Hoofdstuk 11.

366 11 0
                                    



Harry's POV

Ik lag in bed zonder dat ik verder iets aan het doen was toen er iemand op de deur klopte. We waren alweer bij het laatste hotel van de trip voordat we weer naar huis konden en iedereen was uitgeput. Ik dacht dat iedereen gewoon lag te slapen, maar blijkbaar toch niet.

Ik rolde mijn bed uit en schuifelde naar de deur om die open te maken.

Louis stond aan de andere kant en zag er ongelooflijk klein en breekbaar uit. Hij keek naar me op met natte en wijde ogen.

Ik merkte dat hij naar alcohol en sigaretten rook, maar hij zag er niet dronken uit.

"Mag ik... kun je met me mee gaan om te gaan knuffelen?" fluisterde hij en sloeg zijn armen zo stevig om zichzelf heen dat ik dacht dat hij zou breken.

Ik keek hem aan toen zijn lip begon te trillen.

"Waarom?" vroeg ik.

Hij heeft me vermeden alsof ik de pest was. Ik had geen idee waar dit vandaan kwam.

Louis haalde zijn schouder op en beet op zijn lip.

"Kom je? Alsjeblieft?" vroeg hij.

Ik kneep mijn ogen dicht en leunde tegen de deurpost. Het was zo verleidelijk en hij zag er zo verdrietig uit.

Ik opende mijn ogen weer toen hij zijn armen om mijn heupen sloeg en zijn gezicht tegen mijn borst duwde.

"Ja," zuchtte ik, "Ja, ik zal met je komen knuffelen."

Louis leidde mij naar zijn kamer. Ik wist niet waarom we niet gewoon in mijn kamer bleven. Zijn handen trilden toen hij de deur opende.

Hij keek me aan toen ik naar zijn bed liep. Ik zag dat de klok op een of andere manier van het nachtkastje af was gevallen, dus raapte ik hem weer op. Toen zag ik dat de wijzers eruit waren. Opeens was ik bewust van de rotzooi om me heen. Er slingerden dingen in het rond en er lag glas van een beker op de grond.

Louis zag eruit alsof hij elk moment weer kon huilen terwijl hij me observeerde toen ik de klok weer op het kastje zette en op het bed klopte.

"Kom maar, Lou. Knuffelen," zei ik.

Hij stommelde meteen naar het bed, plofte neer en pakte me stevig vast.

"Ik weet niet wat er mis is met me, ik ben zo bang, alsjeblieft, Harry, ik heb je nodig, ga alsjeblieft niet weg, het spijt me, haat mij vanavond alsjeblieft niet, het spijt me, niet vanavond, niet weggaan," mompelde hij wanhopig in mijn nek.

Ik begroef mijn neus in zijn haar. Hij rook naar zweet en cafés en Louis. Het was niet de beste geur, maar ik liet hem niet gaan.

Hij was nog steeds woorden aan het mompelen, smeekte me om niet weg te gaan, om hem niet te haten. En als ik uit moest gaan van zijn spraak, was hij zeker dronken.

"Lou, rustig, ja? Shh, het is oké, ik ga niet weg," zei ik, "Ik ben hier. Ik ga niet weg tenzij jij dat wilt."

Louis snoof en drukte zichzelf nog meer tegen mij aan. We waren al zo lang niet zo dichtbij elkaar geweest. Waarschijnlijk meer dan een jaar. Maar toch voelde het bekend.

Toen hij uiteindelijk rustig leek, zuchtte ik en liet hem een heel klein beetje los. Hij maakte een geluidje en probeerde om weer dichterbij te komen.

"Nee, kijk me eens aan," zei ik en liet mezelf toe om zijn kaaklijn aan te raken en hem mij aan te laten kijken, "Wat is er, Louis?"

Hij schudde zijn hoofd en keek overal naar, behalve naar mij.

UntouchableWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu