Langzaam tikte de klok verder. Voor mijn gevoel zaten we al uren op nieuws over Lily te wachten. In werkelijkheid waren het misschien net 20 minuten. Ik stond op van Wolfs' schoot en begon door de kamer te ijsberen. Alles in dit kamertje had ik al wel 20 keer bekeken en alles in dit kamertje had me al wel 20 keer geïrriteerd. De vloer was irritant groen. De muur was irritant wit en de stoeltjes die er stonden waren irritant oranje. Ik voelde de ogen van Wolfs in mijn rug branden en wist dat ik hem irriteerde met mijn geijsbeer. Maar zijn ogen konden mijn geijsbeer niet stoppen. Ik kon niet stil gaan zitten wachten op, misschien wel slecht, nieuws over mijn meisje. Dat ik Wolfs irriteerde interesseerde me, en ik weet dat dat hard klinkt, op dit moment even niets. Ik moest iets doen om de tijd, die toch al tergend langzaam voorbij ging, te doden. Dat Wolfs wel stil kon blijven zitten moest hij weten. "Eva, lieverd, ga alsjeblieft even zitten. Je maakt me gek met dat geijsbeer van je." Abrupt stond ik stil en keek hem venijnig aan. "Ik maak je gek? Goede basis voor een huwelijk, Floris Wolfs! Misschien had Angelique toch gelijk en moeten we maar scheiden!" Zijn opmerking schoot mij volledig in het verkeerde keelgat. Ik was vreselijk bang dat mijn dochter het niet ging halen en kon het er niet bij hebben. Ik liep in de richting van het raam en liet mijn ogen over de overvolle parkeerplaats glijden. Het was zo druk dat auto's letterlijk om een plek vochten. Ik voelde Wolfs' hand op mijn schouder en schudde die van me af. "Laat me maar even met rust, Wolfs. Dat is voor nu het beste." Ik hoorde dat hij bij me vandaan liep en zuchtte zachtjes. Terwijl mijn dochtertje lag te vechten voor haar leven zocht ik ruzie met haar vader. Er kroop opnieuw een kwartier voorbij. Een kwartier waarin Wolfs en ik geen woord meer hadden gewisseld. Geen blik meer hadden gewisseld. Ik had doelloos uit het raam staan staren en voelde zijn ogen al een kwartier branden. Ik had er genoeg van en draaide mijn hoofd. Hij keek inderdaad naar me. "Kijk even lekker ergens anders naar, Wolfs! Alsjeblieft, laat me even met rust! Helemaal met rust! Ook met je ogen!" Zijn ogen, waar ik normaal in verdronk, dreven me nu tot wanhoop. Ik begreep echt wel dat mijn geijsbeer hem tot wanhoop had gedreven maar ik werd bang van zijn ogen in mijn rug. Dat hij even keek vond ik niet erg maar hij had zijn ogen de hele tijd op mij gericht gehad. Sinds mijn woede-uitbarsting had hij ze nog geen seconde van me af gehad. Ik voelde het als er iemand naar me keek. Mijn vader's ogen hadden ook altijd in mijn rug gepriemd. "Mijn vader deed dat ook!" Gooide ik hem, onterecht, kwaad voor zijn voeten. Dit was een deel van mijn verleden waar Wolfs niets van wist en dus ook geen rekening mee kon houden. "En ik weet dat je dat niet wist maar laat me alsjeblieft gewoon eventjes met rust!" Ik voelde hem, zoals ik hem vroeg, zijn ogen van me afhalen en voelde mijn maag in de rondte draaien. Ik was kotsmisselijk. Zo misselijk was ik voor het laatst geweest toen ik zwanger was. De spanning van de afgelopen week, de kans dat ik Lily kwijt kon raken, de ruzie met Wolfs. Dit alles zorgde ervoor dat ik zo misselijk was. Een snik die vanuit mijn tenen leek te komen verliet mijn mond. Ik voelde mijn knieën knikken en had mijn emoties niet meer onder controle. Net toen ik dacht da tik op de grond in elkaar zou storten waren daar de armen van Wolfs om me op te vangen. "Kom maar, lieverd. Kom maar hier." Begon hij gelijk sussend tegen me te praten. Hij was met mij op zijn schoot op de grond gaan zitten en drukte zachtjes kusjes in mijn haren. "Dat ijsberen maakte me gek. Jij niet. Jij maakt me nooit gek." Probeerde hij zijn woordkeuze van net te verklaren. "Het spijt me als ik je dat gevoel heb gegeven, lieverd." Ik schudde langzaam mijn hoofd tegen zijn borst dat het niet zijn schuld was geweest. "Ik ben degene die sorry moet zeggen. Ik ben zo bang dat.." "Sstt.." Onderbrak hij me sussend. "Het is goed. Ik ben niet boos. Ik begrijp het echt." Hij begreep me altijd. Nooit was hij écht boos op me. "Je begrijpt me altijd.." Mompelde ik meer in mezelf maar uiteraard was het Wolfs niet ontgaan. Hem ontging, als het om mij ging, namelijk nooit iets. Nooit kon ik mijn gedachten en gevoelens geheim voor hem houden. "Daar ben je mijn vrouw voor, lieverd. Je lijkt soms mysterieus. En misschien ben je dat ook wel voor anderen. Maar niet voor mij. Ik begrijp je zonder dat je iets hoeft te zeggen. Ik voel je emoties zonder dat je iets hoeft te zeggen." Ik tilde mijn hoofd van zijn borst en keek hem diep in zijn ogen. "Je bent eng weet je dat?" Hij fronste zijn wenkbrauwen wat mij liet glimlachen. "Ik bedoel dat het eng is dat je altijd alles van me weet zonder dat ik iets hoef te zeggen. Eng maar wel fijn. Ik zeg het te weinig maar ik vind het echt heel fijn dat je me zo goed kent." Hij streek een traan van mijn wang en drukte een lange kus op mijn voorhoofd. Ik wou net iets zeggen toen de deur open ging en onze dochter de kamer binnen werd gereden. Meteen sprong ik van Wolfs' schoot en liep naar het gele bedje. Ik stak mijn hand door de tralies en nam haar handje in de mijne. "Vechten, liefje. Geef niet op. Je bent mama's sterke meisje." De arts kwam de kamer binnen en ik keek hem vragend aan. "En? Gaat ze het halen, dokter?" De arts keek zorgelijk. "Ze heeft de operatie goed doorstaan. We hebben de inwendige bloeding kunnen stoppen. Maar ze heeft wel ontzettend veel bloed verloren. Ze ligt op dit moment aan de transfusie en we dienen haar vocht toe. Ik kan niet zeggen of ze het gaat halen. De komende 24 uur zijn cruciaal. We doen alles voor haar wat we maar kunnen." Ik knikte. "Wanneer gaan jullie haar uit haar slaap halen?" Met mijn duim wreef ik zachtjes over haar hand. "Ook daar kan ik niets over zeggen, mevrouw Wolfs. Het ligt er helemaal aan of en hoe haar kleine lichaampje hersteld. Dit doen we niet snel maar omdat Lily jullie beide hard nodig heeft mogen jullie beide dag en nacht bij haar blijven. Ook als ze straks wakker wordt. Als er iets is mag u altijd op de bel drukken." Hij verliet de kamer en ik richtte mijn blik op Wolfs. Ik zag hem een traan van zijn wang vegen. Daar stonden we dan. Beide aan één kant van het gele tralie bedje. Beide één handje van ons dochtertje in onze hand. Beide bang dat ons dochtertje het niet zou halen en beide bang om, op dit moment, een woord tegen elkaar te zeggen.
JE LEEST
Zoete wraak
FanfictionDit is het vervolg op mijn vorige Flikken Maastricht fanfic, Onherstelbaar. Je hoeft het niet perse te lezen om dit verhaal te begrijpen, maar het kan handig zijn! Meer informatie over dit verhaal is te vinden in de inleiding!