Watervallen

397 20 0
                                    

'Zo daar lig je dan.' Zei Legolas. 'Kijk niet zo. Help me liever eventjes over eind wil je.' Zei ik. Hij stak hij zijn hand uit, ik pakte hem aan en trok me omhoog. Ik kwam met mijn handen tegen zijn borst en we staarde een tijdje naar elkaar. Tot ik achter Legolas een ork aan kwam rennen. Pakte een pijl en schoot hem neer. 'O dankje dat je die orksen schoot.' Zei ik. Hij knikte.

We gingen allebei een eigen kant op en ik pakte mijn zwaard en doden achter elkaar een ork. Ik keek naar Kili er kwam een ork aan ik renden er naar toe en onthoofdde de ork. Ik keek naar zijn been. 'Even op je tanden bijten.' Zei ik. Ik hield de pijl vast en trok hem voorzichtig uit zu'n been. 'Kom snel we gaan.' Zei ik tegen Kili. Ik trok de handel over en de poort in het water ging open. Ik gaf Kili een steuntje en liep aan de andere kant van de brug. En tilde hem in een ton. Drie dwergen gingen verder. 'Ga hen achterna krijp ze.' Zei een Ork wat misschien hun leider was. 'Sylver kom ga in het water.' Zei Fili. Ik schudde mijn hoofd.

'Niet zolang die orken achter jullie aan zitten en jullie ongewapend zijn. Maar ga, ga nu.' Zei ik streng. Ze deden wat ik zei en gingen verder. Ik keek achter me Legolas en Tauriel zaten achter ons aan. Ik rende en ondertussen schoot ik op de orksen. Ik keek weer achter me. Waarom rennen ze achter me aan. Ik keek boven me er zaten vijftien elfen achter ons aan. Willen ze ons nou beschermen zodat ze ons daarna weer konden opsluiten? Ik keek waar de dwergen waren. Zo te zien waren ze bij een boom brug. Ze waren die boom aan het hakken zodat er zes orken in het water vielen. Ik pakte met zwaard en onthoofdde drie orken die in de weg stonden. Ik keek naast me en Legolas rende naast me en haalde me in. In de waterval dreven twee tonnen met Bombur en Bofur erin.

Hij sprong met gemak op de hoofden van hun. En schoot elke ork die hij zag neer. Hij sprong van hoofd tot hoofd. Ik stond even stil. Want ik was omringt. 'Zeg maar vaarwel.' Zei een Ork die voor me stond. Ik keek achter me en zag dat Tauriel aan kwam rennen en schoot de orken dood. 'Vaarwel.' Zei ik met een grijns. Ik knikte dankbaar naar Tauriel en zij keek blij naar mij. Ik rende verder naar Legolas want achter en voor hem stonden een ork. Ik pakte mijn zwaard en stak in zijn rug maar niet al te ver want anders stak ik Legolas dood. Ik keek hoe de dwergen verder gingen. Er kwam een pijl opeens tegen de pijlen houder van Legolas. Tauriel kwam eraan rennen en ontwapende de ork die geschoten had. Pakte haar dolk en hield hem bij zijn keel. 'Tauriel wacht. Deze houden we in leven.' Zei Legolas.

'Sylver kom met ons mee

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

'Sylver kom met ons mee. Laat die dwergen zitten.' Zei Legolas. 'Sorry Legolas. Maar ik had het hen beloofd en ik hou altijd aan mijn beloftes.' Zei ik. 'Beloof me dan dat je terug komt.' Zei Legolas. Ik knikte. 'Namarie Legolas. Namarie Tauriel.' Zei ik. Ik rende en sprong in het water op het moment dat Balin kwam. Ik keek nog één keer naar Legolas en we gingen verder. We kwamen weer bij een kleine waterval. Ik kwam over de bodem met mijn been en hield hem open. Het prikte heel erg. 'Aaahh.' Gilde ik. 'Wat is er.' Zei Bilbo. 'Ik hield mijn been net open. Er zit een snee in mijn been. We moeten snel weer op het land.' Zei ik.

We kwamen aan land. Ik deed een deel van mijn broek omhoog. Ik pakte mijn tasje en scheurde de onderkant van mijn jurk af. En verbond mijn been. Ik scheurde ook een stuk af voor Kili. 'Bint zijn been vast, Fili. Dan ga ik rond kijken.' Zei ik. Hij knikte en hij begon met het been van Kili te verbinden. Ik stond op en liep naar het begin van het bos. Stomme rot rosten dacht ik. Ik hoorde achter wat bewegen. Keek naar de dwergen er liep een man naar hen toe. Ik sloop naar hem toe. En dwerg had een dikke tak vast. Hij schoot er dwars door maar raakte de dwerg niet. Kili pakte een steen om als bedoeling om op hem te gooien. Maar die schoot hij weg.

'Doe dat nog is en je bent dood.' Zei de man. Ik richte op de man. 'Ja en als je schiet op hun ben jij dood.' Zei ik kil. De man deed zijn pijl naar beneden, draaide zich om en keek mij aan. De man keek me raar aan. Kwam het dat mijn haar donkerder werd met de minuut of omdat ik een meisje was. Als het de laatste was, was hij echt racistisch. Balin keek naar achtere. De man liep weg. We volgde hem en daar stond zijn boot. 'Jij komt uit Meerstad, als ik met niet vergist.' Zei Balin. De man richte weer op maar nu op hem. Ik richte nu op de man. Het klinkt raar maar hij kwam me heel erg bekend voor of ik hem ooit eerder zag. 'Is die boot misschien te huur?' Vroeg Balin. Hij deed zijn boog weg maar ik richte nog altijd op hem.

We stonden bij zijn boot en hij laadde de tonnen in die van de Elfen waren. 'Waarom zou ik jullie helpen?' Vroeg de man. 'Die laarzen hebben betere tijden gekend. Net als die jas. En je hebt vast monden om te voeden. Hoeveel kinderen?' Vroeg Balin. 'Één jongen en twee meisje.' Zei hij. 'Maar ooit waren het drie meisje.' Moppelde hij. Zo te zien was ik de enige die dat hoorde. 'En je vrouw is natuurlijk beeldschoon.' Zei Balin. 'Ja dat was ze.' Zei hij. Was zijn vrouw dood? Wauw, ik had het met hem te doen. 'Het spijt me. Het was mijn bedoeling niet...' Zei Balin. 'Genoeg met dat hoffelijkheid.' Zei een dwerg.

Waarom weet ik maar een paar namen. Ik loop nu al meer dan een maand met ze. 'Waarom zo haast.' Vroeg de man. 'Wat kan jouw dat schelen?' Zei die dwerg. De man liep weer op de rotsen. 'Ik wil weten wie jullie zijn. En wat jullie hier doen.' Zei de man. 'Wij zijn kooplieden uit de blauwe berg. En wij komen onze verwanten opzoeken in de IJzerhuivels.' Zei Balin. 'En zij ik neem aan dat ze daar geen familie heeft.' Zei de man en wees naar mij. 'Hu inderdaad. Ik ben gewoon op avontuur gegaan en vond deze. En nu bescherm ik ze dat had ik hun belooft.' Zei ik. 'Ha, laten jullie je beschermen door een meid.' Zei hij lachend. Ik richte boos op de man. En hij deed meteen zijn handen omhoog. 'Laat hun. Ze vroegen of ik mee wou omdat er veel orken waren in de bos waar ik hun ontmoeten. En toen had ik hun beloofd dat ik hun zou helpen en die orken zouden vermoorden.' Legde ik uit. 'Hu kooplieden zeiden jullie.' Zei de man. Goed dat hij van onderwerp veranderde. Anders was ik echt boos geworden. Thorin stapte naar de man. 'We hebben eten, voorraden, en wapens nodig. Kun je ons helpen?' Vroeg Thorin.

SylverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu