Hfst. 12

306 19 1
                                    

Ik loop door de kamer te ijsberen. Saphira is ontsnapt en Uther is overleden. Arthur is nou koning en hij is samen met zijn nieuwe ridders en Merlin weg om hetlaatste draakenei te zoeken. Nee hoor, ik hoef helemaal niet ongerust te zijn. Als ze het vinden moet Merlin het goed verstoppen, Merlin heeft al gezegd dat Arthur het wil vernietigen. En dat mag cniet gebeuren, dat zei mijn vader ook al. 

Gaius trekt zich niet veel van mij aan, ik loop al dagen gestresst rond. Op de planken kun je al aan de uitegesleten plekken zien waarnik heb gelopen. Een van de planken is nog helemaal gaaf, die staat een stukje omhoog. Helaas loop ik daar tegenAan en val op de grond. 

'Alle Jezus!' roep ik. 

Ik kijk naar de plank. Dat zou een mooie verstopplaats zijn voor iets. Ik til de plank op en zie een boek liggen. Ik pak het op en blaas het stof eraf. Het komt me bekend voor, maar waarvan weet ik niet. Als ik het boek open springen de tranen in mijn ogen.

Marlina, 

Als je dit leest weet ik dat je veilig bent. 

Waarschijnlijk ben ik nu dood, maar treur  

niet, ik ben op een fijne plek. 

Dit boek is mijn dagboek. Er staan spreuken 

en rituelen in van de druïden. Gebruik ze  

goed. 

Groetjes, mama

Marlina kijkt naar het boek. Een dagboek met spreuken en rituelen? Daar had ze wel eens van gehoord, haar moeder praatte er wel eens over. Dit is een boek der Schaduwen! Dat haar moeder haar dat heeft achtergelaten! Ze bladert voorzichtig door het boek heen. Op bijna elke pagina staat wel een ritueel. Voor ziektes, puistjes en zelfs als je het graan beter wilt laten groeien! Marlina kijkt dankbaar omhoog. 

'Danku moeder,' zegt ze tegen het plafond. 

Opeens hoort ze de deur open en dicht gaan. 

'Ik ben er weer!' 

Snel bergt ze het boek op en rent door de kamerdeur naar buiten. 

'Merlin!' roept ze blij, en ze vliegt haar vriendje om de hals en slaat haar benen om zijn middel. 

'Ik ben ook blij om jou te zien,' zegt hij lachend en ze geven elkaar een kus. 

'Ah, Merlin,' zegt Gaius, 'ben je er weer.' 

'Ja, anders zou ik hier niet zijn hè.' 

Merkin zet zijn tas in de hoek van de kamer. 

'Wat eten we?' vraagt hij, 'Ik heb heel de reis geen hap gegeten.' 

Ik kijk hem vragend aan. Hoe heeft hij dat voor elkaar gekregen? 

'Ik was al bezig geweest met een stoofschotel. Ik gooi het even in een ketel, en dan hebben we genoeg voor een heel weeshuis. Denk je dat dat genoeg is voor ons drieën?' 

'Ik denk van wel,' zegt hij lachend. 'En anders hebben we nog brood.'

Als de schotel klaar is gaan we aan tafel zitten. Tijdens het eten zeggen we geen woord, maar Gaius en ik willen allebei hetzelfde vragen; wat is er met dat ei gebeurd? Maar beide wachten we tot de ander het vraagt. Gaius zucht en geeft het wachten op. 

'Merlin, wat is er met dat ei gebeurd?' 

'Het is vernietigd,' zegt Merlin, en hij kijkt naar zijn bord. 

Maat Gaius gelooft er geen snars van en blijft hem aankijken. Merlin kijkt op en de twee blijven elkaar aankijken. Op een gegeven moment schiet Merlin in de lach. 

'Je zal het misschien niet geloven, maar het is echt het mooiste wat ik ooit heb gezien. Mooier dan de mooiste steen of het mooiste sieraad.' 

Hij staat op en loopt naar zijn rugzak waar hij een groot lichtblaouw, kegelvormig ei uit haalt. Hij loopt er voorzichtig mee naar de tafel en zet het er voorzichtig op, alsof het bij de minste aanraking versplintert. Gaius kijkt en geboeid naar, en ik kan niks anders dan staren. 

'Het leeft nog?!' zegt hij verbaasd. 

Merlin kan alleen vol trots naar het ei staren. 

'Is het niet prachtig?' zegt hij. 

We knikken. 

'Wat ga je ermee doen?' vraagt Gaius. 

'Ik breng het naar een plaats waar ik zeker weet dat hij veilig is,' zegt Merlin, en hij loopt naar buiten met het ei bij zich. Ik loop achter hem aan naar buiten en volg hem naar het grote veld buiten de miren, het veld waar hij altijd afspreekt met vader. Hij zet het eiop een boomstroknk, en even later zie ik vader aan komen vliegen. Ze hebben een heel gesprek waar ik niks van kan volgen, maar even later zie zie ik het ei uitkomen. Ik glimlach naar het kleine draakje. 

'Veel geluk, kleintje,' zeg ik zachtjes in de drakentaal en ik loop terug naar het kasteel. 

Gaius is nog steeds op als ik binnenkom. 

'En?' vraagt hij. 

'Merlin heeft het ei laten uitkomen en het draakje gaat met Kilgara mee,' zeg ik, en loop glimlachend naar de slaapkamer. Na me om te hebben gekleed ga ik in bed liggen, en even later kvoel ik Merlin naast me kruipen. 

'Je hebt het geweldig gedaan, Merlin,' fluister ik. 

'Je hebt het gezien,' zegt hij, het is meer een conclusie dan een vraag. 

'Maakt het uit?' vraag ik grinnikend. 

'Ik vindt het alleen maar fijn,' zegt hij, en kust me. 

Ik sluit mijn ogen en ik val glimlachend in slaap, denkend aan het kleine draakje, Morgenzon..

CamelotWhere stories live. Discover now