Hoofdstuk 10

439 29 4
                                    

2 dagen kropen tergend langzaam voorbij. We waren nog geen steek verder in de zoektocht naar mijn kleine meisje. Het gesprek met de drugsbaron had helemaal niets opgeleverd. Hij had stellig ontkent dat hij iets te maken had met de ontvoering van Lily en ik geloofde hem. Door mijn jarenlange ervaring weet ik precies wanneer iemand liegt en wanneer niet. Wolfs zegt altijd dat ik daar een soort voelsprieten voor heb. Nooit zit ik er naast. En ook nu zat ik er niet naast. Hij had niets met de ontvoering van Lily te maken. Dat voelde ik. Wolfs en ik waren al onze vijanden na aan het trekken. Alle mensen die wij in onze loopbaan als rechercheur achter de tralies hadden gestopt. We waren er achter gekomen dat Dave op vrije voeten was en we waren haastig naar hem op zoek maar hij leek van de aardbodem te zijn verdwenen. Nergens konden we hem vinden en ook zijn familie wist niet waar hij uithing. Mechels had een opsporingsbericht voor hem uitgegeven maar daar was nog geen enkele tip op binnen gekomen. Op het AMBER alert van Lily waren wel reacties binnen gekomen maar geen enkele bruikbare. Grondig gingen Wolfs en ik iedere tip na maar alles liep dood. Wolfs zat aan de eettafel te eten. Alleen. Hij deed niet eens meer de moeite mij over te halen, ik at toch niets. En voor zijn eigen gezondheid was het beter als hij me niet vroeg of ik kwam eten. Hij joeg me zo alleen maar verder tegen zich in het harnas. Alles wat hij deed of zei viel verkeerd. Zelfs onze collega's viel het op en er waren er meerdere geweest die zeiden dat ik onredelijk tegen hem was. Dat het ook zijn dochter was die verdwenen was. Dat ik hem wel wat meer mocht steunen. Maar voor ik de kans kreeg iets te zeggen had Wolfs het, uiteraard, al voor me op genomen. Hoe lelijk ik hem ook behandelde, als je 1 verkeerd woord over me zei had je Wolfs op je dak. Ik lag op de bank televisie te kijken en staarde, voor de zoveelste keer, naar mijn telefoon. Ik wachtte, bijna wanhopig, op een berichtje maar ik had geen enkele nieuwe meer gekregen. Ik had het berichtje al meerdere keren gelezen in de hoop een aanwijzing te vinden en iedere keer maakte het me misselijk. Wolfs probeerde uit me te krijgen wat er was maar ik ontkende uiteraard dat er iets was en werd furieus als hij er over begon. Hij werd op zijn beurt furieus dat ik tegen hem loog. Maar hoe moeilijk het ook was om tegen hem te liegen, ik deed er alles aan om mijn geheim ook echt geheim te houden. Ik bekeek alle foto's in mijn galerij en ongemerkt gleed er een traan over mijn wang. De pijn in mijn hart werd met de seconde ondraaglijker. Wat voor slechts ik ook had gedaan, het was onmenselijk om mijn kind bij me weg te halen. Een luide gil van pijn, onmacht en verdriet verliet mijn mond. Ik hoorde de stoel van Wolfs naar achteren schuiven en zijn voetstappen razendsnel dichterbij komen. Hij ging bij me op de bank zitten en trok me op zijn schoot. "Wat is er nou toch allemaal met mijn meisje aan de hand? Als je niet met me praat kan ik je niet helpen, Eef." Ik sprong van zijn schoot en keek hem fel aan. "Hoe vaak moet ik je nog zeggen dat er niets is, Floris! Hou nou eens op met zeuren! Laat me gewoon met rust!" Hij sprong ook op en stond nu lijnrecht tegenover me. De spanning tussen ons was inmiddels weer torenhoog opgelopen. "Je liegt Eva van Dongen!" Brieste hij woest. Ik voelde een stekende pijn in mijn hart. Zijn woorden raakten me diep. Dit was de eerste keer sinds hij me zijn jawoord had gegeven dat hij me bij mijn meisjesnaam noemde. "Zo heet ik niet!!" Brieste ik woest terug. "Zo gedraag je je wel, Eva! Ik heb altijd engelengeduld met je, maar mijn geduld is op dit moment wel tot het nulpunt gedaald! Je weigert het om je pijn en je verdriet met me te delen! Maar je lijkt te vergeten dat ik precies hetzelfde voel als jij!" Ik was er helemaal klaar mee en deed iets wat ik nooit meer deed. Ik vluchtte. Ik griste een sleutel van één van de ongebruikte kamers van de Ponti uit de keukenla en stormde langs Wolfs heen richting de trap. "Blijf verdomme staan, Eva van Dongen!" Probeerde hij me beneden te houden. Ik liep verder richting de trap. "Als je naar boven gaat dan..." Hij slikte de rest van zijn woorden in. Met een ruk draaide ik me om. "Dan wat, chanteur? Dan ga je van me scheiden?! Dat wou je zeggen toch?! Nou weet je? Als je dat wil omdat ik voor mezelf kies om erger te voorkomen, dan doe je dat maar lekker. Je noemt me toch al van Dongen terwijl je weet hoe erg ik die naam verafschuw. Je hebt me tot in mijn ziel gekwetst, Wolfs. Denk daar maar eens over na. Ik slaap in een gastenverblijf vannacht. En ik vraag je voor je eigen veiligheid of je me met rust wil laten! Aju!"Ik draaide me opnieuw om en stormde de trap op. Na twee mislukte pogingen paste de sleutel op de derde deur die ik tegenkwam en huilend liet ik me op bed vallen. De zin van het leven was ik op dit moment even helemaal kwijt. Ik had het allemaal zo goed voor elkaar. Droombaan, sprookjeshuwelijk, het mooiste en liefste kind dat er maar bestond. En wat was er op dit moment van over? Mijn huwelijk stond op springen en mijn meisje was in groot gevaar. Ik hoorde voetstappen en hoopte dat Wolfs naar onze kamer zou gaan. Dat hij deed wat ik hem gevraagd had. Als hij toch bij me zou komen zou onze ruzie alleen maar erger worden. De deur van mijn kamer vloog open. Ik draaide me met mijn rug naar hem toe. Hij hoefde mijn tranen niet te zien. Al had hij mijn tranen ongetwijfeld al gezien. Ik voelde het bed inzakken. "Laat me met rust, Wolfs! GA WEG!" Hij sloeg zijn arm om mijn buik en kroop dicht tegen me aan. Zacht drukte hij een kusje in mijn nek. "Waarom heb je me niets verteld, schat?" "Waarover, Wolfs?" Hield ik me nog van de domme. "Over het berichtje dat je gekregen hebt." Ik maakte zijn hand van me los en draaide me woest om. "Heb jij in mijn telefoon zitten neuzen?!" Blijkbaar was ik die in mijn haast om boven te komen vergeten. "Dat is MIJN privacy, Wolfs! Ik kijk ook niet in jouw telefoon! Ik dacht dat ik je kon vertrouwen! Blijkbaar heb ik me lelijk in je vergist! Wat heeft ons huwelijk nog voor zin als ik je niet kan vertrouwen?!" Stiekem was ik vreselijk opgelucht dat Wolfs het nu wist. Ik was doodsbang dat ze Lily nu iets aan zouden doen. Voorzichtig legde hij zijn hand op mijn wang en veegde de tranen weg. "Laat me alsjeblieft toe, Eef. Zonder je niet van me af. We hebben elkaar zo vreselijk hard nodig. Ik mis mijn partner op alle mogelijke manieren. Ik mis jouw slimme theorieën, jouw denkwijze. Alleen ga ik er nooit achter komen waar ons meisje zit. Maar boven alles mis ik mijn geweldige vrouw." Ik kroop diep in zijn armen. "Wil je echt van me scheiden?" Dat hij me van Dongen had genoemd had me vreselijk onzeker gemaakt. Hij drukte me, duidelijk opgelucht, dicht tegen zich aan. "Nooit, lieve schat. Ik had nooit je meisjesnaam mogen gebruiken. Ik hoopte je wakker te schudden maar gebruikte daar de verkeerde manier voor. Het spijt me." "Het spijt mij ook, liefje. Het was helemaal niet mijn bedoeling je bij me vandaan te duwen maar ik was, na dat sms'je, zo vreselijk bang. Ik kon het je niet vertellen. Ik durfde het je niet te vertellen. Wees alsjeblieft niet boos. Vergeef me alsjeblieft. Ik wil je niet kwijt." Hij ging tegen de rugleuning van het bed zitten en trok me op schoot. "Ik ben niet boos, schatje. Ik snap heel erg goed dat je bang was. Je zult mij nooit kwijt raken. Wil je me vertellen wat er in dat pakje zat?" "Pinkie.." Fluisterde ik bijna onhoorbaar. "Met doorgesneden keel. Besmeurd met rode troep. De doos bezaaid met vulling. Lily moet zo bang zijn Wolfs. Ze heeft ons niet. Ze heeft haar knuffel niet. Als ik haar thuis had gehouden was dit nooit gebeurd, Wolfs." Zijn hand streelde door mijn haren. "Wat er ook gebeurd, het is niet jouw schuld, Eef. Degene die haar heeft, heeft dit waarschijnlijk zorgvuldig gepland. Ook als we haar thuis hadden gehouden was ze meegenomen. Dan had de ontvoerder wel een ander moment af gewacht." Ik zuchtte. "Ik snap niet waarom ik nog geen nieuw berichtje heb gekregen." Hij kuste me op mijn kruin. "Dat heb je wel, schat. Je telefoon trilde hard op de salontafel. Ik wou hem naar je toe brengen maar zag iets over Lily. Vandaar dat ik ben gaan lezen en toen zag ik dat berichtje over Pinkie. Ik zou nooit zomaar in je telefoon neuzen. Echt niet." "Wat stond er in het berichtje?" Hij gaf me mijn telefoon en ik las met bonzend hart het berichtje. Je bent een brave meid, Eva. Niemand weet nog van Pinkie. Ik verwacht nog steeds dat je je kop houdt! Anders snij ik de keel van Lily ook door! Zou me trouwens wel een hoop rust geven! Wat kan dat kind janken zeg! Je krijgt nog een opdracht van me ik hoorde je ruzie maken met Wolfs (Ja ik hoor alles) En dat beviel me wel! Ik wil dat je je zoveel mogelijk afzondert van hem! Hoe meer ruzie hoe beter! Als je niet doet wat ik zeg gaat niet alleen je dochter er aan maar maak ik jou ook kapot! Mijn telefoon gleed van schrik uit mijn handen op het bed. Wie had het toch op me gemunt?


Zoete wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu