- 11 - You're not okay

33 2 0
                                    







Noah is in mijn huis samen met zijn vader.














'Uhm, en jij bent..?' vraagt de man aarzelend terwijl hij een blik verwerpt naar mijn moeder. Ik kijk naar de man, naar mijn moeder en vervolgens naar Noah. Dit blijf ik een paar keer herhalen. Mijn moeder's ogen lijken wel uit haar oogkassen te vallen.

'Ik.. ik ben Soyeon,' zeg ik hakkelend. Ik slik en kijk naar de grond. De man kijkt mijn moeder vragend aan. Haar gezicht verandert gauw naar die van een vriendelijke vrouw en laat geen spoor zien van hoe verschrikkelijk ze kan zijn.


'Finn ben je soms vergeten dat ik een dochter.. had!' Ze glimlacht ongemakkelijk. Ze kijkt me aan en maakt een gebaar dat ik naar haar toe moet komen. 'Soyeon, kom is gezellig zitten schat!' zegt ze enthousiast. Ik kan me herinneren dat ik voor het laatst schat genoemd werd toen ik 3 jaar oud was.

Nerveus loop ik naar de tafel en met trillerige handen schuif ik een stoel naar achteren. Ik hoop dat niemand mijn zenuwachtigheid opmerkt. Ik zit tegenover Noah. Ik kan voelen dat hij me aanstaart.

Ik kijk langzaam mijn moeder's kant op. Ze heeft een strakke glimlach. Haar aderen spatten bijna uit haar nek.
'Dat was ik inderdaad vergeten, denk ik, ook al herinner ik me niet zo goed dat je dat ooit tegen me zei, maar goed. Leuk je te onmoeten Soyeon! Ik ben Finn en dit is mijn zoon Noah!' Noah's lichtgroene ogen stralen en ik knik gespannen naar hem. Noah glimlacht naar me. Hij draait zijn gezicht naar zijn vader waardoor zijn strakke kaaklijn in mijn zicht komt te staan. 'Noah, stel je is voor aan Soyeon,' fluistert hij hoorbaar. Noah's lippen vormen een streep. 'We zitten eigenlijk in dezelfde klas pap,'
Zijn vader kijkt me verrast aan. 'Oh, wat leuk! En kunnen jullie een beetje opschieten met elkaar?' Zijn ogen glijden van Noah naar die van mij. We kijken elkaar aan en maken een vlugge knik. 'Dat is mooi,' hij vouwt zijn handen en kijkt weer naar mijn moeder. 'Soyeon ik ben hier gekomen met mijn zoon omdat ik graag ergens over wil praten,' zegt hij serieus. Hij pakt mijn moeder's hand vast en knijpt er zachtjes in. 'Je moeder en ik hebben al een tijd contact met elkaar. We zijn van plan om samen te wonen.' Beide gezichten kijken elkaar liefdevol aan. Mijn mond valt open 'Dus.. we willen graag binnenkort dat jullie bij ons komen wonen.'




Wat?








Nee, nee. Zeg niet dat dit waar is. 'M-mam is dat waar?' vraag ik paniekerig. 'Ja, het is waar, Soyeon.' zegt mijn moeder met blote tanden.

'Zoals je kan zien Soyeon, is het huis waar jullie wonen en jullie omstandigheden niet al te best. Het zou dus veel beter zijn als jullie bij ons komen wonen. Maar natuurlijk kan ik die beslissing niet zelfstandig nemen, dus ik vraag me af.. of je het goed zou vinden?' Hij kijkt me intens aan. Het ziet er naar uit dat ik de aanbod niet mag afwijzen.

Nee, ik vind het een verschrikkelijk idee. Ik mag Noah en zijn vader niet. Daarnaast weet ik niet eens hoe ver ik van Minhyun ga wonen straks. Ik hoef nu namelijk maar 25 minuten te fietsen naar zijn huis.

'Ik vind het geen slecht idee..' zeg ik ontkennend. Domme Soyeon.

De man krijgt een kleine glimlach en zegt: 'Ik ben erg blij om dat te horen.' Ik maak een langzame knik en Noah kijkt me fronsend aan, alsof ik een verkeerd antwoord heb gegeven.
Alsof ik zin heb om straks met jou in hetzelfde huis te wonen. Wat een irritante gozer.











We zitten al een halfuur met z'n allen te praten, nou ja, af en toe stelt de man mij een aantal vragen zoals: 'hoe gaat het met school?' en 'wat zijn je toekomstplannen?'





Noah schraapt zijn keel en ik richt mijn aandacht op hem. 'Mevrouw, zou ik misschien de wc kunnen gebruiken?' vraagt hij beleefd. Wat een saaie jongen is het ook toch. Zo beleefd, zo vriendelijk, zo vervelend.

Mijn moeder krijgt gelijk een brede glimlach en zegt: 'Natuurlijk Noah! Soyeon kan je hem naar de badkamer leiden, lieverd?' Ik knik terwijl ik verveeld naar de trappen loop. Hij gaat zwijgend achter me aan.

Terwijl ik de trap neem verlies ik mijn evenwicht waardoor ik één trede mis. Ik voel een hand in mijn rug. 'Wow, gaat alles goed?' hoor ik hem zeggen. 'Het gaat prima,' zeg ik zacht. Wie zegt dat hij mij mag aanraken?





'Hier is de badkamer,' zeg ik moeizaam. Noah loopt naar de badkamer maar stopt wanneer hij voor de deur staat. Hij draait naar mij om en glijdt met zijn ogen over mijn lichaam heen.
Zijn ogen richten terug naar mijn nek. Er ontstaat een bezorgde blik op zijn gezicht. Hij komt dichter naar me toe. Ik staar naar zijn borst omdat het oogcontact iets te veel voor mij wordt. Ik merk dat hij even lang is als Minhyun.


'Soyeon..' Zijn stem slaat op het einde uit. Ik kijk hem versteld aan. 'Er gaat niks goed met je.' Mijn hart slaat een slag over. Waar had hij het over?

'Hoe komt het toch dat je zo dun bent?' hij pakt mijn pols en houdt het voor mijn gezicht. 'Waarom heb je ook die blauwe plekken in je nek?' vraagt hij terwijl hij een lok naar achteren duwt. Ik krijg een onrustige houding. Dat kwam natuurlijk door Minhyun. 'Er is niks aan de hand,' zeg ik terughoudend. Zijn ogen doordringen de mijne en het lijkt alsof hij mijn ziel probeert te lezen. 'Echt waar?' Ik twijfel even. 'Ja.'

'Vind je het niet erg dat mijn moeder en ik.. bij jullie komen wonen?' sputter ik er zachtjes uit. Mark schudt zijn hoofd. 'Ik vind het eigenlijk best wel leuk dat je bij ons komt wonen. Behalve die moeder van je, sorry.. maar ik vertrouw haar niet echt.' Ik pers mijn lippen op elkaar en slik. 'Ze is eigenlijk heel lief hoor, mijn moeder,' verdedig ik. Mijn moeder kon wel lief zijn, soms. Mark haalt zijn schouders op vol ongeloof en laat een zucht.








Hij brengt zijn hand naar mij toe, raakt mijn nek aan en met zijn duim streelt hij over de blauwe plek. Mijn oren krijgen een lichte blos. Ik deins me snel terug. 'Je moet nog naar de badkamer,' zeg ik. Zijn groene ogen kijken me versteld aan. Zijn wangen krijgen een lichtroze kleur en opent de deur van de badkamer. 'Ja, inderdaad,' mompelt hij.

Halverwege de trap stop ik even. Waarom werd ik hier nerveus van?







Ik loop naar binnen en zie dat mijn moeder en haar nieuwe vriend aan het zoenen zijn. Ik draai mijn hoofd gauw om. Had ik maar niet zo'n naar iets gezien.

De man kijkt me ongemakkelijk aan en gaat vlug op zijn plek zitten. Hij schraapt zijn keel. 'Soyeon je bent er weer!' zegt de man fanatiek. Ik knik fel en loop geluidloos naar de tafel en ga zitten. 'Dat duurde best lang, vind je niet?' vraagt de man met zijn gekrulde mond. 'Ja.. ik vroeg nog wat aan hem over school,' zeg ik. Zijn mond vormt een cirkel. Net op dat moment stormt Noah binnen en loopt geïrriteerd onze kant op. Ik merk de irritatie op.

'Aha, je bent er. Sana ik denk dat het voor ons tijd is om naar huis te gaan.' Mijn moeder kijkt hem pruilend aan. 'Ga je nù al weg,' mokt ze. De man krijgt een kleine lachbui. 'Sorry schat, maar we moeten nu echt gaan,' stelt hij vast. Noah kijkt ze boosaardig aan, met name naar mijn moeder. Hij fronst met zijn wenkbrauwen terwijl ik zijn ogen aan het bewonderen ben. Ik heb nog nooit zulke groene ogen gezien.







Met zijn allen staan we in de gang. Mijn moeder geeft de man een afscheidszoen. We zwaaien naar elkaar terwijl mijn moeder een grote grijns op haar gezicht heeft. Ze stappen de auto in en binnen mum van tijd zijn ze verdwenen. Ik dacht even een zwarte schim in mijn ooghoek te gezien hebben. Ik kijk nogmaals naar de plek, maar er is niks te bekennen. Het zou vast een kraai zijn.

















Mijn moeder's glimlach verdwijnt als sneeuw voor de zon zodra ze de deur dichtklapt. Ik kijk haar geschrokken aan. Ze spert haar ogen wijd open. Haar ogen zijn gevuld met woede en ze klemt haar kaken stevig vast. Ik voel mijn hartslag omhoog gaan. Er gaat een rilling langs mijn ruggengraat.


Ik krijg een harde klap op mijn gezicht. Mijn wang wordt direct gloeiend heet en bonkt met mijn hartslag mee. Ik zet mijn hand op de plek waar ze me heeft geslagen en kijk angstig naar de grond. Herinneringen van mijn jeugd komen als een speer mijn hoofd binnen. Help me, fluister ik.

obsessionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu