Hoofdstuk 6

21 4 1
                                    

Ik staar in het donker. Ree is weer terug gegaan naar zijn kamer. Ik begrijp het niet. Waarom heeft hij iemand neergeschoten en wie? En waarom kan hij gewoon zijn kamer uitlopen? Dat hoort niet, we moeten boeten voor wat we zijn. Hij is dan misschien wel geen Grote maar hij is hier wel met een reden. Mijn verstand zegt dat ik hem niet moet vertrouwen. Maar ik wil er niet naar luisteren. Ik wil hem kunnen vertrouwen. Plotseling vliegt mijn deur open. De soldaten komen mijn kamer binnen. Ze trekken me van mijn bed en nemen me mee de gang op.

R:
Ik zit op mijn bed. Ik staar Nathalie na. Ik zie  niet goed wat er gebeurd . Ik moet nog wennen aan het donker. In het Zuiden is er altijd heel veel licht en hier is helemaal niks. Nathalie mag niet weten wie ik ben. Of wat ik ben. En al helemaal niet waarom ik uit mijn kamer kan. Ik zag dat ze knap was, het was misschien wel donker maar niet zo donker. Ik ga liggen. Ze zou me haten als ze het zou weten. Ik zou mezelf ook haten als ik niet anders kon. Wat er ook gebeurt ze mag niks weten.

Het Huis van Haat ~Onhold~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu