Hoofdstuk 32

514 39 15
                                    

Zo intiem als we net in de badkamer, zonder elkaar aan te raken, waren geweest, zo ver leken we nu weer van elkaar verwijderd. Hoe hard Eva net toenadering leek te zoeken, zo hard duwde ze me nu weer van zich af. Ze lag op het randje van het enorme tweepersoonsbed. 1 verkeerde beweging en ze zou op de grond belanden. Ik probeerde wanhopig de slaap te vatten maar wat ik ook deed, het lukte niet. Ik kon alleen maar denken aan wat er net in de badkamer was gebeurd. Ik hoorde aan haar ademhaling dat zij ook niet sliep. "Kun je niet slapen, Eef?" Ik was nog te bang om haar een koosnaampje te geven. Het zou haar nog verder van me vandaan drijven en dat wou ik voorkomen. We waren vandaag zo ontzettend goed bezig geweest. Dat mocht ik nu niet gaan verpesten met 1 verkeerd, hoe goed bedoeld ook, woordje. "Nee, ik.." Ik knipte het lampje naast het bed aan en keek haar onderzoekend aan. "Praat met me, Eef. Wat is er? Maak van je hart geen moordkuil." Gaf ik haar haar eigen woorden terug. "Ik mis jouw armen om me heen." Hoorde ik haar stem breken. "Ik kan niet slapen zonder jouw armen om me heen. Ik slaap al weken slecht. Ik kan het niet meer, Wolfs. Ik kan het echt niet meer." Een traan gleed over haar wang. "Wat kan je niet meer, Eef?" Ze sloeg haar ogen neer, bang om me aan te kijken. "Die afstandelijkheid tussen ons. We waren zo close en moet je ons nu zien? Wanneer is de laatste keer dat we elkaar een kus hebben gegeven? Wanneer is de laatste keer dat we elkaar aan hebben geraakt? Wanneer is de laatste keer dat we de liefde hebben bedreven?Ik weet ze niet meer!" Ze zuchtte zachtjes. "Wat ik probeer te zeggen, Wolfs, we leven als broer en zus. En niet als man en vrouw. En ik weet best dat het niet goed tussen ons gaat. Dat we niet ineens kunnen doen alsof er niets gebeurd is. Maar ik weet ook dat als dit nog langer gaat duren ik er dan aan onderdoor zal gaan. Ik zou de gelukkigste vrouw ter wereld moeten zijn omdat onze dochter veilig en gezond bij ons is. Maar ik ga kapot van verdriet omdat mijn liefste zo ver van me verwijderd is. Het lijkt of mijn hart er uit gerukt is en ze er een steen voor in de plek hebben gestopt." Een nieuwe traan gleed over haar wang naar beneden. "Ik kan niet functioneren zonder jou, Wolfs. Zeg me alsjeblieft dat het goed gaat komen. Zeg het me." Ik knipte het lampje naast het bed weer uit en kroop langzaam naar haar kant toe. "Ooh Eef, kom hier." Ze liet zich dat geen 2 keer zeggen en wist niet hoe snel ze in mijn armen moest kruipen. "Alles komt goed, Eef. Alles komt altijd goed." Als automatisme sloeg ik meteen beschermend mijn armen om haar heen. Ze kroop half op me en liet onze benen verstrengelen. Haar haren kriebelden op mijn blote borst en ik sloot genietend mijn ogen. Ik werd altijd knettergek van haar kriebelende haren op mijn borst en ook nu, waar ik eigenlijk van stond te kijken, voelde ik mijn lichaam pijlsnel reageren. Ik voelde alle kleur, van schaamte, uit mijn gezicht trekken. Eva lag zo dicht tegen me aan dat dit haar niet ontgaan kon zijn. Wat moest ze wel niet van me denken? De eerste keer in dagen dat we weer wat 'closer' zijn en mijn lichaam reageert er meteen op. Voor ik kon bedenken wat ik zou gaan zeggen voelde ik haar hand over mijn boxer strelen. "Mist mijn kleine vriendje me zo?" Ik hield mijn ogen stijf op elkaar. Hoe kon ik haar ooit nog in haar ogen kijken? Haar woorden die ze in de badkamer tegen me zei bleven in mijn hoofd galmen 'maak van je hart geen moordkuil' Opnieuw kreeg ik geen bedenktijd. Ze pakte mijn hand en liet die tussen haar benen glijden. "Je hoeft je niet te schamen, Wolfs. Ik verlang ook naar jou. Ik ben alleen maar blij dat je lichaam nog op me reageert. Een beter antwoord op 'zeg me dat het goed komt' had je me niet kunnen geven, Wolfs. En we weten allebei dat nu niet het moment is om de liefde te bedrijven, maar als het moment daar is zal het heel speciaal zijn omdat al onze opgespaarde gevoelens dan in 1 keer tot een explosie zullen komen." Ik hoorde haar diep zuchten en kwam weer langzaam bij mijn positieven. Al die tijd had ze me verrast, betoverd. Ik liet mijn vingers kort over haar slipje strelen en verplaatste mijn hand toen naar haar hoofd. "Wat is er, Eef?" Ik hoorde haar nogmaals zuchten. "Beloof me alsjeblieft dat we het nooit meer zo ver laten komen, Wolfs. Dat we altijd bij elkaar zullen blijven." Ik friemelde wat door haar haren en hoorde haar ademhaling al langzaam veranderen. De slaap zou haar zo overmeesteren. "Nooit laat ik je meer door mijn vingers glippen, liefste Eef. Jij en ik zijn voor altijd. Voor altijd." Herhaalde ik nogmaals om mijn woorden kracht bij te zetten maar Eva hoorde het al niet meer. Veilig en wel in mijn armen lag mijn knappe vrouw te slapen.

Zoete wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu