Hoofdstuk 19

257 7 4
                                    

Ik sta boven op een andere heuvel en kijk neer op een verlicht stadje. Het is donker buiten en erg koud. Mijn voeten deden zeer, maar ik voel ze niet meer door de kou. Mijn maag rammelt en dat zorgt ervoor dat ik weer in beweging kom. Ik schat dat het nog een klein half uurtje lopen is. De vermoeidheid wordt steeds erger, maar ik ben bang dat ik dood zal vriezen. Voetje voor voetje kom ik langzaam vooruit. Ik ben onderweg al een paar keer gevallen en heb mijn knieën flink opengehaald. Er raast nog steeds paniek door me heen en bij elk geluidje dat ik hoor schrik ik op. En Grace schiet nog steeds door mijn hoofd heen. Oh, Grace. Ik mis je. Ik mis je, ik mis je, ik mis je. Ik dacht dat mijn tranen op waren, maar ze beginnen opnieuw te stromen. Ze voelen heet aan tegen mijn koude wangen. Boos veeg ik ze weg. Ik ben zo ver weg met mijn gedachten dat ik niet eens de auto achter mij heb horen aankomen. De auto schiet me voorbij en ik val van schrik in de berm. Ik val ongelukkig in de berm en kom hard op mijn handen neer. Sissend voel ik aan me pols. De achterlichten verdwijnen in de verte en ik sta langzaam op. Mijn hartslag gaat als een gek te keer. De tranen beginnen opnieuw te stromen. Oh god, ik ben echt een puinzooi momenteel... Doorgaan Hayley, je bent er nog niet. Ik veeg de viezigheid van me af. Bibberend haal ik adem. Achter me klinkt het geluid van brekende takjes. In paniek draai ik me om. Ik begin te hyperventileren. Het probleem is dat er niks te zien valt. Ik neem de gok niet om te blijven staan en te zien of er iemand aan komt. Gehaast draai ik me om en zet het op een rennen. Alles om me heen schiet aan me voorbij. Het is net of ik in een of andere sneltrein zit. Ik ben nu bijna aan de voet van de heuvel en het dorpje komt in zicht. Voetstappen klinken achter mij, waardoor ik nog meer versnel. Honderd meter voor het dorpje hoor ik vlak achter me iemand ademen. Het lukt me bijna niet meer om adem te halen. Ik krijg te weinig zuurstof binnen, waardoor er overal sterretjes verschijnen. Dat ik aan het huilen ben helpt ook niet echt. "Ga weg! Ga weg! Ga weg!" Schreeuw ik, terwijl ik door blijf rennen en huilen. Ik moet een paar keer knipperen, voordat ik weer voor me kan kijken. Het welcome bord komt in zicht. "Hayley, wacht! Laat me niet alleen. Ik heb je nodig!" Als antwoord schreeuw ik de longen uit mijn lijf. Wat wordt gevolgd door gehoest. Ik ren het dorpje binnen en zie overal schattige huisjes staan. "Hayley!" Het begint met te duizelen. "Ga weg Xander. Laat me met rust!" Ik ren een hoek om en bots direct tegen iemand aan. Twee sterke handen zorgen ervoor dat ik niet op de grond val. "Whoo, easy." Ik haal stotend adem. Duizelig draai ik me om in verwachting Xander te zien, maar hij is nergens te bekennen. "Everything okay girl?" Ik draai me weer om en kijk bang op naar de meneer voor me. "W-wat?" De man kijkt me beter aan en zijn ogen worden groot. "Come, I will take you to my house. You are safe now. Okay? You are safe." Ik begrijp hem niet. Wat wil hij? Ik, ik... alles wordt donker om me heen.

~

Een vaag gemompel dringt mijn slaap binnen. Met moeite krijg ik mijn ogen open. En direct doe ik ze weer dicht. Het licht is verblindend en steekt in mijn ogen. Voorzichtig open ik ze opnieuw. Alles om heen is wit. De ruimte is vrij klein. Overal hangen kaartjes en ballonen. Dan pas zie ik waar het gemompel vandaan komt. In de deuropening staan vijf mensen. Dé man, een vrouw, nog een oudere vrouw in het licht blauw en twee mannen, beiden in een uniform. Er kriebelt iets in mijn arm en als ik krab voel ik iets zitten. Het is een kleine naald met daaraan een infuus. Dan pas merk ik het gepiep van het apparaat naast me. Ietwat paniekerig kom ik overeind, terwijl ik het infuus eruit probeer te trekken. Xander weet vast al dat ik hier ben en dan... dan.. Ik moet weg, nu direct. De vijf mensen bij de deur hebben nog niks in de gaten. Ik ruk het infuus eruit, terwijl ik zachtjes sis. Het dekbed sla ik zo zachtjes mogelijk van me af. Een licht blauwe lelijke pyama komt te voorschijn. Ik grimas en kom helemaal overeind. Met moeite lukt het me om mijn benen over de rand te gooien. Ik kom eraan Grace... Met die gedachte laat ik mezelf van het bed afzakken. Dan pas heeft iemand het door, waar ik mee bezig ben. "Hey, you are awake.", klinkt er vanuit de jonge vrouw. No shit sherl- Nope, we gaan niet mee doen aan die hype... Ik kijk de vrouw uitdagend aan en op dat moment heeft ze in de gaten wat ik wil. "No, you can't-", maar ik heb al een stap gezet. Mijn benen voelen aan als pudding en het lukt ze niet om me te dragen. Met een klein gilletje val ik naar de grond toe, maar twee sterke handen houden me tegen. Ik word weer overeind gezet en terug op bed getild. Een beetje schuldig kijk ik op naar mijn redder. Zodra ik hem aankijk, flitst er een herinnering van gisteren door me hoofd. "Hayley, wacht! Laat me niet alleen. Ik heb je nodig!" Als antwoord schreeuw ik de longen uit mijn lijf. Wat wordt gevolgd door gehoest. Ik ren het dorpje binnen en zie overal schattige huisjes staan. "Hayley!" Het begint met te duizelen. "Ga weg Xander. Laat me met rust!" Ik ren een hoek om en bots direct tegen iemand aan. Twee sterke handen zorgen ervoor dat ik niet op de grond val. "U zorgde er gisteren voor dat ik niet viel." Hij kijkt me vreemd aan, maar glimlacht en knikt gewoon vervolgens. Hij zet een stap achteruit en gaat tussen de vier andere mensen in staan. De ouder vrouw komt naar me toe en stopt het infuus er weer terug in. "How are you feeling yourself today?" Bang kijk ik haar aan. "I-  Grace, she.. I." Meer krijg ik er niet uit en ik begin te huilen. De oude vrouw staat op en komt naar me toe. Wantrouwig verplaats ik mezelf naar achteren. Haar ogen verzachten en met een verwelkomende glimlach kijkt ze me aan. Ik twijfel. Xander leek ons aardig, anders waren we nooit de auto ingestapt. Maar tijd om me nog verder terug te trekken heb ik niet, want de vrouw heeft me al in een knuffel getrokken. "It is oké, you are safe now. You are safe." En ik ontspan mezelf. Opnieuw begin ik te huilen en de vrouw strijkt over mijn haar heen. Ze laat me los en houdt me op een afstandje. Ze zucht diep en haalt mijn tranen weg. Ze slaat een arm om me heen en stapt weg, zodat ik de rest van de mensen weer zie. Ze kijken me allemaal met medelijden aan. Ik slik en begin aan de pyama te friemelen. De vrouw ziet het en wrijft over mijn rug heen. "I changed your clothes, because they were really dirthy. And the doctor couldn't check you with the clothes on, so we had to remove them. And I am the only one who has seen you." Ik kijk haar glimlachend aan en knik. "Hoi.", hoor ik aan de andere kant. Verbaasd kijk ik de man in uniform aan. Hij glimlacht terug. "Ik spreek beetje Nederlands. Ik heet Robert an dit is
Aaron. Wij sijn van de politsie en komen jou helpen. Kun jij mij vertellen wie je bent, waar je vandaan komt an wat er is gebeurt?" Ik veeg mijn laatste tranen weg en kijk Robert aan. Oké, ik kan dit. Dit gaat me lukken. Ik haal diep adem en blaas het zachtjes uit.
"Mijn naam is Hayley en ik kom uit Nederland. I-ik... Grace... Xander, hij." Ik dacht dat ik alles onder controle had, maar mijn gedachten slaan opnieuw op hol. Flitsen van- van... "Welke dag is het?", en dat is het enige wat ik er normaal uit mijn mond krijg. "N-nee, ik bedoel... hoe, ik... hoelang heb ik geslapen?" Iedereen kijkt van mij naar Robert. "Je bent hier gisteravond rond elf uur binnen gebracht en het is nu... half tien 's ochtends. Als de dokter je straks nog een keer heeft gecontroleerd, dan mag je ook met ons mee naar het bureau om te praten? Ten minste als je dat wil." Ik schud mijn hoofd. "Oké, dat is prima. Er komt een psychiater aan en de arts zal zo wel terug komen. Je ouders zijn al gebeld en komen eraan. Ze zullen er binnen een half uurtje zijn. Wij komen daarna wel terug om je een paar dingen te vragen oké?" Ik knik. "Is er nu iets noodzakelijks wat wij móeten weten?", vraagt hij, terwijl hij aanstalte maakt om weg te gaan. "Grace is dood. En hij heet Xander..." Zijn ogen worden direct groot en de oude vrouw slaat geschrokken haar hand voor haar mond. "Oké, dank je Hayley. Zou je ons straks kunnen laten zien waar jullie gevangen werden gehouden?" Ik knik, terwijl allerlei herinneringen door mijn hoofd heen schieten. Robert wil nog iets zeggen, maar op dat moment verschijnen er twee personen in de deuropening. Een klein gejammer komt van die kant af en een paar seconden later wordt ik bedolven onder knuffels en kusjes. Ik zie mijn vader naast het bed staan. Er staan tranen in zijn ogen. "Lieverd, misschien moet je Hayley even loslaten." Snel laat ze me los en kijkt me met tranen in haar ogen aan. "Oh, Hayley..." Ik begin opnieuw te huilen. Het idee dat Grace haar ouders nooit meer zal zien en haar ouders Grace niet, doet me heel veel pijn. Mijn ouders komen naast me op het bed zitten. Mijn vader trekt ons drieën in een knuffel.  Ik voel me weer veilig.  En met dat gevoel val ik weer in slaap.

OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu