hoofdstuk 4

133 4 0
                                    

Toen ik weer wakker werd kreeg ik van de arts te horen dat ik weer naar huis mocht, en daar kwam de vraag : Waar moet ik nu blijven, ik wil niet naar huis. Ik stapte uit het bed waar ik in lag en bedankte de dokter, toen liep ik met Anna weer weg. ik vroeg of ik misschien bij haar zou kunnen intrekken en dat kon, bedankte haar hartelijk. Ze is het beste wat je ooit is over komen, ik hou van haar.

de volgende dag toen ik bij Anna was stond mijn vader opeens voor de deur. Hij zei dat mijn moeder thuis op bed lag en heel ziek was, hij zei dat mamma me graag wou zien en dat ik dus snel mee moest komen. Uit schrik geloofde ik hem, maar dat was dom van me.

toen ik binnen was rende ik naar mam haar Kamer,

maar ze was er niet.

Ik had niet door dat mijn vader ook achter me aan liep, maar toen hij de kamer deur op slot deed wel.

ik was zo dom. Na een paar uur kreeg ik honger, maar In de slaapkamer stond alleen een fles wijn en lag een half broodje.

niet veel dus, en het brood was zelfs beschimmeld.

Tja het moest maar, anders zou ik nog verhongeren.

nadat ik het walgelijk brood op had ging ik slapen. De volgende dag dat ik weer wakker werd lag er een nieuw broodje in de kamer, een fles water en een grote emmer. een paar uur later stond er iemand voor de deur. Ik was bang, ik ging naast de deur zitten en luisterde aandacht zaam. ik hoorde dat er een man voor de deur stond, en man met een zware stem die zei:

BENT U DE MAN VAN SOFIE BOEKETRA? ja zei mijn vader, en toen ging de man met de zware stem weer praten : HET SPIJT ME HEEL ERG MENEER, MAAR U VROUW IS VANMIDDAG OVERLEDEN AAN EEN ERNSTIG AUTO ONGELUK.

WE TROFFEN HAAR AAN OP DE ROTONDE RICHT IN U HUIS.

Langzaam ontstonden er tranen in mijn ogen. Mijn vader antwoorde stotterend op de man, die van de politie bleek te zijn. Hij zei: m...m...maar.... d..dat... k..k...kan t..toch niet w...waar z....z...z...z...zijn.

De man van de politie zei : HET SPIJT ME ECHT HEEL ERG MENNEER.

Toen smeet mijn vader de deur dicht. Ik moest huilen, zo hard dat mijn vader het beneden ook hoorde. Boos stampt mijn vader naar boven de kamer in, hij riep tegen me dat ik me bek moest houden en sloeg me toen herhaaldelijk met zijn vuist in mijn gezicht, wat er daarna gebeurde weet ik niet, want na die ene klap viel het licht even uit.

Nooit GedachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu