Hoofdstuk 6

120 2 0
                                    

Toen ik weer wakker werd had ik last van heimwee.

Niet heimwee naar mijn echte huis en familie.

Nee dat niet want ikben al thuis en mis mijn vader niet, almis ik mijn moeder wel.

Maar ik heb heimwee naar het huis van Anna, en naar haar ouders.

Anna is net mijn tweeling zus, zo voelt het.

En haar ouders voelen voor mij gewoon als mijn ouders. De vader die ik altijd al wilde, en de moeder die ik nodig had.

Omdat mijn moeder er vaak niet was, maar toch hield ik van haar.

Ik verveelde me dood, dus ik pakte mijn telefoon. Geen bericht, en Anna zal zeker wel op school zitten.

Ik had mijn telefoon weg gelegd en begon maar weer te tekenen,

dit keer tekende ik mezelf, en Anna.

we staan samen in een bloemen veld,

ik heb haar hand vast.

Achter ons is een regenboog,

en ik schrijf op de achterkant : Anna en Lisa, bestfriendsforever! Met wat hartjes er om heen.

Een diepe zucht verlaat mijn mons en ik fluister in mezelf,

ik wou dat het waar was.

Ik ga weer liggen en doe mijn ogen dicht.

Toen ik mijn ogen weer opende zat mijn hoofd inneens bom vol met dingen die ik op moest schrijven, dus deed ik dat in een gedicht.

Het rijmt alleen niet.

Lieve Anna,

Je bent er altijd voor me.

Ik wou dat ik nu bij je was.

Dan verdwenen al mijn zorgen.

Net zoals altijd.

Bij jou voel ik me veilig.

Toen ik dat had geschreven ging het regenen, maar tegelijke tijd scheen de zon.

Ik zag een regenboog verschijnen, het waren er zelfs twee.

Ik deed een wens, en besloot toen dat ik maar weer ging slapen.

Toen ik wakker was stond de deur open van mijn vader zijn kamer, zomaar. Ik keek of de kust veilig was en rende toen naar beneden, maar wel zodat niemand me kon horen. Ik gluurde om het hoekje de woonkamer in, doodsbang dat mijn vader er zou zitten, en dan weet ik wel wat er gebeurd. Ik keek goed rond. Maar ik zag niemand. Dit was mijn kans, dat wist ik.

Ik rende naar de la en pakte al het geld dat ik er zag liggen uit, het was nog al veel, iets van 250,- euro ofzo.

Toen rende ik naar de koelkast en pakte er wat te drinken uit, en wat te eten. Toen ik de koelkast deur dicht deed, zag ik dat mijn vader aan het inparkeren was.

Shit!! was het eerst dat in me op kwam, en ik rende naar boven.

ik deed de deur van mijn vader zijn slaap kamer dicht zodat het leek alsof ik daar nog zat, en rende toen naar mijn kamer. Ik hoorde de deur dicht klappen en ik deed snel mijn kamer deur op slot. Ik ontgrendelde mijn telefoon en zag dat ik een appje van Anna had. Waar in stond : Haai liesss, gaat alles goed? Neem alstjeblieft je telefoon op.

Gelijk antwoorde ik trug : Haaai Anna,

ik kan niet op nemen.

Mijn vader mag me niet horen.

Ik vertel e later wel waarom.

Kan ik voor een tijdje bij jou intrekken? Zoja, dan spreken we af op dat bloemen veldje verder op.?

Vannacht om 12 uur ja?

En dan druk ik op verzenden.

Toen het berichtje was verzonden ging ik eerst eten. Want wat had ik een honger. Ik dacht bij mezelf dat het handig zou zijn om alvast in te pakken. Dan kan ik teminste snel weg. Dus dat deed ik. Toen eenmaal mijn kleding en alles ingepakt, keek in weer op mijn telefoon. Een appje van Anna : Hee lies,

waarom wil je bij me intrekken? En wat is er echt aan de hand? maargoed je kan bij me intrekkenx

Twaalf uur bij t bloemen veldje is goed. Ik zie je dan.

Liefsss.

En alweer moet ik lachen door haar berichtje. Al snel geefik antwoord.

Dankjewel lief aapje.

Ik leg t je morgen allemaal uit.

Totstraksx

En ik druk op versturen.

Ik kijk eerst even goed hoe ik weg ga vannavond. Ik zal wel door mijn raam moeten klimmen. Dat moet wel lukken. Ik zet alles klaar zodat ik snel weg kan.

Nooit GedachtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu