bladzijde 17

342 13 3
                                    

Vanuit Laura:

We komen aan bij de Jumbo. Ik ren meteen naar een karretje. Ik grabbel in mijn jaszak en haal er een muntje uit. Ik draai me om, en wil met de kar naar achter toe lopen. BAM. Mijn hoofd knalt tegen iets hards. Ik word tegen de kar aangeduwd. Als ik tegen de kar aankom krijg ik ook een klap, en val ik op de grond. Maar op de grond lag al iemand dus ik val boven op die gene. Ik word aan me arm omhoog getrokken. Ik sta weer recht. Ik zie Nils op de grond liggen. Ook hij word aan zijn arm omhoog getrokken door Rein. Nils en ik kijken elkaar aan. Ik voel dat ik begin te blozen. Sorry zeggen we tegelijkertijd. Oké Laura faal. Mijn hoofd word volgens mij nog roder. Snel kijk ik in het raam. Gelukkig het valt nog wel mee. Owen heeft ondertussen de kar al gepakt. Hij en Rein lopen richting de ingang. Komen jullie nog, of blijven jullie elkaar aanstaren roept Owen. Ik word wakker uit mijn trans, en loop samen met Nils de winkel in. Ik ren op Owen af, spring op zijn rug, klim over zijn schouders, en laat me zo de kar in zakken. En ik ben niet gevallen. Opeens begint de kar als een gek te rollen. Ik zie Rein die duwt. Hij gaat op de stang staan, en we rijden zo heel de gang door. Rein stop! stop! Gil ik. Gelukkig springt hij, en houd de rollende kar tegen. Als we alle boodschappen hebben gaan we weer naar de fietsen. We proppen de tassen achterop de fiets van Nils, en een paar hangen aan het stuur van de fiets van Owen. Rein springt snel op de fiets van Owen, en Owen gaat bij hem achterop zitten. Ik kijk Nils aan. Hoe gaan we dit doen? Vraag ik aan hem. Hij gaat op zijn fiets zitten. Gelukkig kan hij met zijn voeten bij de grond anders was hij omgevallen. Kom je nog? Vraagt hij. Ik loop op hem af. Hij pakt me opeens vast. Ik schrik me rot. Hij tilt me op zijn stang, en begint te rijden. Ik weet me god niet waar ik me aan vast moet houden. Dus ik flikker bijna van de fiets. Ik grijp van schrik de jas van Nils vast die open hing. Ik trek me weer omhoog, en probeer in evenwicht te blijven zitten. Ik hou die jas nog maar even vast voor dat ik weer flikker. We rijden alweer tussen de weilanden door. Ik kijk naar Nils. Hij kijkt geconcentreerd voor zich uit. Nu pas zie ik de grote bult op zijn voorhoofd. Zachtjes begin ik te gniffelen. Hij kijkt me aan. Ik moet nu nog harder lachen. Wat? Zegt hij. Ehh Nils ik denk dat mijn hoofd een beetje te hard was. Hoezo? Er zit een klein bultje op je voorhoofd. Klein is een beetje sarcastisch, want het is best een grote. Heel voorzichtig laat hij met een hand zijn stuur los, en gaat met zijn hand naar zijn voorhoofd. Auw zegt hij. Zijn hand gaat weer snel naar het stuur, omdat hij begint te wankelen. Ik dacht dat ik een kleine bult had volgens jou zegt hij. Opeens komt Rein weer langs ons gereden. He zijn jullie er ook nog zeg ik. Ja meneer hier heeft een conditie van nul zegt Owen, terwijl hij moeite heeft om zijn lach in te houden. Sorry hoor roept Rein terug. Hij kijkt naar Nils. Zoooooo wat heb jij een joekel van een bult op je voorhoofd zitten. En hij word helemaal rood van het lachen. Nils kijkt een tikkeltje bozig voor zich uit. Sorry Nilsje zeg ik. Maakt niet uit. En we zijn weer thuis. We pakken alle boodschappen en lopen naar binnen. Eva zit op de bank in haar tekstboek te schrijven. Als we binnen komen kijkt ze meteen op. Haar blik gaat van mij, naar Owen, naar Nils. Haar blik blijft hangen bij Nils. Nils wat….., maar voor ze verder kan praten valt Nils haar in de reden. Ja ik heb een enorme bult op mijn hoofd zegt hij chagrijnig. Hij gaat mokkend zitten op de bank. Oké hem moet ik weer vrolijk krijgen. Ik loop naar de keuken, en maak een kastje open. Hier ligt mijn geheime snoepvoorraad. Ik pak mijn chocolade reep. Ook pak ik een ijspack uit de vriezer. Ik loop naar de kamer, en ga langs Nils op de bank zitten. Hij zit nog steeds somber voor zich uit te staren. Rein, Eva en Owen zijn ondertussen de boodschappen aan het opruimen. Ik duw de ijspack tegen zijn voorhoofd, en leg de chocolade reep op zijn benen. Hij pakt de ijspack over, en kijkt me blij aan. Sorry Laura dat ik zo chagrijnig deed zegt hij. Ah joh vergeten en vergeven zeg ik hem. Ik krijg een knuffel, en even later zitten we met z’n tweetjes rustig op de bank de chocolade reep op te peuzelen.

Everything will be fine | MainstreetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu