Hoofdstuk 15

16 4 11
                                    

Het voelt alsof ik zojuist een klap in mijn gezicht kreeg. Hij is mijn broer! De Generaal, die lange jongen? Dat kan niet! Hij was acht jaar ouder dan ik, dus het was wel logisch dat hij nu zo lang was.

"Doe je pet af" ik fluisterde het, als hij daadwerkelijk mijn broer was zou ik hem herkennen. Hij deed hem af, ik hield mijn adem in. En toen zag ik zijn gezicht. Het zat onder de littekens. Maar we hadden hetzelfde kleur haar, en dezelfde ogen. Ik herkende hem. Dit was echt mijn broer.
Huilend stortte ik me in zijn armen, hij leefde nog, mijn broer was niet dood, nooit geweest. We hadden onze armen om elkaar heen geslagen, zo beleven we ook een tijdje staan.

"Dus generaal Menno, hoe komt het dat je nog leeft?"
Hij grinnikte. "Hier wordt ik bij mijn achternaam genoemd, maar jij mag me wel Menno blijven noemen." Ik knikte maar bleef hem vragend aankijken door aan te geven dat ik wou weten wat er was gebeurt.
"Je weet toch dat papa aan gokken deed?" Ik knikte. "Nou ik ging dus een keer mee, toen jij en mama er niet waren. Die dag had hij niet genoeg geld mee, dus zette hij het huis in. Maar toen hij verloor en besefte wat hij had gedaan krabbelde hij terug. De man waarvan hij had verloren gaf hem een keus: of het huis of zijn oudste zoon. En dus werd ik verkocht door papa." Menno staarde me droevig aan. Ik voelde me misselijk worden. "Maar ze zeiden dat je dood was!"
"Ja later kreeg ik dat te horen, de man waar papa van verloor was ook een generaal en ik moest in dienst. Hij lette wel goed op mij, vreemd genoeg was hij goed voor mij. Toen ik op een dag onderzoek deed naar Grote kwam ik jouw naam tegen. En er stond ook bij dat jouw broer, ik dus, overleden was." Ik bleef stil, dan had er ook in moeten staan dat ik papa had vermoord.
"Heb je hem veel pijn gedaan?" Menno keek me vragen aan.
"Weet ik niet, het gebeurde opeens heel plots. Ben je niet boos op me?"
"Omdat je die eikel hebt vermoord? Nee absoluut niet, hij kreeg zijn verdiende loon. Had ie maar van je af moeten blijven."

Er werd op mijn deur geklopt. De deur ging open en Robin kwam naar binnen. Hij keek alsof hij niet zo zeker wist wat hij hier deed.

"Generaal." Hij gaf Menno een knikje die terug knikte. Toen draaide Robin zich naar mij toe. "Nathalie we moeten praten, ik bedoel in privé." Doelend op Menno. Ik schudde mijn hoofd. "Hij is mijn broer, wat je ook te zeggen hebt, zeg het maar tegen ons allemaal. En trouwens ik wil niet eens met je praten! Je hebt een deel van mijn familie vermoord, je hebt Oost gebombardeerd!" Ik voelde woeden opborrelen. Ik draaide me naar Menno toe.
"Wist jij het, dat hij dat heeft gedaan? Wacht is dit West, werk jij voor West!" Ik keek me broer boos aan.
"Alie doe niet zo raar, natuurlijk niet! Dit is het geheime leger van de Grote, jij sukkel. We beschermen Grote en werken met hun samen, we zijn een opstand van overgebleven mensen uit Oost en het volk van Noord dat tegen Zuid en West is."
"Dat veranderd nog niet het fijt dat hij Oost heeft gebombardeerd!" Woedend kijk ik Robin aan. Opeens, zomaar uit het niets wordt Robin ook boos, ik zie het aan zijn ogen.
"Moet jij zeggen jij hebt je vader vermoord en andere Grote van het Huis van Haat laten stikken door ze nooit te helpen. Door een lafaard te zijn." Robin spuugt de woorden uit.
Voordat ik het door heb geef ik hem een klap in zijn gezicht, mijn hand afdruk staat rood op zijn gezicht. Dan verspreidt de rode kleur over zijn hele gezicht en hij wordt helemaal blauw. Van schrik begin ik te gillen. Het lijkt wel alsof hij geen lucht meer krijgt. Ik zie mensen de kamer in rennen en Menno bevelen schreeuwen, maar ik hoor ze niet. Het enigste wat ik kan denken is: Robin gaat dood en dat is mij schuld.

Het Huis van Haat ~Onhold~Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu