bladzijde 1

736 14 4
                                    

Vanuit Eva:

Ik ben quad aan het rijden. Ik ben op het strand.{zie foto} Het is super heet. Ik had afgesproken met Laura om 2 uur. Het is nu pas 1 uur. Laura en ik zouden met z’n tweetjes gaan zwemmen. Ik rijd nog wat rond in de duinen, en eindelijk is Laura er. Heey meid ben je hier al lang? Vraagt ze. Ja ik was er al om 1 uur. We doen onze kleren uit en gaan zwemmen. We hadden onze bikini’s al onder onze kleren aan. Het is lekker warm. Opeens word het superdonker. Laura kom dan gaan we weer volgens mij is er slecht weer op komst. We kleden ons snel om. We zijn onderweg naar onze quad’s die we hebben geparkeerd in de duinen. Opeens horen we een superharde knal. Laura kijkt geschrokken om. Ik kijk naar waar haar blik naar kijkt. De golven zijn super woest. Poep ik ben mijn tas vergeten roept Laura. We rennen met z’n tweeën terug. Gelukkig zijn de golven nog niet over de tas heen gekomen. Er staat een stevige wind. Laura is alweer terug gelopen naar de quad. Ik sta verstijfd te kijken. Ik kan even niks meer doen. Ik zie een jongen. Hij schreeuwt het uit van de pijn. Hij valt in het water. Laura heeft de schreeuw ook gehoord. Er stond nog een jongen bij de jongen. De jongen is in het zand gevallen. De golven slaan bijna over hem heen. Opeens komt er beweging in mijn benen. Ik begin te rennen en te rennen. Ik ren de zee in. Nu zwem ik. Ik zoek de jongen. Ik duik onder water. De golven slaan tegen me aan. Het is hartstikke zwaar, maar ik moet doorzetten.  Ik zwem met al mijn kracht. Daar is hij. Ik duik onder water. Ik zie de jongen.  Ik trek aan zijn arm. Nu pas zie ik dat hij vastzit tussen stenen. Zijn middel word afgeklemd. Ik duw met al mijn kracht. Geen beweging. Ik ga snel naar boven, want ik heb geen lucht meer. Ik neem een grote hap lucht. Weer duik ik onder water. Ik zwem naar de steen. Ik denk aan alle dingen die er zijn gebeurd in mijn leven. Ik denk eraan. Ik voel al mijn emoties opkruipen. Ik zet kracht tegen de steen. Hij rolt opzij. Ik pak de jongen vast, en trek hem mee omhoog. Als ik boven kom gaan de ogen van de jongen open. Ik kuch van mijn adem die ik nog net kon inhouden. De jongen begint te schreeuwen van de pijn. Hij begint te huilen als een gek, ook van dat hij geen adem had. Rustig alles komt goed zeg ik tegen hem. Ik pak hem onder zijn armen vast. Ik duw hem stevig tegen me aan, zodat ik hem niet kan verliezen. De golven worden steeds ruwer. Ik zorg dat z’n hoofd boven water blijft. Ik zwem zo goed als ik kan naar de kant. Daar komt Laura al aanrennen met dekens. Ik sta op en ren het laatste stuk. De jongen kan niet lopen dus ik probeer hem op te tillen. Ik leg hem neer. Hij heeft een flinke wond. Laura slaat de dekens om hem heen. We moeten nu naar huis zegt ze. Laura gaat eerst mijn quad halen. Ik ga zitten. Ehm Laura hoe krijg ik hem mee? Ik zet hem tussen je benen. Dan kun je hem met een hand vasthouden. Ze helpt hem op de quad. De jongen trilt van de kou. Hou je goed vast vertel ik hem. Als ik de motor start zie ik langzaam de ogen van de jongen dichtgaan. Licht in paniek zeg ik dit tegen Laura. Dan moeten we opschieten zegt ze. Hij is vast onderkoeld. Ik rijd naar de ander quad waar een jongen opzit. Het is die ander jongen. Hij is nog steeds in shock volgens mij. Laura start ook haar quad, en we rijden naar mijn huis.

Everything will be fine | MainstreetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu