Hoofdstuk 14

383 27 4
                                    

Angelique zat ongeïnteresseerd met haar armen over elkaar geslagen tegenover ons. Geen woord had ze nog tegen ons gezegd. Ik keek haar doordringend in haar ogen en probeerde rustig te blijven. Wolfs had onder de tafel zijn hand op mijn been liggen en liet mij in eerste instantie het woord doen. Ik kon, als het nodig was, een stuk gehaaider zijn dan hij. Zeker als het om onze dochter ging was ik geen katje om zonder handschoenen aan te pakken. Ik ging tot het uiterste voor mijn kind. "Waar is mijn dochter?" Vroeg ik haar voor de zoveelste keer. Ze liet haar ogen door de verhoorkamer glijden. "Mooi is het hier. Ik heb er altijd van gedroomd een verhoorkamer te bekijken en ik moet zeggen het valt me niet tegen." Het was verdomd moeilijk mijn geduld te bewaren maar als ik wou weten waar Lily was had ik geen andere keus. "Naast de verhoorkamer mag je straks ook de cel bekijken. Ook een droom van je?" Ik hoorde hoe het sarcasme van mijn stem droop. Ze wendde haar blik tot mij en knikte. "Zeker. Ik kan niet wachten." Ook bij haar droop het sarcasme van haar stem af. "Waarom vertel je me niet gewoon waar mijn dochter is, Angelique? Je bent ontmaskerd, je spel is uit." Er vormde zich een grote grijns om haar lippen. "Dat denk je maar, meisje. Mijn spel begint nog maar net. Nu wordt het pas leuk. Ik heb de tijd. Ik hoef nergens heen. En mijn dochter is niet in gevaar. De jouwe wel." Ze liet haar ogen de ruimte weer rond glijden en floot een deuntje. Ik wou de kop van haar romp rammen zo irriteerde ze me. "Je hebt straks wel een dochter die niets meer van je wil weten." Probeerde ik op haar gevoel in te spelen door Fleur er bij te halen. Al betwijfelde ik of haar moederhart net zo groot was als het mijne. Ik ging door het vuur voor mijn meiden. Over vuur gesproken, haar ogen begonnen vuur te spuwen. "Hou Fleur hier buiten! Jij hebt haar van me afgepakt!" Wolfs voelde mijn spanningsmeter oplopen en kneep zachtjes in mijn been. Ik sloot kort mijn ogen en haalde diep adem. Ik zocht opnieuw de ogen van Angelique. ''Dat het contact tussen jullie anders verloopt dan jij misschien zou willen is niet mijn schuld, Angelique. En al helemaal niet de schuld van mijn dochter. Vertel me gewoon waar ze is. Hoe denk je dat Fleur het zal vinden dat jij degene bent die haar zusje ontvoerd heeft? Dat zal niet helpen jullie band te herstellen." Ik probeerde nog steeds op haar gevoel in te spelen. Ook zij moest, al zat het misschien diep vanbinnen, een moederhart hebben. En als ze net zoveel van Fleur hield als ik dat van Lily deed moest ik haar kunnen breken. In haar ogen leek ik een kleine verandering te zien. Een verandering die mij hoop gaf. Hoop dat ze me ging vertellen waar mijn knuffelbeertje was. Maar ze zweeg. Ze draaide haar hoofd zelfs weg en keek aandachtig naar de klok aan de muur. Hulpzoekend keek ik naar Wolfs. Hij glimlachte bemoedigend naar me. "Jouw dochter is jouw zwakke plek dus heeft ze er alles mee te maken." Begon Angelique toch weer te praten. "Ze is de enige manier om tot je door te dringen. Om je te laten doen wat IK wil." Nu was het de beurt aan mijn ogen om vuur te spuwen. "Natuurlijk is mijn dochter mijn zwakke plek! Ik doe alles voor mijn kleine meisje! Maar het is onmenselijk om een kindje van 4 bij haar ouders weg te halen omdat jij iets voor elkaar wil krijgen. Waar is ze, Angelique? Waar is mijn meisje?" Demonstratief sloeg ze haar armen weer over elkaar. De gemene grijns op haar gezicht maakte me misselijk. "Dat, Eva, is voor jou een vraag en voor mij een weet. Ik ga je niet vertellen waar ze is. Niet zolang ik niet bereikt heb wat ik wil." "Wat wil je van mijn vrouw, Angelique?" Was Wolfs er meer dan klaar mee. "Kan dit niet zonder mijn kind er bij te betrekken?" Resoluut schudde ze haar hoofd. "Nee, Wolfs, dat kan niet. Anders had ik dat echt wel gedaan. En wat ik van haar wil? Haar kapot maken! En ik ben niet de enige die dat wil! En nee, ik ga niet zeggen met wie ik dit samen doe. Waar je dochter is." Ik slikte de brok tranen in mijn keel weg. Ik mocht niet laten zien dat ze me raakte. Ik moest nu sterk blijven. Voor Lily. "Ik vraag je nogmaals wat je van mijn vrouw wil!" Liet Wolfs het er niet bij zitten. "Ze heeft niets gedaan waardoor jij haar nu kapot moet maken! Dit heeft ze niet verdient!" Angelique sloeg met haar vuist op tafel. "Dat heeft ze wel! Bescherm haar niet zo!" "Ze is mijn vrouw!" Onderbrak Wolfs haar. "Ik hou van haar en ga voor haar door het vuur!" "Ze heeft mijn leven verwoest!" Brieste Angelique. "En niet alleen het mijne! En nu gaan wij die vrouw van je verwoesten! Het is jammer dat het mislukt is jou te doden! Jij was eigenlijk de eerste. Maar daar stak je buurman een stokje voor." Ik zag Wolfs zoeken naar woorden. "Had jij echt onze dochter haar vader willen ontnemen? Zo ben jij niet, Angelique. Ik ken je." Angelique zuchtte diep. "Zo was ik niet, Wolfs. Ik ben veranderd. Eva heeft mijn leven verwoest en nu ga ik het hare verwoesten. En als ik dan nu naar mijn cel zou mogen. Ik zeg toch niets. Om Lily te vinden zul je eerst moeten vinden waar mijn compagnon is. En die vinden jullie nooit. En dus vinden jullie Lily ook nooit." Ik knikte naar de bewaker dat hij Angelique naar haar cel kon brengen. Het was duidelijk dat ze op dit moment toch niet ging praten. Morgen zouden we het nog een keer proberen. Hij nam Angelique mee. "Zullen we naar huis gaan, Wolfs? Nog even proberen iets te slapen. Dan kunnen we haar morgen opnieuw ondervragen. We gaan haar vinden, Wolfs. We hebben haar bijna."  Hij knikte en liep stilletjes voor me uit de verhoorkamer uit. Het was inmiddels half 5 en veel slaap zouden we niet meer pakken. Maar alles wat we wel kregen konden we goed gebruiken.

Zoete wraakWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu