- 1 - Our second eye contact

149 30 1
                                    







Het is 07:00.

Ik open mijn ogen vanwege een zeurende pijn die ik in mijn arm heb.

Het is een wond die ik zelf heb gecreëerd. Ik zag Minhyun gisteren met een blonde vrouw waarbij ze zich gedroegen als een verliefd stel. Ik heb een sterk onderbuikgevoel dat zij in een relatie zitten. Ik had een uitweg nodig om mezelf te bevrijden van de negatieve gedachten–dat Minhyun misschien niet meer van mij is, maar van die irritante bitch.

Bij elke beweging van mijn arm begin het pijn te doen, en wanneer ik die pijn voel moet ik denken aan Minhyun en dat meisje.

Dat. Meisje.

Ik probeer mijn gedachten ergens anders bij te houden maar bij elke poging krijg ik weer het beeld van het meisje. Ik moet haar vermoorden,

vermoorden,

vermoorden.

Mijn gedachtes dwalen af naar hoe ik haar zou kunnen vermoorden.


Soyeon? Waarom denk ik daar nou in godsnaam aan, ik bedoel, zo iets zou ik toch nooit kunnen doen? Maar het gedachte dat ik haar kon vermoorden maakte me zo gelukkig. Ik zucht. Zo iets zou ik nooit kunnen durven. Ik zou moeten leren om te accepteren dat hij misschien niet meer van mij is.










Ik loop naar de badkamer en met gesplete ogen kijk ik naar mezelf via de spiegel. Nietwetend springen er tranen naar buiten.

Ik had mezelf beloofd om niet meer te huilen.


Ik kijk naar de spiegel en zie een magere vrouw. Een vrouw met een bleke huidskleur, donkere ogen en zwart haar. Het contrast is te sterk, ik leek net een vampier. Ik merk dat mijn haar te lang is geworden, het komt nu tot mijn billen. Ik zie dat de helft van mijn haren helemaal dood is.

Ik zucht.



Even later ga ik naar de kamer naast de badkamer, mijn kamer. Ik heb een oude bed dat kraakt wanneer je er aan zit, een bureau met allemaal tekeningen en een kast. Ik gebruik mijn kast eigenlijk nooit omdat ik niet zo veel kleding heb.

Het maakt mij eigenlijk niet uit of ik veel of weinig kleding had, want ik wil alleen maar Minhyun. Ik doe verscheurde wide jeans aan en een grijze top.

Ik staar naar het plafond en denk aan Minhyun. Ik heb al een jaar lang een crush op hem maar ik heb nooit met hem gepraat. Hij heeft me een half jaar geleden één keer aangekeken, en wauw, ik ga dat gevoel toen hij naar me keek nooit meer vergeten. Ik krijg nog steeds vlinders in mijn buik als ik eraan denk. Hoe kan ik nou met hem praten als ik al gek word wanneer hij naar me kijkt?





Ik kijk naar de klok en zie dat ik bijna te laat kom voor school. Vlug sta ik op.

Ik pak snel mijn tas en denk na wat voor lessen ik heb. Engels, wiskunde en scheikunde. Ik ben al 21 en zit nog steeds in jaar 6 van het VWO. Dit krijg je ervan als je je best niet doet op school. Ik haat het. Ik betwijfel of ik nog mijn school ga afmaken. Ik zie toch geen toekomst voor me. Wil alleen maar hem.




Ik ga mijn kamer uit en ik zie dat mijn moeder's kamerdeur openstaat. Ze is wakker. Ik krijg een rilling door mijn lijf heen. Ik zal altijd een gejaagd gevoel blijven hebben als mijn moeder aanwezig is. Ik ben al 21, maar voel mij nog steeds als een klein meisje bij mijn moeder die in het verleden gebruikt werd als een object om de woede mee kwijt te raken.

Ik ga naar de trap toe en ik probeer de zachtste trappen te leggen. Ik kijk vanuit een kiertje van de deur wat mijn moeder aan het doen is.

Ze is verzonken in haar telefoon. Zo aanwezig maar ook zo afwezig tegelijk. We zijn net kamergenoten.

De geur van het ontbijt laten mijn maag knorren. Ik heb zo'n honger. Ik heb gistermiddag voor het laatst gegeten omdat ik de hele dag moest werken. Maar mijn moeder zou vast ook niet veel eten hebben nu. Al het geld spendeert ze namelijk aan alcohol. "Ik ga naar school.. mam" zeg ik zonder haar aan te kijken. Ze reageert niet terug. Verassend.

Ik negeer mijn honger en loop het huis uit.




Een warme lucht komt tegen me op.

Het is erg warm vandaag. Ik ga naar de tuin en pak mijn fiets. Ik fiets de straat uit en neem de pad naar school.

Mijn pad is in de buurt van Minhyun's huis en ik zit na te denken of ik hem eens zou bezoeken om te kijken wat hij doet. Ik kijk naar de tijd op mijn telefoon. Het is 8:55, ik heb nog wel tijd, giechel ik.


Ik besluit richting zijn huis te fietsen. Aangekomen bij zijn wijk zie ik dat niemand buiten is. Het is net een wijk die helemaal tot Minhyun behoort, zo bazig.

Ik ga achter een boom verschuilen en kijk voorzichtig naar zijn huis met een maag vol vlinders. Dit doe ik bijna elke dag, al een jaar lang. Vol verbazing was ik nog nooit betrapt door iemand of door hèm. Ik heb zijn huis zo vaak bestudeerd dat ik zowat elk detail uit mijn hoofd weet.

Al vijf minuten ben ik achter een boom aan het verschuilen. Ik trek een teleurgesteld blik op. Hij is er volgensmij niet. "Nou, mijn dag begint niet positief vandaag." zeg ik mompelend terwijl ik mij wil omdraaien om richting m'n fiets toe te lopen.

Ik draai me om.






Mijn ziel verlaat mijn lichaam. Ik blijf stokstijf staan.








Het is niet Minhyun. Het is niet Minhyun. Het is niet Minhyun, hehaal ik tegen mezelf. Ik wrijf in mijn ogen.









Minhyun blijft voor me staan.







'Wat de fuck ben je aan het doen?'

obsessionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu