De waarheid

311 17 0
                                    

Hij moet snel zijn. Als Kili het nog volhoud. 'Hebben jullie geen maan zaad?' Vroeg ik. 'Wacht die moet hier ergens liggen.' Zei Sigrid en ging meteen kijken in alle kruiden. 'Wat ga je er mee doen?' Vroeg Tilda. 'Een middel maken om te zorgen dat hij rustig word.' Zei ik. 'Wacht dat doen ik en Tilda wel. Ik weet namelijk wat je bedoelt.' Zei Sigrid. Ik ging terug naar Kili. Ondertussen maakte de meiden het middel. Ik ging op een stoel tegen de muur zitten. Ik was best moe want het was al donker. Ik keek naar buiten. Maar toen viel ik in slaap.

Ik droomde over me echt familie. Over de dag dat ik weg liep toen ik twee was. Ik was op de heuvels. Ik zag een man die Bard volgens mij was en ik zag een meisje ze was gevallen. Volgens mij was zij vier. De man liep naar haar toe en liet haar andere dochtertje achter en die was twee als ik het goed zag. Ik hoorde de naam van het meisje dat was gevallen. 'Sigrid, heb je pijn?' Vroeg Bard. Sigrid schudde haar hoofdje. Ik dat zag het andere meisje een vlinder zag. Ze volgde het. En vond een ring. Die ring was de ring die ooit van mij was. Toen hoorde ik de naam van het meisje. 'Sindy waar ben je.' Hoorde ik vaag in de verte. Sindy hoorde het maar dwaalde in het bos. Ik zag ik glinsteren om haar nek. Het was mijn armband met de gouden draak. Was ik dat meisje? Ik volgde de Sindy. Ze vond een echtpaar. Het waren mijn Elfen ouders. Ik knielde op mijn knieën. Bard was mijn vader en Sigrid, Tilda waren mijn zussen en Bain mijn broertje. Ik heb mijn echt familie gevonden. Ik keek weer naar kleine mij. Mijn Elfen moeder gaf een kus op de ring en kleine ik werd een Elf. Ze namen haar mee. Ik bleef daar zitten. 'Welkom thuis, Sylver.' Zei ze.

Opeens schrok ik wakker doordat Tilda me wakker maakte. Ze keek me blij aan en liep naar de tafel. Ik keek naar mijn echte familie. Niet te geloven dat ik vijf dagen bij mijn echt familie was zonder ik het zelf wist. Maar waarschijnlijk wisten hun al die tijd het gewoon. Vandaar dat ze zo bezorgd deden. 'Hoelang sliep ik?' Vroeg ik. 'Een kwartiertje ongeveer.' Zei Bard. 'Is Bofur nog steeds niet terug.' Zei ik. Ik liep naar buiten en ging tegen een houten reling staan. En Bard kwam naast mij staan. 'Volgens mij weet je meer van mij dan ik zelf.' Zei ik. Bard keek me raar aan. 'Sylver waar heb je het over?' Zei hij onschuldig. 'Jij weet volgens mij wie ik echt ben en wie mijn ouders zijn.' Zei ik. Hij liet zijn hoofd hangen. 'Ik had net een droom en ik zag mijn vader en zus op de heuvels. Toen het de dag was van toen ik weg liep. Ik zag jullie, jou en Sigrid.' Zei ik. Hij keek me aan. 'Is het waar dat mijn echte naam Sindy is?' Vroeg ik. Hij lachte en knikte. 'Ja dat ben je. Ik wist het zeker op het moment dat je die gouden draak gaf. Die heeft mijn vader namelijk gesmeden. Sigrid wist het ook al snel.' Zei hij. Ik kreeg tranen in mijn ogen.

Hij gaf me een knuffel. 'Maar als je wilt blijven we je gewoon Sylver noemen hoor.' Zei hij. Ik knikte. We liepen weer naar binnen. Tilda keek me blij aan. 'Je hebt ons horen praten he.' Zei ik. Ze knikte en gaf me een knuffel. 'Wat is er dan?' Vroeg Fili. 'Ik heb mijn echte familie gevonden.' Zei ik. 'Ow leuk. Wie zijn het en waar zijn ze?' Vroeg de oude dwerg waar ik de naam niet weet. 'Hier, we zijn in hun huis.' Zei ik. 'Is Bard je vader?' Vroeg Fili. Ik knikte. Maar toen begon het huis te trillen. 'Pap.' Zei Sigrid. 'Het komt van de Berg.' Zei Bain. 'Je moet ons verlaten. Pak je kinderen en vertrek.' Zei Fili. 'Waarheen? We kunnen nergens naar toe.' Zei Bard. 'Gaan we dood pap?' Vroeg Tilda. 'Nee lieverd.' Zei Bard. 'De draak zal ons allemaal doden.' Zei Tilda in paniek. Bard greep iets vast en trok hem los. Het was een zwarte grote pijl alleen met deze pijn kan je een draak doden. 'Niet als ik hem eerst dood.' Zei Bard. We keken allemaal naar de pijl 'Bain, Sylver komen jullie?' Zei Bard. We knikten en we liepen naar buiten samen met de pijl in Bard zijn hand

Bard maakte een gebaar dat we verder konden en we liepen maar ik bleef om me heen kijken. 'Een Zwarte Pijl. Waarom zei je nooit iets over die pijl?' Vroeg Bain. 'Je hoefde het niet te weten.' Zei Bard. We liepen verder maar ik zag een bewaker. 'Wacht, daar is een bewaker.' Zei ik. We rende en verstopte ons achter een krat. 'Luister goed naar me Bain. Jij leidt de bewakers af. Als ik boven in de toren ben plaats ik de pijl in de boog...' Bard had zijn zin niet afgemaakt over een paar bewakers zagen ons. 'Daar is hij. Bard!' Zei één van de bewakers. 'Rennen snel.' Zei ik. We rende best snel. Ik rende achter en gooide krat telkens op de stijger zodat het hun hinderde. 'Bain verstop het. Laat niemand het vinden. Laat hen aan mij over. Ga.' Zei Bard. 'Sylver kom.' Zei Bard. Ik volgde hem. Maar we werden omsingeld. 'Je bent gearresteerd.' Zei een bewaker. 'Op grond waarvan?' Vroeg Bard. 'Elke aanklacht die de meester verkiest.' Zei hij. Opeens gaf Bard hem een vuist in zijn gezicht. En ik we bij mijn arm gegrepen door een bewaker. Ik gaf hem meteen een knietje in zijn zaakje. 'Sylver kom.' Zei Bard.

Ik volgde hem maar hij pakte nogal een rare weg. Namelijk we sprongen van boot naar boot. Achter ons vielen de bewaker in het water. Ik vond dat wel grappig. We gingen de hoek om. Maar opeens viel Bard tegen een kraampje. Bard keek me aan van op de manier ga naar huis snel. Ik ging op de hoek staan er kwamen twee mannen tevoorschijn. Het waren de Meester en Lelijkerd en ze sloegen een boomstam tegen zijn hoofd en was bewusteloos. Ik rende naar huis zoals hij zei met zijn ogen.

Ik kwam thuis Bain was er als. 'Waar is vader?' Vroeg Tilda. 'Ze hebben hem opgesloten de Meester heeft hem laten opsluiten. Ik kon er niks meer aan doen.' Zei ik. Ik ging op een stoel zitten en keek naar buiten. Ik zag wat bewegen op de daken en keek naar mijn zwaard. Het was blauw er is gevaar hier en waarschijnlijk was het gevaar de Orken

SylverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu