al mijn zorgen weer. Maar als ik had geweten wat voor een nachtmerrie ons te wachten had gestaan, waren we weggaan en nooit meer teruggekomen.

Een uur later, als we al weer een half uur op pad zijn horen we weer een auto. Dit keer heb ik stiekem ook hoop. We blijven allebei staan, maar helaas komt de auto van de tegenovergestelde richting. Beiden komen we weer teleurgesteld in beweging in de hoop dat we snel de zee zullen zien. Naast me stopt Grace en na wat gerommel in haar rugzak haalt ze er een rode snoepzak uit. Nog voordat ze wat zegt, weet ik wat erin zit. ''Hayley, lust je een dropje?'' Gretig pak ik de zak uit haar hand. ''He! Geef die zak terug!'' en ze reikt naar de zak. Met een glimlach op mijn gezicht spring ik naar achteren en ren om haar heen, terwijl ik mijn koffers laat staan, die ellelange berg op. Achter me hoor ik Grace verontwaardig roepen, maar ook de achtervolging in zetten. Ik weet dat ze sneller is dan ik, dus begin ik zigzaggend over de weg te rennen. Het duurt niet lang of ik hoor haar vlak achter mij hijgen. Het eerst volgende wat ik voel is ijskoud water dat over mijn hoofd wordt gegooid en via mijn kleding naar beneden loopt. Ik gil het uit en laat de zak drop vallen. Met een overwinningskreet pakt ze de zak drop van de grond. Boos kijk ik haar aan, terwijl zij haar tong naar me uitsteekt. Met het plan om haar achterna te rennen hoor ik een auto aankomen, deze keer van de goede kant. Hoop giert door mijn lichaam heen. Please, laat deze auto alsjeblieft stoppen. Achter ons verschijnt een blauwe ford. En alsof god mij heeft gehoord stopt de auto en gaat er een raampje omlaag. '' Hello? Do you girls need a ride?'' Een paar helderblauwe ogen kijken me aan. Mijn adem stokt in mijn keel. Langzaam bekijk ik zijn gezicht. Hij heeft scherpe jukbeenderen en een mooi zongebruind kleurtje. Zijn haar heeft de kleur donkerblond. Hij is knap, maar mijn ogen zoeken zijn blauwe ogen weer op. Ik heb het gevoel dat ik in zijn ogen verdrink en ben niet in staat om iets te zeggen. Grace kijkt me aan en langzaam kruipt er een glimlach over haar gezicht. Ze wiebelt met haar wenkbrauwen, zoals alleen zij dat kan doen en neemt het woord. '' Hello. Yes, we need a ride to Sydney, but we don't have any money.'' Ze lacht er schaapachtig bij. Hij kijkt ons beiden aan en haalt dan zijn schouders op. '' No problem. You two can drive the whole way with me. I also need to go to Sydney. Get in.'' Snel kijken Grace en ik elkaar aan en ik zie opluchting in haar ogen. Grace loopt naar de kofferbak en opent hem. Terwijl zij haar spullen erin gooit ren ik het stukje terug om mijn koffers op te halen. Ze staan heel zielig midden op de weg. Ik grijp ze beiden vast als ik me bedenk dat we zo bij iemand instappen die we niet kennen. Aan de andere kant is dit misschien de enige persoon die voor ons zal stoppen. Met een zucht draai ik me om en loop weer terug naar boven. Grace kijkt me ongeduldig aan en wenkt me met haar hand.  "Hayley, je spullen.'' Ik ren het laatste stukje naar haar toe en geef haar de twee koffers. Grace legt ook haar jas erboven op en doet de kofferbak dicht. Samen lopen we weer terug en proberen tegelijk de autodeur open te maken. We schieten in de lach en ik maak hem vlug open. Ik laat Grace voorgaan en plof zelf als laatste op de achterbank. Opgelucht dat we niet meer hoeven te lopen slaak ik een diepe zucht en ontspan me. Ondanks mijn natte kleding.
''Hey. My name is Xander and I am 33 years old. I am from the Netherlands, but I moved house here a few years ago.. Where are you from, girls?' ' Grace lijkt helemaal ontspannen en antwoord als eerste, terwijl ik hem apart aankijk. Ik bedoel wie zegt er gelijk hoe oud je bent en waar je vandaan komt? ''Gaaf, ik ben Grace en we komen ook uit Nederland." Hij, Xander, glimlacht en kijkt mij verwachtingsvol aan. '' Eeeh. Hayley.'' En daar laat ik het bij. "Aangenaam kennis te maken. Het is trouwens erg fijn om weer mijn moedertaal te horen. Waarom ben je trouwens nat? ' Grace begint te lachen en ik wend me chagrijnig naar het raam toe. Via de weerspiegeling in het raam kan ik prima beiden in de gaten houden. Het enige wat hij doet is zijn wenkbrouwen optrekken, wat verdomd zo sexy is dat ik het gevoel heb dat ik in vuur en vlam sta. Grace neemt het woord en vertelt zo ongeveer alles vanaf het moment dat we er uit werden geschopt tot dat hij kwam aanrijden. ''Dan zijn jullie zeker uitgedroogd. Lusten jullie wat water?' ' We knikken beiden en hij gooit ons twee flesjes toe. Grace draait het flesje open en giet alles in een keer naar binnen. Ik daarintegen neem een klein slokje, bang dat ik straks niet meer genoeg zal hebben. '' Thanks Xander.' ' Hij knikt naar Grace. We rijden een paar minuten door, terwijl Xander me elke keer blikken toewerpt. Ik probeer het te negeren en kijk naar buiten. Landschap vliegt voorbij en ik geniet van het uitzicht. Ondanks de starende blikken van Xander. Na een tijdje vraag ik me af wat er aan de hand is, maar Xander is me voor. '' Heb je geen dorst?' ' Ik schud van niet. ''Je zou moeten drinken. Jullie hebben echt een hele tijd gelopen. Straks droog je uit.'' Ik knik en neem nog een slok. Het wordt langzaam donker, maar het uitzicht blijft betoverend. De bomen, de bergen. Ik drink nog een beetje water. Als we een bocht omrijden verschijnt de zon die langzaam ondergaat en ik draai me om zodat ik het aan Grace kan laten zien. Alleen Grace slaapt al. 'Ik wist niet dat Grace zo snel in slaap kon vallen. Waarschijnlijk is ze uitgeput, denk je niet? ' vraag ik aan Xander. Het enige wat hij doet is zijn schouders ophalen. '' Ben jij niet moe dan?' Ik schud van niet, maar ik voel me wel uitgeput. Het is niet dat ik moe van het wandelen ben, maar alles kost in één keer heel veel moeite. Ik probeer Grace wakker te makken, maar ze reageert nergens op. Zelfs niet als ik haar in haar zij pork. Alsof ze een slaapmidde- "Wat zit er in die flesjes?'' Het kost me enige moeite, maar ik heb nog genoeg energie over om te praten. Met gefronsde wenkbrauwen kijkt Xander me aan via de achteruitkijkspiegel. "Wat bedoel je Hayley?" Hij kijkt me bedenkelijk aan. Zou Grace dan toch? Ik begin een raar gevoel in mijn onderbuik te krijgen en denk weer aan de drie verdwenen meisjes. "In de flesjes... daar zit niet alleen water in of wel." Hij kijkt me vluchtig aan en focust zich vervolgens weer op de weg.  "Ik heb geen idee waar je het over hebt." Wantrouwig kijk ik hem aan. Maar Xander negeert me gewoon en tikt met zijn vinger op het stuur. "Wie ben jij?" Vraag ik, terwijl ik ondertussen Grace nog een keer wakker probeer te maken. Mijn ongerustheid en het gevoel in mijn onderbuik neemt toe. Xander begint zachtjes te lachen en kijkt me opnieuw aan. Alleen kijkt hij nu niet meer vriendelijk. Een nerveuze kriebel trekt door me heen. "Ik zou het fijn vinden als u zou willen stoppen. Zo te zien zijn we er al bijna." Xander schudt zijn hoofd. "Ik denk niet dat dat zo handig is Hayley." Mompelt hij, terwijl hij me een geïrriteerde blik toewerpt. De Xander van net is nergens meer te bekennen. Zenuwen kruipen omhoog en ik krijg het in een keer heel warm. Ik voel me steeds slapper worden. "Xander het is heel fijn dat je ons zover hebt gebracht, maar we stappen liever hier uit." Verwoed schudt hij zijn hoofd. Dan valt mijn oog op het pistool wat op het dashboard ligt. Geschokt hap ik naar adem. Ik ben blij dat ik het flesje niet heb leeg gedronken. Anders zouden Grace en ik nu hulpeloos zijn. Maar hoe moet ik ons nu redden? Waarmee? Er ligt niets scherps zover ik heb gezien en ik kan niemand bellen zolang hij de aandacht op mij heeft gevestigd. Een plan vormt in mijn hoofd. Terwijl ik een paar keer doe alsof ik aan het knikkebollen ben, zoek ik mijn telefoon. "Xander..." fluister ik, waarna ik doe alsof ik in slaap ben gevallen en ga verder op de tast op zoek naar mijn telefoon. Een paar hartverzakkingen zorgen ervoor dat de tranen bijna naar buiten komen. Voorzichtig laat ik mijn adem verslappen en probeer opnieuw mijn telefoon te pakken. Ik kan er maar net bij en voorzichtig haal ik mijn telefoon tevoorschijn. Tegelijkertijd kijk ik voorzichtig of hij niet oplet. Hij is zo gefocust op de weg dat ik gemakkelijk het eerste beste telefoonnummer kan aanklikken. Snel zet ik hem op zijn zachst en klem hem tussen mijn oor en schouder. De telefoon gaat drie keer over. Dan neemt een mannelijke stem op. ''Met Ethan.'' Ik kan wel huilen van geluk als ik de stem van mijn beste maatje hoor. '' Hallo? Is daar iemand? Hayley?'' De tranen rollen over mijn wangen, waardoor het even duurt voordat ik kan praten. '' Ethan? Hoor je me?'' Fluister ik. Het blijft even stil en ik kijk gauw naar Xander. Hij is nog steeds gefocust op de weg. '' Ethan je moet me helpen. Grace en ik... Grace en ik, we hebben een grote fout gemaakt en... En...'' Ik slik en de tranen rollen weer over mijn wangen heen. ''Hayley? Hayley, wat hebben jullie gedaan? Wat is er aan de hand?'' Hij klinkt zo lief, dat ik niets anders wil dan een knuffel. Als ik weer kracht heb geef ik hem antwoord. ''Ethan, we zijn bij een vreemde in de auto gestapt en, en, hij leek zo aardig alleen... Alleen toen gaf hij ons water. Niks aan de hand toch? Maar...maar er zit een of ander slaapmiddel in en ik. Ethan. Hij neemt ons mee. Wat als...Wat als hij ons gaat vermoorden? Ethan?'' Aan de andere kant van de lijn hoor ik hem geschokt reageren. ''Hayley? Het komt goed oké. Het komt allemaal goed. Jullie zijn daar weg voordat je het weet oké? Maar hoe kom je aan je telefoon?'' Ik weet niet hoe ik moet antwoorden. Het enige wat door mijn hoofd heen spookt is dat hij ons gaat vermoorden. '' Hayley, waar zijn jullie?'' Het lukt me niet om te antwoorden. In plaats daarvan maak ik een jammerig geluidje. Net iets te hard. Met een ruk draait Xander zijn hoofd om, ziet mij aan de telefoon en trapt hard op de rem. Mijn telefoon vliegt bijna uit mijn hand, maar dat maakt me niet uit. "Verdomme, Hayley geef me je telefoon!" Klinkt er boos vanuit Xander. Ik zie dat hij naar ht pistool grijpt en ik kijk vluchtig naar Grace. Hier kan ik haar niet achterlaten, maar blijven zitten is ook geen optie.  Ik klik met mijn andere hand mijn gordel los en hoop dat Xander de auto niet op het kinderslot heeft gedaan. En het zit niet op slot. Zo snel als ik kan vlieg ik de auto uit en klem de telefoon weer tegen mijn wang aan. '' Ethan? Zijn naam is Xander en we zitten op die ene lange berg omhoog en ik....ik zit, zat in de auto.' ' Ik kijk snel achter me en zie dat Xander de achtervolging heeft ingezet. '' Ik ben ontsnapt, alleen Grace zit nog in de auto en...en'' Xander roept mijn naam en ik kijk nog een keer om. '' Fuck zeg, hij rent snel. Ethan luister. Hij krijgt me sowieso en dat gaat hij ons vermoorden. Ik kan niet meer Ethan. Mijn conditie is echt baggerslecht.'' Xander blijft mijn naam roepen. Ik probeer te versnellen, maar de verzuring trekt in mijn benen. Sterretjes flitsen voor mijn ogen en mijn ademhaling gaat te snel. ''Hayley? hoe ziet hij eru-.' ' Xander geeft me een duw in de rug en ik val hard op de grond. Voor dat ik goed en duidelijk in de gaten heb dat ik op de grond lig word ik alweer overeind getrokken. Aan mijn haar. Ik gil het uit van de pijn en de tranen stromen over mijn wangen. "Dat was niet slim, Hayley.' ' En zonder pardon rukt hij mijn telefoon uit mijn hand en smijt het op de grond. ''Geef me een reden, waarom ik je nu niet direct vermoord.'' Ik probeer me los te rukken, maar het enige resultaat is dat hij me optilt en me heel stevig vast houdt. Mijn gejammer en gesmeek wordt genegeerd. Zo loopt hij terug naar de auto, maar in plaats van me terug op de achterbank te zetten doet hij de kofferbak open. Ik begin te trappen, maar hij geeft niet eens een kik. "Zou je alsjeblieft daarmee willen ophouden? Dat is een stuk gemakkelijker voor ons allebei.'' Ik schreeuw en gil alles bij elkaar en probeer hem te krabben. Xander laat me vallen. Ik kom hard neer en hap naar adem. ''Ben je klaar met schreeuwen?'' Ik schud van niet en probeer weg te kruipen. Hij zucht. "Of ik plaats je in de kofferbak of je doet het zelf" zegt hij, terwijl voor me gaat staan. "Ik-.." maar voordat ik iets anders kan zeggen knikt hij. "Ga de kofferbak in.' '
'' Nee.'' Beelden van hoe we vermoord zullen worden schieten me voorbij.
'' Ga erin.''
'' Nee!''
Hij haalt een pistool tevoorschijn. Langzaam slik ik, maar vastbesloten me niet gewonnen te geven.
''Ik vraag het niet nog een keer.' ' Het pistool is nu op mij gericht. Ik kijk in de loop, niet wetend wat ik moet doen. Mijn gedachten zijn net als stroop. Plakkerig en aan elkaar vast gekleefd. Heel voorzichtig zweeft er een beeld voor mijn ogen van twee jaar terug. Verdedigingscursus.
Ik sta tegen over mij trainer die een nep pistool in zijn handen heeft en het op mij richt. Alsof het de normaalste zaak van de wereld is sla ik het pistool uit zijn handen en...
Ik krijg een klap in mijn gezicht waardoor ik naar achterval. Xander pakt me ruw bij mijn arm en trekt me overeind. Ik probeer me los te rukken, maar hij geeft me een zet tegen de bumper aan. Een pijnscheut schiet door mijn schenen heen, maar in plaats van voorover te vallen sla ik met mijn vrije hand het pistool uit zijn handen. Xander slaakt een verrast kreetje en kijkt naar het pistool dat de weg op stuitert. Ik sla een triomfkreetje, terwijl Xander begint te lachen.
Voordat ik het weet heeft hij mij met één hand vast en pakt hij met zijn andere hand iets uit zijn jas. Het volgende wat ik zie is een spuitje. Ik raak in paniek en probeer me los te rukken. In plaats daarvan voel een scherpe prik in mijn bovenarm. ''Dan maar op deze manier, het spijt me Hayley.'' zegt Xander terwijl hij me indringend aankijkt. Het duurt niet lang voordat de wereld begint te draaien en het me niet meer lukt om op mijn benen te staan. Ik voel me heel moe en sloom. De wereld stopt met draaien en word langzaam zwart. Ik voel dat ik word opgetild en neergelegd. Vervolgens klinkt het alsof er een bom neer valt, maar ik weet dat het de kofferbak is. Ik hoor de auto weer opstarten en toen...
Was er niks meer. Alleen Ethan aan de andere kant van de telefoon, aan de andere kant van de wereld. Geschokt en niet wetend waar ik en Grace zijn. Niet wetend wat hij moet doen. En die, oh zo knappe Xander, die voor in de auto zat. Met een glimlach op zijn gezicht. En de zon die ondergaat, terwijl het land word omhuld door schaduw.

Edited

Hey, dit is mijn eerste verhaal, en eerlijk gezegd vind ik het heel spannend om op het knopje publiceren te drukken... daarom zou ik graag willen weten wat jullie van het verhaal vinden.
XMaryse

OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu