Notes enzooow

281 14 9
                                    

Whadup people

Ik heb hier een stuk tekst. Het is eventueel een deel van een verhaal wat ik aan het schrijven ben. Ik zou graag willen weten wat jullie er van vinden. Volgens mijn vriendin moest ik het er op zitten dus hier is het.

ICU x

Whateva

Opeens herinner ik me de spullen die ik laatst aan trof in het huisje. Ik ren de tuin door. Ik heb het vreselijk koud. De regen valt met bakken uit de lucht. Met moeite klim ik de rotsen op. Een mega harde donderklap weergalmt in mijn oren. Ik val bijna maar herpak me snel. Ik ren naar het huisje toe. De deur staat open. Snel ga ik naar binnen. Kleren liggen op de grond. Hij is hier net nog geweest hij moet hier ergens zijn. Ik ren naar buiten. Ergens ver tussen de bomen zie ik een schim. Ik ren er naartoe. Ik ren ik ren. Ik kan niet meer stoppen. Ik zie iemand rennen. Opeens begint er iets te kraken. De tak voor diegene breekt om. Kijk uit! Schreeuw ik. Geschrokken kijkt degene om. Het is Rein. Hij was ook opzoek. De tak valt naar beneden. Hij staat verstijft. Niks doet hij. Hij blijft staan. Neee!! Gil ik. Ik ren nog een stuk naar voren, en spring. Ik duw hem opzij. Met een plof komt hij voor op de grond terecht. Dan raakt de zware tak mijn buik. Ik zit vast, en kan niet weg. Langzaam voel ik dat ik mijn bewustzijn verlies. Ik krijg het vreselijk benauwd. Nee Yarah! Schreeuwt Rein. Het is mijn schuld. Allemaal mijn schuld huilt hij. Rein het is niet jouw schuld. Rein word vreselijk boos, en trapt tegen een boom aan. Ik verlies bijna het laatste beetje van mijn bewust zijn. Opeens beweegt de tak boven op me. Rein tilt hem op. Yarah snel zegt hij. Hij houd de tak bijna niet meer. Met al mijn kracht probeer ik opzij te gaan, maar het lukt niet. Sorry zeg ik zacht. Het lijkt allemaal fout te gaan. Rein kan de tak niet meer houden. Opeens word ik ruw weggetrokken. Ik word naar achtergetrokken, en val. Op iemand. Diegene houd me stevig vast. Het is Nils hij heeft me gered. Hij is terug. 3 dagen waren ik, Rein, Daan en Owen naar hem opzoek. Hij was nergens te vinden. Niemand had hem meer gesproken, of gezien. En dat allemaal vanwege die stomme actie van zijn vader. Hoe kon hij zijn zoon naar zo’n lange tijd niet gezien te hebben nu slaan. Wie slaat überhaupt zijn kind.  Nils ontfermt zich meteen over mij. Ik zie dat hij bloed heeft. Nils het gaat wel ga liggen je bent gewond zeg ik hees. Ik krijg amper lucht. Ik kijk om me heen. Waar is Rein? Rein is hulp halen. Alles komt goed beantwoord Nils mijn vraag. Maar ik vroeg niks. Opeens begin ik vreselijk hard te hoesten. Mijn buik doet zo’n pijn. Zonder iets te vragen schuift Nils mijn shirt omhoog. Hij kijkt onderzoekend. Sorry Yarah zegt hij. Ik begrijp hem niet. Hij houd me stevig vast. Opeens geeft hij een vreselijke harde klap op mijn buik. Ik schrik me rot. Maar meteen is de benauwdheid weg. Ik huil super hard. Ik had de hele tijd amper adem. Nils zit dood langs me. Hij staart naar de bomen. Ik kan zijn blik net van de zijkant zien, en die zegt al genoeg. Boos, eenzaam, verdrietig, hopeloos, bang, leeg. Ik ga voorzichtig overeind zitten. Zijn rugzak had hij onder mijn hoofd gelegd. Ik zoek verband, en zijn water. Ik loop naar hem toe, en ga stilletjes langs hem zitten. Ik pak zijn kin, vast en draai zijn hoofd naar me toe. Zonder ook maar een woord met elkaar te wisselen duw ik voorzichtig een doekje op zijn lip. Zijn vader had hem flink te pakken genomen. Het bloeden was vast al gestopt, maar hij is nu weer gewond. Ik ben bezig met zijn wenkbrauw. Het prikt volgens mij nogal. Opeens voel ik zijn hand op mijn been. Ik luister naar de doodse stilte, de kille sfeer die om ons heen hangt, maar op een of andere manier voelt het fijn. Nils? Vraag ik. Hij kijkt me aan. Recht in mijn ogen. Ik kijk in zijn ogen. Ze staan verdrietig. Maar ik mis iets. Zijn ogen zijn zo leeg, zo eenzaam. Ja antwoord hij. Zijn stem is helemaal gebroken. Heb je pijn bij je ribben? Vraag ik. Hij schud van nee. Heel voorzichtig zonder dat hij het door heeft, duw ik met mijn hand voorzichtig op zijn buik. Meteen zie ik zijn gezicht verschieten. Wel dus. Nils ga alsjeblieft liggen zeg ik. Maar hij doet niks. Hij blijft me gewoon aanstaren. Met zijn droevige blik. Dan moet ik het maar doen. Ik duw tegen zijn borst. Langzaam gaat hij naar de grond. Ik trek mijn vest uit. Hij is een beetje besmeurd met modder, maar hij is warm. Ik schuif het vest onder zijn rug. Zonder ook maar iets te vragen maak ik de knoopjes van zijn blouse open. Ik sla de zijkanten opzij, en kijk naar zijn buik. Het is nogal donker buiten, dus het is moeilijk te zien. Het is ondertussen gestopt met regenen. Ik sta even op, en loop terug naar zijn rugzak. Ik pak hem, en neem hem mee. Er zit een of ander lamp in. Ik knip hem aan, en zet hem langs ons. Meteen word het donkere gras met bomen verlicht. Ik zie Nils. Maar nog erger ik zie zijn buik. Hij is zeker wat dunner geworden. Maar nog erger. Zijn buik. Bloed, blauwe plekken. Maar het allerergste de grote wond. Ik voel mijn eerste traan komen. En er volgen er al meteen meerdere. Een hand streelt over mijn arm. Ik kijk op. Het is Nils. Ik schud me even wakker. Nu moet ik hem helpen. Anders verliest hij misschien wel veel bloed. Maar wat kan ik erop deppen. Tuurlijk mijn sjaal. Deze sjaal is heel speciaal voor me, maar het moet. Ik wil hem op zijn buik duwen, maar hij houd me tegen. Niet doen. Maar ik negeer hem, en duw zijn hand weg. Ik duw de sjaal op zijn buik. Nils het maakt me niet uit hoe ik hier uit kom, of wat er ook met mijn spullen gebeurd, als jij maar veilig bent. Hij kijkt me aan. Dankje fluistert hij zacht. Nog nooit heeft iemand zo veel van me gehouden zegt hij. Ik ben bezig met een doekje. Ik maak voorzichtig zijn buik schoon. Wacht mijn jas. Ik ren naar de omgevallen boomstam, en trek mijn jas eronderuit. Ik ren terug naar Nils, en sla de jas over hem heen. Eerst pak ik verband. Ik haal voorzichtig de sjaal van zijn wond. Het is gestopt met bloeden. Ik pak de fles met water. Sorry zeg ik. Ik gooi ongeveer een kwart van de inhoud over hem heen. Aan zijn gezicht te zien prikt het vreselijk, maar hij houd zich in. Nils je hoeft niet sterk te zijn voor mij. Laat het gaan. Wat ze jou allemaal al hebben aangedaan. Hij kijkt me aan. Een traan glijd over zijn wang. Ik dep zijn buik voorzichtig droog, en schoon. Ik zoek een gaasje, en leg het op de wond. Ik rol verband om zijn lichaam, en de wond is bedekt. Nu nog zorgen dat hij het niet te koud krijgt. Hij ziet er ook uitgehongerd uit. Ik zoek snel in mijn jaszak. Ik vind nog een stuk chocolade. Ik pak het eruit, en geef het aan hem. Maar hij weigert het aan te nemen. Nils doe nou zeg ik. Ik duw hem voorzichtig overeind. Ik ondersteun zijn rug, en breek een stukje chocola af. Ik stop het in zijn mond. Hij heeft nogal moeite met het eten. Na twee stukken heeft hij genoeg. Ik leg hem voorzichtig neer. Ondertussen is het weer gaan regenen. Ik pak snel mijn jas, en sla hem om hem heen. Yarah vraagt hij. Ja. Kom alsjeblieft bij me liggen? Vraagt hij huilend. Langzaam ga ik liggen. Hij trekt me met al zijn kracht naar zich toe. Ik moet je vasthouden zegt hij. Hoeveel pijn het ook doet het moet zegt hij. Je hoofd op mijn borst zegt hij. Voorzichtig duwt hij tegen mijn hoofd aan. Nils weet je het zeker? Ja ik moet je vasthouden. Ik moet je beschermen. Naar alles wat je voor mij hebt gedaan. Ik lig nu op hem. Mijn