Hoofdstuk 3

567 24 17
                                    

De schrik sloeg me om het hart. Dit was niet de eerste keer dat Lily een soortgelijke 'voorspellende' droom had gehad. Wolfs trok me bij zich op schoot en sloeg zijn armen stevig om me heen. "Ik stapte uit mijn auto en zag de buurman die een praatje met me maakte. Opeens duwde hij me op de grond. Het ging zo snel dat ik niets zag maar hij zei dat hij vanuit zijn ooghoeken een zwarte auto zag stoppen met volledig geblindeerde ramen. Dat het raam een stukje open ging en dat hij toen de loop van een pistool uit het raam zag komen. Toen hij me op de grond duwde hoorden we een schot. Als de buurman me niet op de grond had geduwd was ik geraakt, Eef." Ik was nog steeds zo in shock dat ik geen woord uit kon brengen. Hij liet zijn hand door mijn staart glijden. "Gelukkig is de buurman iemand met een grote passie voor auto's. Hij wist me precies te vertellen dat het om een zwarte Mercedes-Benz CLA ging uit 2016. Ben benieuwd welke crimineel het nu weer op me voorzien heeft." Kon Wolfs er wel om lachen. Ik zag er echter totaal de humor niet van in en liet me snikkend tegen zijn borst vallen. Geschrokken van mijn, toch wel, onverwachte tranen trok hij me sussend nog dichter tegen zich aan. "Het is goed afgelopen, schatje. Ik ben veilig. Ik ben er nog." Ik klemde zijn overhemd stevig tussen mijn vingers. "Er komt een dag dat je er niet meer bent, Wolfs! Wat doen we ook klote werk!!" Ik wurmde me los uit zijn armen en trok een flesje water uit de koelkast. Met een knal gooide ik de deur dicht. Van achter sloeg Wolfs zijn armen om me heen en liet zachtjes zijn adem in mijn nek blazen voor hij er teder een kusje in drukte. "Ontspan, schatje." Ik wurmde me opnieuw uit zijn armen en schudde resoluut mijn hoofd. "Nee! Ik ontspan niet! Ik haat onze baan, Wolfs! Ik haat het écht!!" Hij kwam opnieuw naar me toe en liet zijn duim over mijn gezicht glijden. "Waar komt dit nou ineens vandaan, schatje? Je houdt van je werk." Tranen blonken in mijn ogen maar eigenwijs als ik was wou ik nog niet toegeven. "Waar zou dit nou vandaan komen, Wolfs? Wat denk je nou zelf, man!" Hij pinkte een ontsnapte traan weg en keek me met zijn allerliefste blik aan. Een blik waar ik week van werd. Een blik die me liet breken. Opnieuw sloeg hij zijn armen om me heen en dit keer accepteerde ik zijn liefde wel. "Oké je hebt gelijk." Gaf ik schoorvoetend toe. "Ik hou van mijn werk. Ons werk. Maar ik wil je niet verliezen, Wolfs." Me zo kwetsbaar opstellen bleef moeilijk voor me. Ik wou me losmaken uit zijn omhelzing maar hij hield me te stevig vast. Uit onmacht begon ik tegen zijn borst te slaan. "Ik wil je niet verliezen, Wolfs." Herhaalde ik mijn woorden. "Ik hou verdomme van je!" Deelde ik nu een behoorlijke klap uit. Ik voelde zijn grip verslappen. Hij nam mijn hoofd tussen zijn handen en veegde de tranen met zijn duimen weg. "Ik zal altijd bij je zijn, Eef. Altijd. Ook als je me niet ziet zit ik altijd in je hart." "Daar heb ik toch verdomme niets aan?" Gooide ik er kwaad uit. "Ik wil niet dat je in mijn hart zit. Ik wil je vasthouden. Ik wil je stem horen. Ik wil je lippen op de mijne voelen. Ik heb niets aan dat sentimentele ik zit altijd in je hart gedoe." "Mama boos?" Klonk het verdrietige stemmetje van mijn dochter door de keuken. Blijkbaar had ik zo hard geschreeuwd dat het boven het geluid van de televisie uit was gekomen. Beschaamd sloeg ik mijn ogen neer. Wolfs liet zijn duim kort over mijn wang strijken en knielde bij Lily neer. Hij tilde haar op zijn knie en drukte een kus in haar haren. "Nee, prinses. Mama is niet boos. Mama is een beetje verdrietig." Lily sprong van de knie van haar vader en kwam naar me toe. Ze sloeg haar kleine armpjes om me heen en legde haar hoofd tegen mijn buik. "Mama niet verdrietig zijn. Lily vind je lief." Ik tilde haar op en zwierde haar rond. "Mama vind jou ook lief knuffelbeertje van me." Ik glimlachte dankbaar naar Wolfs omdat hij me weer eens gered had en zette onze dochter aan tafel. Wolfs glimlachte lief terug en liep snel de keuken in om lunch voor ons te maken. Ik was vrolijk met Lily in gesprek toen ik de blik in haar ogen zag veranderen. "Lily? Liefje?" Ze gaf geen antwoord meer en draaide haar hoofdje in de richting van Wolfs. Maar ze keek niet naar hem, ze leek dwars door hem heen te kijken. "Lily?" Probeerde ik nog een keer. Maar ze zei nog steeds niets. Ze werd afgeleid door iets. Ik zag haar verlegen knikken met haar hoofdje. Ze draaide haar hoofd terug en keek me aan. "Mama er is hier een man. Hij staat achter papa." Mijn ogen gleden van Wolfs waar ik, uiteraard, niemand zag staan, weer naar Lily. "Mama ziet niemand, schat." Lily schudde haar hoofdje. "Klopt. Alleen Lily ziet hem. Hij zegt dat hij zal bewijzen dat hij er is door het vuur aan te doen." Ik voelde mijn hart als een razende kloppen en draaide voorzichtig mijn hoofd weer richting Wolfs. Tot mijn grote schrik sprong het pitje van het gasstel, inderdaad, aan en meteen weer uit. Ik voelde me trillerig worden en voelde de bezorgde ogen van Wolfs branden. Ik verzamelde al mijn moed. "Kun je voor mama vragen hoe hij heet?"



Ik weet het; een beetje bruut onderbroken dit hoofdstuk maar ik wou weer een cliffhanger.  Al is deze waarschijnlijk simpel voor mijn trouwe lezers!  

Zoete wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu