Hoofdstuk 12

316 8 0
                                    

Er is niks te vinden. Het plan was simpel. Een van ons doorzoekt elke kamer doorgrondig, terwijl de ander op de uitkijk staat. Maar we hebben alle kamers gehad en er is niks gevonden. Het enige positieve is dat we de voordeur hebben gevonden. Er was blijkbaar een deur in de keuken. Grace en ik dachten eerst dat het een voorraad kast was, maar besloten toch daar te gaan kijken. Ik deed de deur open en keek de "kast"in. Het bleek een mini halletje te zijn met de voordeur. Grace zag het ook en was al naar de deur gerend, die dicht bleek te zijn. Hoe verrassend. Gefrustreerd smijt ik onze slaapkamerdeur dicht. Grace schrikt op en kijkt me vervolgens boos aan. "Hayley, die deur kan er niks aan doen dat we niks hebben gevonden." Nu is het mijn beurt om haar boos aan te kijken. Ik ben van plan om iets snauwerigs terug te zeggen, maar bedenk me. De sfeer tussen ons, was de afgelopen dagen fijn en ik wil het nu niet verpesten, terwijl ze morgen weggaat. Ik begin toch een beetje bang te worden als ik aan morgen denk. Wat als hij Grace gewoon vermoord? Ik zal het nooit te weten komen en... ik kijk Grace aan. "Waarom zou hij jou vrijlaten als je direct naar het eerst beste politiebureau kunt lopen en hem kan aangeven? Hij is niet super slim, maar zeker niet dom..." Grace kijkt me gekweld aan en zucht vervolgens. "Dat vraag ik me de afgelopen dagen ook al af. Maar we kunnen er nu niks meer aan veranderen. Alleen hopen dat ik morgen niet dood langs de weg wordt gevonden. Maar hé, ik heb de afgelopen dagen geen tv meer gekeken en Xander is toch nog niet terug. Zullen we is gaan kijken?" Ik kijk Grace nog een keer goed aan en knik vervolgens. Té vrolijk staat ze op en loopt voor me uit. Maar die te veel vrolijkheid slaat direct om, zodra ze de televisie aanzet. Net zoals twee weken geleden, verschijnen onze gezichten op de televisie. Maar dit keer met niet zo goed nieuws. Ik hoor een snik van Grace komen en loop snel naar haar toe. Als ik bij haar ben, trek ik haar in een knuffel en houd haar zo vast. Haar uithalen worden gesmoord in mijn shirt en ik streel zachtjes door haar haren. Mijn blik valt weer op de televisie en ik lees de tekst opnieuw. Er is nog steeds geen spoor van de twee vermiste meisjes. Ze zijn al een kleine drie weken vermist. De politie denkt dat ze ondertussen overleden zijn. De de zaak ligt al een tijdje stil, vanwege gebrek aan informatie. Heeft u nog tips voor de politie, bel dan ...
Ik laat Grace los en zet de televisie uit. Ik begeleid haar terug naar onze kamer, waar ze zich op bed laat vallen. Na een paar minuten is ze in slaap gevallen en laat ik mijn tranen los.

Ik word wakker van een deur die dichtslaat. Ik schiet overeind en kijk om me heen. Het is al donker en volgens mij begint het weer licht te worden. Er is niemand in onze kamer. De voetstappen komen van buiten en vervolgens wordt er een autodeur dichtgeslagen. En daarna nog een. Verbaasd draai ik me om naar Grace. "Grace, hoorde je dat ook?" Ik krijg geen antwoord. "Grace, wordt wakker." Voorzichtig stap ik uit bed en loop naar die van haar. Alleen is er geen Grace. Haar bed is leeg. Ik voel met mijn hand of haar bed nog warm is, maar dat is hij niet meer. Ik verstijf en draai me paniekerig om. De auto buiten wordt opgestart. Ik ren naar de deur, die tot mijn opluchting open is. Zo snel als ik kan, ren ik naar de woonkamer en kijk naar buiten. De auto rijdt nog achteruit en ik kan Grace en Xander zien zitten. Ik knap van binnen en begin te schreeuwen. Ik ram met mijn handen op het raam, maar het helpt niet. Grace zit nog steeds in de auto die nu weg rijd. De auto komt een stukje naar voren en op dat moment ontmoeten de ogen van Xander die van mij. Hij knijpt ze even dicht en rijdt vervolgens weg. Mijn geschreeuw is nu overgeslagen op gillen. Tranen van onmacht stromen over mijn wangen. Mijn gegil is langzaam overgegaan tot gejammer en verslagen laat ik me op de grond zakken. Ik laat mijn hoofd tegen het raam aan liggen. Mijn hand heb ik tegen het raam aangelegd, alsof Grace haar hand elk moment tegen die van mij zal aanleggen.

Het gevoel van onmacht begint scherpe randjes te krijgen en langzaam word ik boos. Ik zit hier al een tijdje en er is nog steeds geen spoor van Xander. Door hem kan ik mijn hand niet meer tegen die van Grace aanleggen, niet meer met haar lachen, huilen, roddelen en... en... een boze schreeuw ontsnapt uit mijn mond. Hij heeft ons niet eens afscheid laten nemen. En die gedachte maakt me razend. Ik ben nooit een kind geweest die met dingen smijt, maar ik denk dat ik daar maar is verandering in ga brengen. En met een brede glimlach sta ik op. Oké, waar zal ik is beginnen?

OntvoerdWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu