Afscheid

231 13 0
                                    

Mijn voet was na twee dagen genezen. Dus zouden Legolas en ik naar Rivendaal gaan. Legolas zei wel dat het misschien de laatste keer is dat ik Bard zie. Omdat mijn lichaam bijna officieel Elf is door mijn ring. Dus dat betekent dat ik nu onsterfelijk ben. Tenzij ik een pijl door mij heen krijg. Wat dan super snel genees want dat is ook mijn gaves. Dat ik andere en mezelf kan laten genezen. Dat is best handig, vooral omdat ik onhandig ben. Ik zat op mijn bed te tippen want elk moment konden Legolas en ik vertrekken naar Rivendall.

'Zo daar gaat mijn kleine meid. Je bent pas een week bij me en je vertrek alweer. En waarschijnlijk voorgoed.' Zei Bard. Terwijl hij me verdrietig aan keek. 'Pap, ik verander toch niet meer. Maar ik beloof dat ik langs kom.' Zei ik en liep naar Bard. Ik gaf hem een knuffel. Bard gaf me me een ketting met een hanger. 'Hij is prachtig, dankjewel papa.' Zei ik. 'Maak hem maar eens open.' Zei hij. Ik keek naar de ketting en deed hem open. Er zat een tekeningetje in van mijn familie. Zo zien we er op dit moment uit. Had vast Sigrid getekend want dat kan ze namelijk super goed. 'Zo vergeet je ons niet.' Zei Bard. 'Hoe zou ik jullie ooit kunnen vergeten.' Zei ik huilend. 'Kom hier, lieverd.' Zei Bard en gaf me het gebaar om mij een knuffel te geven. Ik gaf hem een knuffel. 'Ik ga je missen, papa.' Zei ik huilend. 'Ik jouw ook Sylver. Je bent altijd welkom hier.' Zei hij. 'Sylver we gaan.' Zei Legolas. Ik knikte. Ik pakte me wapens en deed hem om en mijn tasje mijn laars.

We liepen naar buiten. Sigrid liep naar me toe en gaf me een knuffel. 'Je bent er pas net een week en je gaat alweer weg.' Zei ze met tranen in haar ogen. 'Dankje voor die tekening van ons.' Zei ik. Ze keek mij blij maar ook weer verdrietig aan. Ik keek naar mijn tweede boog. Ja ik had er twee, dat komt omdat ik er één van Azog had meegenomen als een trofee. Ik gaf de boog van die van Azog was aan Sigrid. 'Nu kan je alvast oefenen.' Zei ik. 'Dankje.' Zei ze. Naast Sigrid stond Bain. 'Ik heb echt de stoerste zus ooit.' Zei hij. Ik zat helemaal te glunderen toen hij dat zei. Ik gaf hem een knuffel. 'En ik heb echt beste broer ooit.' Zei ik. Hem gaf ik mijn tweede zwart. Van het kasteel bij mij thuis. 'Nu als er oorlog is dan je pas echt goed meevechten.' Zei ik. 'Dankjewel zus.' Zei hij tevreden. Daarnaast stond Tilda weer. 'Je mag niet weg. Ik wil dat je hier blijft.' Zei ze en hing om mijn nek. Ze is best ligt voor een meisje van viertien. Of kwam dat doordat ik opeen sterk ben geworden. 'Ik kan hier niet blijven. Ik wil op avontuur Tilda. Dat hoort bij mij.' Zei ik. 'Ik ga je missen.' Zei ze. 'Ik jouw ook.' Zei ik. Haar gaf ik mijn dolk. 'Nu kan je je verdedigen als ze komen. En als je het durft te vechten.' Zei ik. 'Dankjewel Sylver.' Zei Tilda blij. Daarnaast stonden de dwergen. We deden met zu'n allen een groepsknuffel. En daarnaast stond Tauriel. 'Kom alsjeblieft een keer langs in Rivendaal.' Zei ik huilend. 'Natuurlijk kom ik langs.' Zei Tauriel huilend. We gavens elkaar nog een dikke knuffel. Nu was het echt tijd om te vertrekken. Ik gaf Bard nog een knuffel. En we gingen. Iedereen stond te zwaaien. Waarom was Afscheid nemen zo moeilijk. Ik zwaaide nog één keer en we vertrokken.

We waren aan gekomen in het bos. Het was er donker maar we zagen precies waar we heen moesten. 'Zullen we wat eten?' Vroeg ik. 'Ja is goed. Ik begin trek te krijgen.' Zei hij. Hij pakte de dekens uit zodat we daar konden overnachten. Ik zat eten te zoeken. Ik had bessen, bramen, aardbeien, beukennootjes en wilde kastanjes gevonden. Ik wat ze op grote bladeren gelegd. 'Dit is echt jouw ding hè?' Vroeg Legolas. Ik knikte. 'Ja dat is het zeker. Ik hou ervan om op pad te gaan. En dan vooral in bossen.' Zei ik en at een aardbei. Het was nacht en Legolas had een vuurtje gemaakt. Ik keek naar boven maar de sterren. Het is zo mooi. 'Legolas wat is er eigenlijk gebeurt met je moeder?' Vroeg ik. Legolas keek me aan. 'Mijn moeder stierf lang geleden in Gundabad. Ze werd gevangen gehouden door orken en werd daar uiteindelijk vermoord. Ik zag het. Er staat daar helemaal niks. Geen gedenksteen ofzo.' Legde hij uit. 'Wat erg voor je.' Zei ik en ging naast hem zitten. 'Wat is er met jouw moeder gebeurt dan?' Vroeg Legolas. 'Bard zei dat de stierf doordat ze ziek was of zoiets.' Zei ik. 'Zullen we gaan slapen?' Vroeg Legolas. Ik knikte en ging meteen liggen. Ik viel vrij snel in slaap.

Opeens likte iets aan gezicht

Deze afbeelding leeft onze inhoudsrichtlijnen niet na. Verwijder de afbeelding of upload een andere om verder te gaan met publiceren.

Opeens likte iets aan gezicht. Vast een hert of zoiets. Ik hoorde vogels fluiten, bevers knagen en een wolf huilen. Een wolf huilen. Ik deed mijn ogen open. Het was overdag. Ik ging snel staan. Er stond letterlijk een wolf voor me. Ik stond een beetje te trillen. Ik wou de wolf niet dode. Maar ik wou ook niet dat de wolf ons aanviel. 'Wie ben jij.' Zei de wolf. Ik stond daar met grote ogen naar de wolf te kijken. Praatte de wolf nou tegen mij. 'Wie ben jij.' Herhaalde de wolf. 'Ik ben Sylver.' Zei ik. Er kwamen meer dieren om Legolas en mij een staan.

Maar Legolas lag nog steeds te slapen. 'Ik ben Leah.' Zei ze speels. 'Versta je haar.' Vroeg een konijn. 'Ja ik versta haar en jouw nu ook.' Antwoordde ik. Dat is dus ook een gave, met dieren praten. Ik deed dat wel maar ik verstond hun nooit echt. 'Sinds wanneer kunnen Elfen met dieren praten?' Vroeg een hert. 'Uh ik denk dat ik het kan sinds vandaag.' Zei ik. 'Ja maar hoe zo opeens?' Vroeg een vogel. 'Ik heb gavens sinds ik mijn ring weer heb.' Zei ik. Ze keken me aan. Dit zou vast een droom zijn. Legolas werd wakker en keek mij raar aan. 'Wat doen die dieren hier?' Vroeg hij en trok een raar gezicht. 'Ja, blijkbaar kan ik met dieren praten.' Zei ik. 'Ja tuurlijk.' Zei hij ongelovig. De konijn liep naar hem toe en knikte. 'Wauw.' Zei Legolas. 'Wanneer gaan we verder reizen.' Vroeg ik. 'Zo maar denk.' Zei Legolas en stond op.

'Gaan jullie nu al weg.' Zei Leah. 'Ja sorry. We moeten naar Rivendall.' Zei ik. Legolas keek achter hem en zijn gezicht werd angstig. 'Legolas je bent toch niet bang hè. Leah doet niks.' Zei ik gerustelend. 'Ik kan jullie de weg wel wijzen.' Zei Leah. 'Wat zei ze?' Vroeg Legolas. 'Ze wilt ons naar Rivendall brengen. Vind jij dat goed.' Zei ik. Hij knikte en pakte onze spullen in. 'Leah weet je misschien of hier orken zijn?' Vroeg ik. 'Doe komen in het bos weinig voor. Maar ja ze zitten hier wel.' Antwoordde ze. 'We kunnen vertrekken.' Zei Legolas. We keken elkaar aan en volgde Leah. Het is heel erg lief van haar dat ze ons wou brengen.

SylverWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu