Hoofdstuk 17

279 7 2
                                    

"HAYLEY!" Geschrokken draai ik me om en kijk nu aan de andere kant naar beneden. Een kleine kilometer terug zie ik het huis staan en een kleine vijf honderd meter verder zie ik Xander. Ik twijfel geen moment, draai me om en ren naar beneden naar het schuurtje toe. Halverwege mijn weg naar beneden heb ik te veel vaart en val voorover. Uit reflex rol ik mezelf op tot een bolletje en houd mezelf klein, totdat ik stil lig. Te snel sta ik op en voel al mijn spieren protesteren. Ik negeer het en controleer snel de snee in mijn hand. De snee is eindelijk opgehouden met bloeden en dat gecontroleerd te hebben ren ik verder naar het schuurtje. Ik heb geen tijd te verliezen. Grace en ik moeten ruim voordat Xander hier is er al weer uit zijn en minimaal honderd meter van het schuurtje verwijderd. Vlug ren ik naar de deur, die op slot zit met een slot. Ik wil al opgeven, maar bedenk me dan dat ik nog een sleutel heb. Ik vis hem uit mijn zak en weet al voordat ik hem erin stop, dat hij past. Met een klik valt het slot op de grond en ik ruk de deur open. Vol verbazing staar ik naar binnen. Ik weet niet wat ik verwacht had, maar dit niet. Misschien verwachtte ik dat het van binnen bouwvallig en koud zou zijn, dat ik Grace in een hoekje zou vinden met een flinterdun dekentje. Maar dat is niet wat ik zie. Wat ik wel zie is een redelijk luxe slaapkamer met daarop Grace. En overal hangen kaarsjes. Hoe blijven die een hele dag bran- "Hayley? Oh my...," hoor ik haar zeggen. "Kom Grace, we moeten gaan. Xander komt eraan en ik weet niet hoelang we nog hebben."zeg ik snel achter elkaar, terwijl ik mezelf al heb omgedraaid. Ik ben dolblij dat ik haar heb gevonden en dat ze nog oké is, maar we hebben geen tijd voor een reüniefeestje. Mijn hartslag is eindelijk een beetje gedaald, maar ik zit nog vol op in de adrenaline. Na een paar stappen te hebben gezegd, hoor ik Grace mijn naam roepen. "Hayley, wacht... ik- ik kan niet weg. Xander heeft mijn enkel vast gemaakt aan de grond." Verbluft draai ik me om. "W-wat?" En mijn geweldige, niet bestaande plan, valt in duigen. Al mijn energie is direct weg. "Hij heeft een ketting om m-" "Dat snap ik." Ze geeft me een klein lachje. Ik kan het niet opbrengen om terug te lachen, want in mijn hoofd telt een timer de seconden af. Ik haast me naar het bed toe. Daar aangekomen krijg ik een knuffel van Grace en voor een klein moment ontspan ik mezelf in haar veilige armen. Een diepe, trillerige zucht volgt. "Oké, we hebben nog een kleine minuut voordat we buiten moeten staan." Ik voel dat Grace knikt en wurm mezelf los. Er zit zo'n ijzeren band, die aan de vloer vast zit, voor gevangenen om haar enkel. Ik probeer hem uit de grond te trekken, maar het lukt me niet. "Waarom. Ga. Je. Niet. Los!", schreeuw ik boos. "Hayley hij gaat alleen los met een sleutel. Je kunt me niet redden, maar jezelf nog wel. Hayley kijk me aan." Met tegenzin kijk ik haar aan. Ik wil niet dat ze dat, wat ik denk dat ze gaat zeggen, zegt. "Vlucht en ga naar de politie. Vertel ze alles. Zij zullen me redden." Ik schudt mijn hoofd en ga door met mijn zinloze actie. "Nee, Ik ga niet weg zonder je. Hij zal je of vrijwel direct vermoorden óf hij neemt je ergens anders naar toe. Oftewl in beide gevallen ben ik je kwijt. En dát gaat niet gebeuren!" De laatste woorden kwamen ietwat schreeuwerig mijn mond uit. "Sorry, ik wilde niet schreeuwen, maar ik ben momenteel een béétje gefrustreerd.", mompel ik er vlug achter aan. "Hayley, gá. Je hebt geen sleutel om het slot mee open te maken en er is geen ander wapen hier." Sleutel... ik heb een sleutel. Snel voel ik mijn zakken. Had, ik had een sleutel. "Waar is die verrekte sleutel..." Oh ja... Ik trek een sprintje naar de deur en zoek buiten naar het slot. Na een paar seconden heb ik hem gevonden en op dat moment gaat mijn innerlijke klok af. Potjandorie... Ik kijk naar de top van de heuvel, maar Xander is nog niet verschenen. En dus ren(spastisch huppelend) ik weer terug. Zo snel als ik kan probeer ik het slot open te doen. Ik steek de eerste paar keer mis, doordat mijn handen zo erg trillen van de zenuwen. "Hier, geef is." Ik laat de sleutel in Graces handen vallen. Vrijwel direct klinkt het geluid van het slot. Alleen duurt het een stuk langer om de enkelband eraf te krijgen. "Grace schiet op! We hebben niet veel tijd meer." Boos kijkt ze me aan. "Waar denk je dat ik mee bezig ben?" Ik geef haar een boze blik en gebaar met mijn handen dat ze door moet gaan. Als antwoord krijg ik rollende ogen terug. Mijn ademhaling wordt steeds sneller en ik begin het benauwd te krijgen. Eindelijk klinkt het verlossende geluid. "Kom," zeg ik, terwijl ik Grace half in paniek van het bed afsleur. Op het moment dat ik me omdraai zie ik Xander in de deuropening. "Waarom zijn jullie zo gebrand op het ontsnappen? Wat is er mis met mij? Ik heb jullie alles gegeven." "Behalve ónze vrije wil en vrijheid.", roept Grace boos. "Je hebt ons weggerukt uit ons leven. Ik weet niet wie je je voor wilde doen aan mij. Maar je bent niet mijn vader. Dus als je een goede ouder wilt zijn voor háár, laat je ons gaan." Xanders gezicht gaat van boos naar gekwetst. "Oh...", hoor ik zachtjes naast me. Verbaasd kijk ik haar aan. En op dat moment komen haar woorden pas binnen. Dus als je een goede ouder wilt zijn voor háár, laat je ons gaan. "Voor haar, als in mij?", vraag ik aan beide. Zodra ik ze een voor een aankijk, ontwijken ze mijn blik. Dus kijk blijf ik Grace aankijken tot ze lichtjes knikt. Ze staan erbij als een stel verzopen schapen. Boos draai ik me om naar Xander. "Waar heeft ze het over? Wat bedoel je?", ik draai me om naar Grace. "En hoe weet je dat?" Ik weet niet waar ik mee bezig ben momenteel. We moeten nu wegkomen, maar ik wil ook weten waarom Xander denkt dat hij mijn vader is. Ik kijk nog steeds naar Grace als ik verzin dat het mes nog in mijn achterzak zit. Vluchtig draai me om, zodat ik Xander recht aankijk. Zo onopvallend mogelijk vis ik de schaar uit mijn zak. "Geef antwoord Xander. Waarom denk je dat jíj mijn vader bent?", zeg ik, in de hoop dat hij niet merkt wat ik daadwerkelijk aan het doen ben. Xander kijkt me gekwetst aan. "Ik... Grace weet het, omdat ik het haar heb verteld. En jou moeder is vroeger mijn vriendinnetje geweest." Ik probeer niet geshockeerd te zijn. Probeer me te focussen om hem uit te schakelen. Het zijn leugens Hayley. Hij verteld je allemaal leugens en heeft het aan Grace verteld, zodat ze niet achter de échte reden aan zou gaan. Leugens, leugens, leugens.... Eindelijk heb ik de schaar vast. Ik zet een paar stappen opzij, waardoor ik naast Grace sta. Ze heeft me direct door en pakt de schaar van me over. "Ik geloof je niet Xander. Mijn vader is thuis, huilend omdat een of andere gek zijn dochter heeft meegenomen." De gekwetste blik verandert weer in een boze. Alsjeblieft laat mijn net in elkaar geflanste plan werken. Alsjeblieft. Ik probeer niet al te gespeeld Grace met een hand achter me te duwen, terwijl ik met mijn andere handen het mes uit mijn achterzak haal. "Ik ben geen gek Hayley. En ik ben er bijna honderd procent van zeker dat jíj mijn dochter bent." Met iets te veel vaart schiet het mes uit mijn zak. Ik zie het blinkende licht in Xanders ogen en aan zijn reactie. Binnen een seconde kijk in de loop van zijn pistool. Achter me hoor ik Grace naar adem happen. Xander zet als reactie daarop een paar stappen naar binnen. "Zou je dat mes naar mij toe willen schuiven? Ik wil jullie geen pijn doen." Ik schud mijn hoofd. "Verander niet van onderwerp!", roep ik boos, terwijl ik vervaalijk met het mes zwaai. "Ik verander niet van onderwerp, ik zorg er alleen voor dat je jezelf geen pijn doet!" "Ik heb al pijn. Pijn van binnen! Laat ons gaan Xander. Het maakt me niet of je mijn vader bent of niet, want vaders ontvoeren hun kinderen en vrienden niet." Ik heb het gevoel dat mijn hoofd gaat ontploffen. "Oké, daar kom ik op terug, want het gebeurd wel, maar dat betekend niet dat jíj dat recht ook hebt." Ik voel Grace haar vingers tegen mijn arm aan. "Hayley, je moet kalmeren. Ik kom nu naar jullie toe en als ik vlak voor jullie ben, dan wil ik dat je het mes aan mij geeft." Het feit dat hij denkt dat hij ons alsnog kan commaderen, zorgt ervoor dat er iets in mij knapt. En voor de tweede keer probeer ik Xander te doden. Met een flinke zwaai werp ik het mes zijn kant op. Een trots gevoel trekt door me heen, zodra het mes mijn hand verlaat. Nog geen honderste seconde daarna klinkt een ijskoude gil. Een luide knal volgt, gepaard met een duw in mijn rug. Ik voel de kogel langs me heen razen. Terwijl ik naar beneden val, mist het mes Xander en komt in plaats daarvan tegen een kaars aan. Bijna op hetzelfde moment vallen de kaars en ik op de grond. Alleen valt de kaars op hooi en vat het hooi vrijwel direct vlam.

OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu