'Minhyun, ik zal alles doen wat je zegt!' sputter ik er uit. Ik kijk verdrietig naar hem, maar ik zie dat hij me niet serieus neemt.
'Ik zal alles doen, echt waar!''Echt alles bedoel je?' vraagt Minhyun serieus.
Ik knik trots.
Op dat moment had ik niet in de gaten dat ik de domste fout had gemaakt.
Ik zie dat Minhyun een grote grijns krijgt, zo groot dat je al z'n tanden kan zien. Hij kijkt weg en begint te lachen maar stopt al snel wanneer hij me aankijkt. Ik kijk verbaasd naar hem.
Minhyun pakt m'n arm vast en duwt me. Zijn ogen worden groot en ik zie een beetje slaap aan z'n linkeroog. Zijn ogen lijken net zwarte pupillen. Zo kil en donker zijn z'n ogen. Zijn haren wapperen door de hevige lucht die opeens opkomt. De wolken worden donkerder, het gaat regenen.
Ik raak volledig in de war door zijn 'hot and cold' reacties. Minhyun merkt mijn verwarde blik op en schreeuwt: 'Soyeon, rot op voordat ik je dood neersla. Heb je dat begrepen?' Zijn aderen springen zowat uit zijn nek vanwege de woede. Ik heb dit eerder opgemerkt bij hem, toen hij mensen in elkaar ging slaan na een ruzie.
Ik krijg een rilling die ik in mijn hele lichaam voel, het is niet omdat het kouder begint te worden. Maar het is door Minhyun. Hij gaat me doodslaan als ik nu niet weg ga. Hij kan me zelfs vermoorden, iets wat ik niet meer wil na wat ik zojuist heb meegemaakt met hem. Het zoen.
Ik draai me om en begin weg te rennen. Ik kan de afstand voelen die groter wordt tussen mij en Minhyun. Terwijl we een paar seconden geleden maar een paar centimeters van elkaar afstonden, was het nu meer dan een paar meters. Ik voel een grote leegte in mijn lichaam, ik wil weer naar hem toe. Ik wil voor altijd bij hem zijn.
Terwijl ik weer wegdroomde botste ik tegen mijn fiets aan. Ik pak mijn fiets en fiets zo snel als ik kan zonder achterom te kijken.
Ik wil niet dood. Ik wil niet verdwijnen zoals de vrouwen die naar zijn huis toegingen.
Ik wil dat hij me gaat zoenen, meer dan zelfs zoenen. Aanraken, knuffelen, geneukt worden. Met mijn dunne vingers ga ik aan m'n schrale lippen zitten. De warmte die ik net bij m'n handen en lippen had is vrijwel verdwenen. Het is nu weer zo koud als mijn ziel.
Met m'n vingers voel ik aan mijn lip die net gestopt is met bloeden. Met verbazing is het een best grote wondje. Het zal lang duren voordat het geheeld is. Maar goed ook. Wanneer ik naar het wondje zal kijken zal ik herinnerd worden aan het zoen.
Minhyun was zo aardig.
Terwijl ik diep verzonken was in mijn gedachten botste ik perongeluk tegen iemand aan.
'Sorry.' zeg ik zo zacht dat je het bijna niet kan horen. Ik kijk de persoon aan. Vol verbazing is het Noah. Door de regen zijn zijn volle bos krullen uitgezakt. Ik glimlach naar hem vanwege dankbaarheid. Door
hem heeft Minhyun mij opgemerkt en gezoend.Ik ben aangekomen in mijn straat en kijk vanuit een afstand naar mijn huis. Vandaag is mijn enige vrije dag in de week. Ik had liever gewild dat ik mocht werken vandaag. Een gevoel van tegenzin dwelt in me op. Ik wil niet maar binnen, ik haat het. Zo lang mijn moeder in het huis is heerst er een negatieve sfeer. Een sfeer dat mij laat denken aan het verleden, mijn moeder's alcoholverslaving en de mishandelingen. Ik heb nooit een gevoel gehad van thuis zijn, dat ik warm verwelkomd wordt. Minhyun is de enigste persoon geweest die een fonkel in mij aanstak, waardoor ik weer een reden had om te leven.
Ik zet een paar stappen richting de deur toe, maar mijn benen voelen als twee bakstenen die vast zitten met metsel. Bij elke stap die ik zet moet ik bijna kokhalzen. Ik haat het om thuis te komen. Het is geen thuis, het is een gevangenis.
Ik sta nu voor de voordeur en draai zachtjes mijn sleutel het deurslot in. Mijn sleutel heeft nog de sleutelhanger die ik 11 jaar geleden samen had gemaakt met iemand. Vraag me af hoe het met hem gaat.
Mijn plan is om straks sluipend naar mijn kamer te gaan zodat ik haar niet hoef te zien of te spreken.
Ja. Dat is mijn plan.
Klik.
De deur gaat open.
Ik adem uit vol opluchting. Ik veeg mijn schoenen op de mat.
Maar, ik ruik ineens een geur dat erg bekend ruikt. De geur van sinaassappelen. Dat was echter de laatste geur dat ik wilde ruiken, want het was de geur van mijn moeder.
Langzaam kijk ik op.
JE LEEST
obsession
RomanceIk word vastgepakt bij mijn nek terwijl ik afgeleid word door zijn donkere ogen. Soyeon heeft al een jaar een crush op een wrede jongen. Minhyun. Hij is gewelddadig en heeft een sadistische karakter. Minhyun vindt het geweldig om mensen te zien die...