Ik weet niet hoelang ik al zo zit, maar er is nog steeds geen teken van leven van Xander. En hij is toch al een kleine dertig minuten buiten westen. Ik heb zo' n gevoel dat ik hem iets té hard heb geslagen. Er zit een grote bult op de zijkant van zijn hoofd. Misschien moet ik daar maar iets koels op leggen. Vermoeid sta ik op en loop naar de keuken. Uit de vriezer haal ik een icepack, wikkel die in een theedoek en loop weer terug. Voorzichtig houd ik hem tegen zijn hoofd aangedrukt, terwijl ik hem wakker probeer te maken. "Joh, Xander, wakker worden." Fluister ik zachtjes. "Xaaaander, waaakkeeer wooooorden.... Xander!" Ik krijg geen reactie. "W.a.k.k.e.r w.o.r.d.e.n! Potverdorie Xander! Ik heb je nodig! Je móet me vertellen waar de huissleutel ligt." Geïrriteerd laat ik de icepack op de grond vallen en ga tegenover hem zitten met mijn rug tegen de muur aan. "Ik haat je echt hé. Ik bedoel, je brengt Grace zogenaamd weg, zonder dat ik afscheid van haar kon nemen. Dacht je echt dat ik dat zou accepteren? Ha, zoals je al kon zien in de woonkamer, nee dus. En oh ja, dan heb je ons ook nog een klein leugentje verteld. Zeker voor ons eigen bestwil. Ja, ik zal Grace vrijlaten. Ik zweer het, bla bla bla... Je bent een liegenaar, Xander."
"Weet ik." Ik slaak een gil en spring op. "What the f*ck, Xander!" Roep ik boos naar hem. Hij trekt een wenkbrauw op en kijkt me met samengeknepen ogen aan. Dan zucht hij. "Zou je me los willen maken?" Ik schud direct mijn hoofd. "Nee. Nee, ik ga je niet losmaken." Boos rukt Xander aan de handboeien. "Niet voordat je mij de huissleutels geeft." Hij lacht kort. "En waarom zou ik jou de huissleutels geven?" Ik haal nonchalant mijn schouders op. "Nou ja, jij zit daar vast en kan nergens bij. Ik ben diegene die bij het eten en het water kan. Verzin de rest zelf maar." Ik draai me om op mijn hakken en loop zelfverzekerd de kamer uit. "Hayley!" Zodra ik de deur uit ben, doe ik hem achter me dicht. "Hayley!"
Ik loop naar de woonkamer en ga op de bank zitten. Vermoeid leun ik er tegen aan. Ik weet niet meer wat ik moet doen. Het maakt niet uit wat ik probeer, het eindresultaat is elke keer hetzelfde. Onze ontsnappingspoging mislukt en we hebben alleen maar meer pijn. Alleen ben ik deze keer in mijn eentje, heb ik geen steun. Ik weet niet wat ik met Xander aanmoet, want zo heb ik niks aan hem. Ik weet niet eens wat ik met mezelf aan moet. Wat ik wel weet, is dat ik Grace uit die schuur moet krijgen en dat we hier wegmoeten. Voor de zoveelste keer zucht ik vandaag. Er is momenteel niet veel wat ik kan doen. Ik sta weer op en loop naar "mijn" kamer toe.
Uitgeput laat ik me op het bed vallen. Ik doe geen moeite om iets anders aan te doen en binnen een paar seconden ben ik in slaap gevallen.~~~~~
Ik was al vroeg wakker, al voor dat de zon weer opkwam. Het eerste wat ik deed was controleren of Xander nog vast zat. Hij sliep nog en stilletjes was ik naar de keuken gegaan. Ik had mijn ontbijt gemaakt, opgegeten, schone kleren aangedaan, de huissleutels gezocht, dat opgegeven en begonnen met tekenen. Daar ben ik nu nog steeds meebezig en er is nog geen teken van leven van Xander. Ik zet nog een paar streepjes op het blad, maar besluit dat ik mijn tekening er alleen maar meer mee verpest. Zuchtend leg ik mijn potlood neer. Waarom ben ik zo slecht in verzinnen wat ik moet doen, als ik me verveel?
Een luide bonk komt uit de slaapkamer van Xander. "What the.."mompel ik, als ik opsta om bij Xander te gaan kijken. Met een flinke duw, gooi ik de deur open en met een klap komt de deur tegen de muur aan. Ik verwacht Xander in het midden van de kamer, vast aan het bed. Alleen-... met een flinke duw wordt ik tegen de muur aangesmeten. Ik schreeuw het uit van de pijn en val voorover op de grond. Het lukt me maar net om mezelf op te vangen met mijn handen. Een trap volgt in mijn maag, en een lichte kreun ontsnapt uit mijn mond. Een explosie van pijn schiet door mijn lichaam heen. Ik kijk omhoog en kijk recht in de ogen van Xander. Hij wil nog een keer uithalen, dus krul ik mezelf helemaal op. Ik hoor hem zuchten, schuin kijk ik omhoog en zie dat hij de kamer uitloopt. Met een lichte kreun kom ik overeind. Het lukt me tot de deurpost te komen en stiekem kijk ik om het hoekje heen. Xander komt net uit de keuken lopen en pakt zijn jas van de stoel. Snel zet ik een stap de gang in en strompel achter hem aan. Hij heeft niks in de gaten en loopt stug door naar de voordeur. Ik versnel en pak de vaas van de tafel. Zodra Xander de deur opengooit, smijt ik de vaas tegen de achterkant van zijn hoofd aan. Een verbaasd geluidje ontsnapt nog uit zijn mond en vervolgens zakt hij als een zoutzak in elkaar. Vluchtig pak ik de autosleutels uit zijn handen. Ik ren door de deur heen naar de auto toe, maar bedenk me dan iets en ren terug. Mijn hart gaat als een bezetene tekeer en de vermoeidheid kruipt nu al door mijn lichaam heen. In de keuken aangekomen, ruk ik alle laatjes op zoek naar een schaar of het koksmes. In het vierde laatje vind ik het koksmes én een schaar. Ik pak ze beiden en ren weer naar buiten. Vermoeid laat ik me daar voor de auto op een been zakken. Met veel kracht ram ik het mes in de linker voorband. Een luide knal, gevolgd door luid gesis volgt. Ik kom weer overeind en ren om de auto heen naar de rechter achterband. Ook nu weer laat ik me op één been zakken. Ik wil de schaar erin rammen, maar hij is niet scherp genoeg. Dus ren ik weer terug en probeer het mes eruit te halen. Met te veel kracht ruk ik het mes uit de band, waarna een brandende pijn in mijn hand volgt. "Fück... verdomme..." een diepe snee staat in mijn hand. Ik klem mijn kaken op elkaar en ren voor de tweede keer naar de achterband. Met een flinke knal loopt ook deze band leeg. De wond brand heel erg, ik heb nog nooit zo een pijn gevoeld. Sissend van de pijn sta ik op en doe ik de bestuudersdeur open. Het mes en de schaar stop ik mijn achterzak. Vlug doorzoek ik de auto op eventuele aanwijzingen, maar vind niks. Het enige wat ik kan doen is gewoon gaan rennen en hopen dat ik het schuurtje tegenkom. Maar dan valt mijn oog op een sleutelhanger. Snel vis ik de sleutel uit het bakje, waarin hij ligt en begin te rennen. De auto kwam altijd van de raamkant in onze kamer en dat is ook de richting die ik opren. Ondanks het feit dat mijn conditie helemaal weg is, voelt het gras onder mijn voeten goed. De lucht die ik inadem geweldig. Na een paar weken binnen te hebben gezeten, voelt alles goed. Eergisteren verlangde ik zelfs naar de regen... Ik blijf ergens achter hangen en val voorover. Met een smak en een gil kom ik hard op het gras neer. Ik verwachtte een pijnscheut, maar die komt niet vanwege de adrenaline die door mijn hele lichaam stroomt. Met een kleine kreun kom ik weer overeind. Ver achter me hoor ik een autodeur met een klap dicht worden geslagen. Dat geluid geeft me weer nieuwe energie en ik vervolg mijn tocht naar de schuur. In de verte doemt er een heuvel op en mijn benen worden er nu al moe van. Daarom herhaal ik als een mantra het geluid van de autodeur die werd dichtgeslagen in mijn hoofd. Hij komt je achterna Hayley en hij zal je mee terug sleuren naar het huis. En misschien wordt hij nu wél gewelddadig. Doorgaan, doorgaan, doorgaan. Voordat ik het weet sta ik uitgeput boven op de heuvel en kijk ik neer op een onlangs nog opgeknapt schuurtje.
JE LEEST
Ontvoerd
Mystery / Thriller'' Ben jij niet moe?' Ik knik van niet, maar ik voel me wel uitgeput. Het is niet dat ik moe van het wandelen ben, maar alles kost in één keer heel veel moeite. Ik probeer Grace wakker te makken, maar ze reageert nergens op. Alsof ze een slaapmidde...