hoofd ligt op zijn koude borst. Ik hoor hem stil ademhalen. Hij heeft mijn jas over mij heen gelegd. Ik wil het eigenlijk niet. Nee Yarah ik wil niet dat je het koud krijgt. Als er iets met je gebeurd zal ik het mezelf nooit vergeven. Ik heb al genoeg aangericht. Je hebt me zo vaak geholpen. En ik met mijn stomme kop. Ik kan gewoon niks goeds doen. En je haat me nu vast. Dat snap ik. Want ik haal mezelf ook. Maar Yarah ik vraag je een ding. Een laatste ding. Blijf bij me alsjeblieft. Dat is alles wat ik wil. Blijf bij me. En ik zal je beschermen. Want jij verdiend het Yarah. Jij verdient het. Want je bent bijzonder. Ik wil je niet kwijt. Yarah ik hou van je. Het is stil. Muisstil. Doodstil. Zo stil. Maar toch ook weer niet. De regendruppels vallen op mijn al natte haren. Het is stil maar toch ook weer niet. Zachtjes hoor je mijn hart kloppen. Hoor je mijn ademhaling. Hoor je Nils. De jongen die mij net bijzonder noemde. Ik hou van hem met heel mijn hart. Ik wil hem nooit kwijt. En nu liggen we hier samen. In de regen. Het is koud, maar toch ook weer niet. Diep van binnen gloeit er warmte in me. De warmte van de liefde. Want ja mensen ik Yarah Meijer ben verliefd. Ik voel Nils even diep zuchten. We hebben niks meer tegen elkaar gezegd. Maar het is nu tijd. Nils ik hou ook van jou. Laat me alsjeblieft nooit meer zo schrikken. En je bent niet stom. Je bent geweldig de liefste jongen die ik ken. Je bent, lief, leuk, aardig, grappig. Maar het allerbelangrijkste je bent speciaal. Ik druk mijn lippen voorzichtig op zijn schouderblad. Opeens voel ik een koude hand over mijn rug gaan. Hij gaat naar mijn haren. Hij gaat nog iets verder, maar stopt bij mijn hals. Hij blijft erop liggen. Ik kijk omhoog. In de diep bruine ogen van Nils. Hij komt steeds dichter bij. Is dit het moment denk ik. Het moment waar ik alleen maar van kon dromen. De leukste jongen van de hele wereld. Ik leg mijn hand op zijn borst, en kijk hem aan. En dan gebeurt het. Zijn lippen raken de mijne. Weg is de pijn. Weg is het verdriet. Weg is de wereld om me heen. Weg is alles waar ik op dit moment aan dacht. Het is weg. Duizenden vlinders gaan te keer in mijn buik. Langzaam glijd, zijn hand door mijn haren. Ik plaats mijn hand in zijn krulletjes, en aai erdoorheen. Ik kan gewoon niet beschrijven hoe dit voelt. Het voelt zo zacht, en lief. De jongen die mij liet geloven wat echte liefde is. Samen kunnen wij de hele wereld aan. Samen zijn we sterk. En ik weet dat ik ook echt niet meer zonder hem kan. Langzaam verlaten zijn warme lippen de mijne. Ik kijk hem nog even aan. Ik wil je nooit meer kwijt fluister ik. Ik leg mijn hoofd neer op zijn buik, en sluit mijn ogen om even  te genieten van het moment. Ik open weer voorzichtig mijn ogen. Een hand gaat door mijn haar. Lief en zacht. En dan hoor ik Nils praten. I'll never let you go my little butterfly. I love you, and I will always protect you. Because without you I don’t  exist, I don’t  want to live without you. Because without you I'm empty. You fill my heart with so much love. I love you my little butterfly. You're always in my heart. Hij drukt een kus op mijn wang. En daar blijven we dan achter met z’n tweeën in de koude regen. Gewond. Moe. Gebroken, en verslagen. Het is vreselijk koud. Hij heeft me stevig tegen zich aangedrukt. Maar ik weet dat hij me niet laat gaan. Het is zo koud. Koud in het diepste van de nacht. Ik ben bang, maar ook weer niet. Ik wil hier weg, maar dit moment mag toch langer duren. Ik ga dit moment nooit vergeten. Wachtend op hulp, in het donker. Maar een ding weet ik zeker. Nils ik hou van hem. Ik wil hem nooit meer kwijt.

 

 

Everything will be fine | MainstreetWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu